Columns Archives - Pagina 2 van 84 - Perswijn

Columns

ColumnsNieuws

Overpeinzingen: Kleren maken de man

Veel wijnmakers onderschatten het effect van etiketten en van de verpakking in het algemeen op de bereidheid om een product te kopen. Maar zeker voor wijnen die in het schap van de supermarkt staan, is de uitmonstering van groot belang. Dat grote wijnen verkopen vanwege hun bekendheid is een heel ander verhaal. Maar toch zie je zelfs dat ook de bekende châteaux in Bordeaux hun etiketten regelmatig moderniseren, zonder de essentie te veranderen – voor hen is herkenbaarheid ook weer belangrijk. Waarmee ze aangeven dat ook in hun geval de uitmonstering belangrijk is.

Met het aantreden van een jonge generatie consumenten wordt de verpakking alleen maar belangrijker. Wijn moet de concurrentie aangaan met talloze andere dranken, de markt is overvol. Traditionele wijnbedrijven worstelen hier ook mee. Dat blijkt wel uit een overname die Gallo –een van ’s werelds grootste wijnbedrijven – onlangs deed met het merk ‘Whiny Baby’, wat zoveel betekent als ‘zeurende baby’. Dit merk, opgericht in 2020, blijkt een groot succes bij Gen Z. Gen Z is geboren tussen 1997 en 2012, dus echt nieuw op de markt – sommigen mogen niet eens wijn drinken. Met kleurige etiketten, alsof het limonadeflesjes zijn, kroonkurken en allerlei kreten op het label, zoals ‘obsessed’, wordt gemikt op consumenten die wijn te ingewikkeld vinden, te ‘intimiderend’. En dat helpt ze niet aan de wijn.

Maar rond wijnverpakkingen speelt veel meer. Behalve imago vooral ook duurzaamheid en een combinatie van de twee. Want goed beschouwd zijn bijvoorbeeld flessen helemaal niet duurzaam. Om flessen te maken is veel energie nodig, waardoor flessen, en zeker zware flessen, een grote CO2 voetafdruk hebben. Veel meer dan bijvoorbeeld transport in een container overzee, zoals uit Chili of Zuid-Afrika. Hoe lossen we dat op? Bijvoorbeeld door wijn anders te verpakken, zoals met de bag-in-box. 

Aankoop van een zak in een doos werd, zeker in Nederland, lang gezien als een minderwaardige vorm van wijndrinken. Albert Heijn verkocht ooit zijn goedkope Pinard in karton, maar daar zat geen zak in. Wellicht deed dat het imago geen goed. Maar inmiddels worden er steeds betere wijnen op deze manier verkocht, zodat deze verpakking geleidelijk aan een beter imago krijgt. Inmiddels zie je bij winkels als Albert Heijn ook meer en betere bag-in-box in het schap. Niettemin loopt Nederland nog achter bij Scandinavische landen. In Noorwegen en Zweden wordt inmiddels zo’n 50% van de wijn verkocht als bag-in-box. Omdat het imago daar ook veel beter is, kan de kwaliteit ook hoger zijn. Zelfs in Franse supermarkten zie je tegenwoordig veel goede wijnen als bag-in-box in het schap staan. Dat wil wat zeggen, want dit is van oudsher een heel traditionele markt, waarin de wijndrinkers niet eens een schroefdop willen in plaats van een kurk.

Maar, voor wie liever een fles opentrekt, ook op het gebied van flessen zijn er positieve ontwikkelingen. Zo lanceert het Spaanse bedrijf Torres, voorloper in duurzame ontwikkelingen, voor de Nederlandse horeca herbruikbare flessen, die worden gevuld vlak bij de Nederlandse grens, en daar ook weer terugkeren na gebruik. Dit zou moeten leiden tot een 50% lagere CO₂ uitstoot en een vermindering van 70% in watergebruik. Discounter Aldi wil af van alle capsules op wijnflessen van het eigen wijnmerk. Wat een grote hoeveelheid plastic en aluminium bespaart. Vaak zijn het maatregelen die voor wijndrinkers ontregelend kunnen zijn. Maar uiteindelijk is het onvermijdelijk dat de wijnsector verduurzaamt. En verpakking is een van de middelen, en bag-in-box een van de beste. Dat we ons daaraan moeten aanpassen, lijkt me logisch en onvermijdelijk.

