Voor een eenvoudige wijnliefhebber is Italië geen gemakkelijk land. Veel wijnen uit dit fraaie land zijn te duur, zeker de beste en meest bekende, zoals Barolo of Brunello di Montalcino. Wijnen die erg populair zijn in Italië zelf, en daar dan ook met graagte door de wijnliefhebbers zelf worden gekocht. Anders gaan ze wel naar de Verenigde Staten, waar een grote groep geïmmigreerde Italianen de herinnering aan het moederland met mooie wijnen levend houdt.
Maar aan de Adriatische kant van de Apennijnen, ver weg van de Toscaanse toeristenstadjes, vinden we nog wel betaalbare en beslist ook goede wijnen. Verwacht hier geen bekende namen en bekende druiven, maar eerder eigenzinnig rood, zoals Montepulciano d’Abruzzo.
Heerlijk, hier is men tenminste trouw gebleven aan ‘traditionele’, regionale druivenrassen. Prima. Want wie zit er nu te wachten op de zoveelste ‘internationale’ wijn uit een klassiek wijnland als Italië? De belangrijkste druif voor Montepulciano d’Abruzzo is de montepulciano. Een druif die pas laat wordt geplukt, vaak pas in oktober. Denk niet dat de wijnen van deze druif erg lief zijn. Integendeel, deze wijnen hebben veel kleur en tannines, de typische looizuren die de wijn een licht droog, stevig karakter geven. Maar bij het maken van de wijn is veel bij te sturen, bijvoorbeeld door de gisting op de schillen, leverancier van de tannines, niet te lang te laten duren. Dat is gebeurd bij deze Coppiere, van de gelijknamige Cantine, de plaatselijke coöperatie van boeren. Het resultaat is smakelijk, lichtvoetig en open, met kersen en aardbeien, vol en soepel, mild, wel lekker, licht drogend, heel prettig rood voor een goede prijs.
Dirck III, € 2,99