Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol van integratie en inburgering. Dat iedereen in dezen zonder eerst na te denken maar wat kan roepen is helaas een van de schaduwkanten van vrije meningsuiting, maar altijd nog beter zo dan omgekeerd. Integratie dus, met als voornaamste doelgroepen de onvermijdelijke Turken en Marokkanen, tot voor kort in zelfverklaard progressieve kringen ook wel bekend als ‘Turkse en Marokkaanse mensen’. Die zich nu eindelijk eens dienen aan te passen aan onze ‘normen en waarden’ en aan de Nederlandse Volkscultuur. Waarmee we natuurlijk direct de vraag te beantwoorden hebben wat dan wel precies de essentie van ‘typisch Nederlands gedrag’ mag zijn. Je huis en jezelf oranje schilderen wanneer het nationale voetbalelftal een potje speelt? Tegen beter weten in dwepen met een apert foute familie als die van Oranje? Luidruchtig zijn in het erwtensoeprestaurant aan de costa? Met een met aardappelen, koffie en pindakaas volgeladen sleurhut voor de twintigste keer op rij naar dezelfde camping gaan? Zwijmelen bij gevoelige uitvoeringen van Fransje Bauer? Het zijn maar een paar opties uit een lange rij. Nog een vraag: Zouden die allochtonen zich ook moeten spiegelen aan het verlichte drinkgedrag van de gemiddelde Nederlander en aan wijn moeten gaan doen? Men werpe nu niet tegen dat de Islam consumptie van alcoholische dranken zou verbieden, want vooral Turken weten buitengewoon creatief met die beperking om te gaan. Denk alleen maar even aan hun rakiproductie en -consumptie. En ja, sommige Turken drinken zelfs wijn, zowel in hun eigen land als daarbuiten. Alleen gaat het hier niet om de vraag wat Turken of Marokkanen nu wel of niet drinken, maar welk voorbeeld ze bij hun integratie aan ‘Nederlandse mensen’ zouden kunnen of moeten nemen. Ik vrees dat we hier heel snel uitgepraat zijn, want de Nederlandse Leitkultur op het gebied van wijnconsumptie is van een bedroevend niveau. Dat ideetje van minister Verdonck, dat wellicht ook bepaalde onderontwikkelde Nederlanders misschien wel eens een inburgeringscursus zouden kunnen gebruiken, zou je misschien kunnen vertalen naar een wijncivilisatiecursus voor de gemiddelde Aldiganger. De vaderlandse ‘wijncultuur’ is er immers een die gefixeerd is op maar één criterium: hoe goedkoper, des te beter. Men leze er die fijne supermarktwijngidsen van een nationaal icoon als HD of van de jongeheer Klei op na. Als echt beschaafd mens zou je daar bijna prakitizerend geheelonthouder van worden. Tussen haakjes, wat zou die koene volksheld Wilders eigenlijk drinken?
Hendrik Boom