Ronald de Groot, hoofdredacteur.

ColumnsNieuws

Overpeinzingen: Dominus breidt uit

Zomaar een bericht uit Napa Valley: Christian Moueix, eigenaar van Dominus, koopt een wijngaard van de buren erbij, twee percelen van in totaal zo’n 34 hectare. Dat lijkt, nader beschouwd, toch wel een teken van deze tijd: bijna-tachtigjarigen (Christian Moueix is van 1946) die nog vol in het leven staan en zelfs hun blik op de toekomst gericht houden. Op hetzelfde moment wordt in zijn thuisland, Frankrijk, hard geprotesteerd, waarbij een van de eisen is dat de pensioenleeftijd teruggaat van 64 naar 62 jaar. Ik wil daar niet over oordelen, maar het lijkt me dat je dan toch een beetje buiten de realiteit staat.

Terug naar Napa Valley. Dominus is een bijzonder wijngoed, even ten zuiden gelegen van het wijngoed van Mondavi, aan de westkant van het dal. De wijngaard is al in bezit van de familie Moueix – in Pomerol eigenaren van onder andere Château Trotanoy en Lafleur-Pétrus – sinds 1983. De wijn is voor Napa-begrippen zeer elegant. De druivenstokken zijn voor het grootste deel niet geïrrigeerd, wat voor Napa Valley uitzonderlijk is, en tegelijk een bewijs dat het wel degelijk mogelijk is. Overigens bezocht ik in het verleden ook oude wijngaarden van Mondavi in Napa Valley zonder irrigatie, dus in dat opzicht staat Dominus niet op zichzelf. Christian Moueix verwacht dat de hele wijngaard herplant moet worden, om aan de eisen van Dominus te kunnen voldoen.

De wijnmakerij van Dominus (foto: Ronald de Groot)

De aankoop komt op een bijzonder moment, of misschien ook niet. In Napa Valley is het crisis. Druiven die vorig jaar nog voor $ 15.000 per ton verkocht werden, blijven nu aan de stokken hangen omdat er geen kopers voor zijn. Ik weet niet hoe lang deze koop is voorbereid, maar ik zou me kunnen voorstellen dat dit gegeven de aankoopprijs heeft gedrukt. 

De problemen van Napa Valley en van de Californische wijnindustrie als geheel zijn snel gekomen. Ze kunnen moeilijk los worden gezien van de handelspolitiek – nou ja, als we al van een samenhangende ‘politiek’ mogen spreken – van de nieuwe president. Tijdens Cape Wine, afgelopen week, sprak ik met een paar Canadezen over de situatie daar. Canada heeft de verkoop van Californische wijnen volledig stilgelegd. Er staat geen fles meer in het schap. De boosheid over de Amerikaanse houding zit zo diep dat zelfs al aangekochte voorraden onverkocht blijven. Ook in andere landen lijkt de animo om Amerikaanse producten te kopen niet toegenomen. Ook is er wereldwijd een overschot aan rode wijnen, het belangrijkste product van Napa Valley. Tot overmaat van ramp daalt ook de binnenlandse wijnconsumptie in de V.S. al sinds een paar jaar.

Ook laat de politieke druk zich gelden. Vrijwel alle werk in de wijngaarden wordt gedaan door arbeidsmigranten, vaak afkomstig uit Mexico. Iedereen weet inmiddels hoe daar nu mee om wordt gegaan, wat er voor zorgt dat er een tekort aan arbeidskrachten ontstaat en de kosten voor de wijnbedrijven hoger worden, als ze al aan personeel kunnen komen. 

Ook de frequente natuurbranden zorgen voor problemen, gevolg van de door de huidige Amerikaanse regering ontkende klimaatverandering. Daardoor raakt de oogst beschadigd en stijgen de verzekeringspremies voor onroerend goed, wat ook weer de mensen met de laagste inkomens het hardste treft. Onlangs was er nog een grote brand bij het stadje Calistoga, die rond 9 september was bedwongen.

Bij alle negatieve nieuws mogen we rustig spreken van een perfect storm. Napa Valley mag dan ook blij zijn met mensen als Christian Moueix, die een lange-termijn-visie hebben en die, ondanks alle problemen, blijven geloven in de toekomst van deze bijzondere wijnstreek. Want dat Napa Valley bijzonder is, en grote wijnen voortbrengt, staat als een paal boven water. Het zou zonde zijn als de kwaliteit door een grote crisis als deze onder druk zou komen te staan.

Ronald de Groot, hoofdredacteur

ColumnsNieuws

Overpeinzingen: Het water wordt duur betaald

Met de klimaatopwarming nemen wereldwijd ook de watertekorten toe. Dat laat, logisch genoeg, ook de wijnbouw niet onberoerd. Het verhaal dat ik onlangs op deze plek schreef over Château Lafleur, is een mooi voorbeeld. Zoals ik op dat moment al inschatte, was het verhaal over het al dan niet (mogen) irrigeren het belangrijkste punt in het verhaal. Dat kwam ook naar voren bij wat ik achteraf hoorde toen ik in Bordeaux was. Daar werd gezegd dat de familie Guinaudeau in de kleine uurtjes was betrapt bij het illegaal bewateren van hun wijngaard. Kennelijk was een vlucht naar voren daarna de meest logische keuze.

Maar dit verhaal legt wel de vinger op de zere plek. Hogere temperaturen in combinatie met minder regen zorgen wel voor een toenemende waterstress in veel belangrijke, vooral zuidelijke wijngebieden. Want door de hogere temperaturen verdampt er meer water via de bladeren, dus bij gelijke regenval kan er toch droogtestress optreden waar dat in het verleden niet het geval was. 

Daarnaast zijn er door de klimaatverandering ook lange perioden met weinig of geen regen. Vooral in een land als Spanje heeft dat de afgelopen jaren tot nijpende situaties geleid. In Catalunya waren er lang niet genoeg druiven voor de producenten van Cava, wat de voorraden zal doen slinken.

Irrigatie zou een oplossing kunnen zijn, maar dan moet er wel irrigatiewater voorhanden zijn. In Aragón zijn er al protesten uitgebroken tegen waterslurpende datacenters, terwijl de omgevende dorpen en landerijen uitgedroogd zijn en geen water meer hebben. Irrigeren is dus geen optie: het water is gewoon op.

Deze situatie doet zich ook elders voor, zoals in Chili, waar waterrechten gaan naar telers van avocado’s terwijl de omliggende dorpen geen water hebben. Sommige wijnbouwers daar schakelen al over op wijngaarden zonder irrigatie, omdat er ook in de grond niet meer voldoende water is om zelfs toegestane quota op te pompen. Consequentie is dat de opbrengsten lager zijn.

In feite zijn er in de wijnwereld grofweg twee mogelijkheden. Sommige wijngebieden kunnen niet zonder irrigatie bestaan, en andere wél, dus daar is geen strikte noodzaak. In Mendoza, Argentinië, is wijnbouw zonder irrigatie, met zo’n 200 mm neerslag per jaar, domweg onmogelijk. Er liggen hier dan ook eeuwenoude irrigatiekanalen om landbouw mogelijk te maken. In streken waar het zonder kan, gaat het om hogere rendementen, en soms ook een betere kwaliteit druiven met irrigatie. Daar is het als bij een deurbelcamera. Als je buurman het heeft, moet jij het ook. Anders oogst hij/zij meer dan jij. En kan je worden beconcurreerd met goedkopere wijnen.

Waterreservoir van Lomond, in Cape Agulhas

Afgelopen week was ik in Zuid-Afrika, en het valt iedere keer weer op hoe de lokale producenten hun waterprobleem zélf proberen op te lossen. Een grote wijngaard zonder eigen kunstmatig meer, om zelf regenwater op te vangen, zie je daar eigenlijk niet. 

In Europa ligt dat anders. Onlangs riep Gérard Bertrand de Franse regering op om een kanaal aan te leggen om water van de Rhône naar de Languedoc te brengen. Misschien geen gek idee, maar wel typisch Frans. Als er een probleem is, moet de overheid dat maar oplossen. En met een overheid die platzak is, zoals de Franse, gaat dat niet gebeuren.

Je zou ook kunnen bedenken dat de aanplant van populaire rassen die veel water verbruiken, zoals merlot, een gepasseerd station is. Of dat je beter wijnstokken in bosjes aan kunt planten dan op draden, omdat de druiven beter in de schaduw hangen en minder water nodig hebben. Al is dat meer werk. Of investeren in onderstokken die weinig water verbruiken. Er zijn zeker producenten die dat doen, maar de wijnsector als geheel moet beseffen dat de toekomst met de klimaatverandering aanpassingen vereist, die grotendeels door de producenten zelf moeten worden gedaan.

Het simpelweg eisen dat je moet kunnen irrigeren op plekken waar dat niet strikt noodzakelijk is, is denken op korte termijn, en op de lange termijn niet duurzaam.

Ronald de Groot, hoofdredacteur.

ColumnsNieuws

Help! Mijn wijn is bio!

PostNL heeft het heel moeilijk. Op zich niet zo gek. We versturen met zijn allen vrijwel geen kaarten en brieven meer. Dus moeten de kosten die gemaakt worden verdeeld worden over veel minder poststukken. Wij ondervinden het aan den lijve. Het versturen van Perswijn kost tegenwoordig een klein vermogen. We zijn bijna meer kwijt aan porto dan aan drukkosten. Bij de verzending van #5 kwam het gewicht volgens PostNL uit op 352 gram, twee gram boven de ‘magische’ grens van 350 gram. En dan kost verzending plotseling zo’n 1 euro per exemplaar (!) meer. Na rijp beraad hebben we nu moeten besluiten het blad lichter te maken, want dit willen we niet nog eens meemaken. Er was ook weinig coulance met deze zeer geringe overschrijding. PostNL is na de overname van Sandd zo’n beetje monopolist in de postbezorging – althans de enige landelijke. Dus als klant ben je machteloos.

Ander probleem uit het PostNL-nieuws is dat het bedrijf is gestopt met de verzending van pakketten naar de V.S. Maar dat ligt niet aan PostNL. De regels voor de inklaring van pakketten en de tarieven voor de import zijn niet duidelijk, dus alles ligt stil. Bij de Amerikaanse douane is het totale chaos, omdat voorheen pakketjes tot 800 dollar vrij mochten worden ingevoerd, maar nu niet meer. Zo langzamerhand weet niemand meer waar hij aan toe is. Je krijgt het idee dat de nieuwe president vooral uit is op het creëren van chaos. Als dat zo is, dan heeft hij in elk geval veel succes.

Het kan ook zijn dat de Amerikaanse douane andere zaken aan het hoofd heeft. Zoals het tegenhouden van Europese biologische en biodynamische wijnen. Dat komt naar voren uit een bericht van een kleine Franse wijnproducent, die een waarschuwing van zijn Amerikaanse importeur naar buiten brengt. Deze meldt het volgende: ‘Vanwege de nieuwe, veel strengere handhaving van de biologische etikettering door de Amerikaanse overheid is het absoluut noodzakelijk dat de woorden biologisch, bio en biodynamique niet op het etiket van een wijnfles of verpakkingsdoos staan. Bovendien mag het biologische groene blad van de EU op geen enkel flesetiket of verpakkingsdoos zichtbaar zijn. Het proces in de VS voor het labelen van de wijnen als biologisch zou ons elk jaar verplichten om het papierwerk dat u indient bij de Franse overheid en de certificering die zij u geven in te dienen bij de TTB (het Alcohol and Tobacco Tax and Trade Bureau).’ Aangezien dit veel rompslomp en tijd vergt, kan een kleine importeur dat voor kleine partijen niet met goed fatsoen volhouden.

De consequenties kunnen ernstig zijn. ‘De nieuwe aangescherpte regels zullen resulteren in een zorgvuldigere controle van onze zendingen. Als wijnetiketten (ook op de verpakkingsdozen) woorden of afbeeldingen bevatten die verwijzen naar biologische wijn, moeten niet alleen uw wijnen, maar ook onze hele container wijn in de Amerikaanse haven worden bewaard en mogelijk op onze kosten terug naar Frankrijk worden verscheept. Ze kunnen de wijn ook gewoon vernietigen. De kosten hiervan voor ons en de verstoring van de levering aan onze klanten zouden voor ons bedrijf rampzalig zijn.’ Vooral voor kleine wijnboeren in EU-landen is dit een moeilijk verhaal. Om voor kleine partijen wijn weer nieuwe etiketten te laten drukken is duur en omslachtig. Wel biedt de importeur in kwestie aan om de kosten daarvoor te delen. De dozen mogen nog wel worden gebruikt: ‘Het is niet nodig om nieuwe verzenddozen te bestellen als ze biologisch of bio zijn of als het blad op de doos zit. Deze woorden kunnen worden gemarkeerd met een zwarte permanente marker of worden bedekt met een sticker. Er zijn geen uitzonderingen toegestaan op de nieuwe regels en er is geen ruimte voor fouten. We hopen dat u de noodzaak begrijpt voor ons om te voldoen aan de overheidsvoorschriften, zelfs als we denken dat ze dom zijn.’

Domaine Gassier – Château de Nages in Costières de Nîmes heeft mooie biologische wijngaarden

Het is een probleem van deze tijd. Overheden en politici bezweren ons dat ze regels willen schrappen en terug willen naar eenvoudiger procedures en een efficiënt werkend overheidsapparaat. Maar de praktijk is dat er steeds meer regels bij komen, en oude regels niet worden afgeschaft, ook al zijn ze nutteloos en overbodig. Het probleem is dat dit prijsverhogend werkt voor alle consumenten. En het lijkt er op dat kleine marktpartijen de dupe zijn. Big Tech is ook aan regels onderworpen, maar die huren een leger dure advocaten of dezelfde president in om er onder uit te komen. Natuurlijk, er zijn verschillen in regels voor biologische wijn in de E.U. en in de V.S. Maar aan het hanteren en handhaven van dit soort regels heeft niemand wat.

Ronald de Groot, hoofdredacteur

Columns

Overpeinzingen: Château Lafleur gaat vreemd

Afgelopen week kwamen er twee ‘brieven’ in de elektronische brievenbus van Château Lafleur, producent van een van de beroemdste wijnen van Pomerol. De eerste brief meldde dat de familie Guinaudeau, de eigenaren, met ingang van de oogst 2025 hun wijnen op de markt zouden brengen als ‘Vin de France’ in plaats van als ‘Pomerol’. En dat vanwege de klimaatverandering. Omdat de brief geen verdere uitleg gaf over de achtergrond van deze stap, riep deze meer vragen op dan dat hij antwoorden gaf. Ongetwijfeld was ik niet de enige met vooral veel vragen over het waarom, want alleen ‘klimaatverandering’ zegt niet zoveel, bovendien is Lafleur niet het enige château dat met de gevolgen wordt geconfronteerd. Gelukkig kwam er vrijdag een tweede brief, met een uitleg over de redenen die de familie had voor deze drastische stap.

 

Château Lafleur is in bepaalde opzichten uniek. Het ligt aan de rand van het centrale plateau van Pomerol, buurman van Pétrus en Vieux-Château-Certan. Wel is de wijn heel verschillend van Pétrus – niet van Vieux-Château-Certan- door zijn hoge aandeel cabernet franc. Ook uniek is dat het een van de weinige – misschien wel het enige – topchâteau in de Bordeaux is waarbij de familie nog zelf in de wijngaard werkt. In dat opzicht meer Bourgogne dan Bordeaux, eigenlijk.

Ik twijfelde eerlijk gezegd of ik aan deze stap eigenlijk wel uitgebreid aandacht zou willen geven. Ik zag – en zie het misschien nog steeds – als een vorm van aandachttrekkerij. Veel bedrijven zijn Lafleur al voorgegaan, en er zullen er vast nog volgen. Artadi en Rioja. De leden van Corpinnat en Cava. Het zijn maar een paar voorbeelden.

Ook speelde een rol dat velen in Bordeaux met dezelfde problemen worstelen. Lafleur noemt ze in de uitleg allemaal op, met de afgelopen zomer als voorbeeld. Wel genoeg regen in de winter, maar een extreem droge maand maart die dat effect teniet deed. Hittegolven in de zomer met temperaturen van ruim boven de veertig graden. Tussen 20 mei en 20 augustus viel er, tijdens de hitte, geen regen van betekenis.

De gevolgen zijn duidelijk: grote waterstress, door te weinig regen, in combinatie met extreme verdamping. Lafleur somt de maatregelen op die zijn genomen om dit probleem aan te pakken. Zoals een lagere hoogte van de rijen, om de bladeren minder te laten verdampen. Een dichter bladerdek bij de druiven, om meer schaduw te creëren. Het geven van water, om de extreme waterstress te bestrijden.

Binnen de regels voor het maken van Pomerol is alles exact gedefinieerd, zoals bijvoorbeeld de rijhoogte, dus als je je daaraan niet houdt, verlies je de appellation. Als ik de brief goed lees en interpreteer, is de grootste ‘overtreding’ dat er water is gegeven op een moment dat dat officieel (nog) niet mocht. De familie schrijft ook dat men zich heeft geërgerd aan de late toestemming om alsnog te mogen irrigeren. Deze kwam op 22 augustus, een paar dagen voor de oogst op Lafleur begon – dus te kort voor de oogst. Een begrijpelijke ergernis.

In de brief worden een paar maatregelen opgesomd die de familie zou willen nemen, maar die niet zijn toegestaan binnen de huidige regels van de appellation. Denk aan lagere plantdichtheid, tot zelfs onder de 5000/ha (nu is 5500 de grens), om het watertekort op te vangen met minder stokken. Of een veel lagere rijhoogte, om minder verdamping te krijgen. Zelfs het mogen toepassen van middelen om de zon te weren en meer schaduw te creëren. Natuurlijk zijn ook andere châteaux hier mee bezig, bijna alle grote namen eigenlijk, maar dan gewoon binnen de regels.

Een van de echte redenen dat ik twijfelde om er over te schrijven, is dat het voor mijn gevoel ook iets lafs heeft. Waarschijnlijk geheel ten onrechte, maar ik kon dat gevoel niet goed onderdrukken. Ik heb in de geschiedenis die ik met Bordeaux heb, al veel mindere jaren meegemaakt. Door vorst, door regen, door kou, hagel, noem maar op. Waarom kun je als producent niet (meer) accepteren dat een jaar minder geslaagd is, in dit geval door de hitte en de droogte? Als je het INAO vraagt om het mogen toepassen van bescherming tegen de zon, dan zou je ook om bescherming tegen de regen kunnen vragen, of verwarming bij koude of vorst. Of vragen of je de druiven in een kas zou mogen zetten. Goed, nu overdrijf ik, maar waar ligt de grens? Natuurlijk, als je je flessen verkoopt voor honderden euro’s per fles, is een mindere oogst niet leuk, maar op een gegeven moment wordt het ook dodelijk saai als je alle invloed van de natuur buitensluit en alleen nog maar goede oogsten hebt, jaar na jaar.

Maar ja, Lafleur verkoopt zijn wijnen toch wel, Vin de France of niet. Zelfs als alle oogsten in de toekomst geslaagd zijn. Gelukkig vind ik ze gewoon te duur.

Ronald de Groot

Kopstoot - Borrelpraat
Columns

Borrelpraat – de kopstoot

De rubriek over dranken die de eetlust opwekken en gesprekken op gang brengen

 

Deze keer: de kopstoot

De dag dat de coronalockdown werd uitgeroepen, zaten we in het Amsterdamse bruine café De Engelse Reet. We aten een hardgekookt ei en voor ons op tafel stond een kopstootje: een vers getapt pilsje met een jonge jenever ernaast. In Amsterdam wordt het duo ook wel een ‘stelletje’ genoemd. De jonge jenever kon vroeger ook een ‘lichte angst’ zijn (jonge jenever met een tik Angostura bitter). Variaties daarop waren ‘oude angst’ (met oude jenever) of een ‘katsie’ (jonge jenever met een tik Catz Elixer). Elk café had wel een stelletje staan met drie tot zes elixerflesjes erin. Hoe zat het ook alweer met jonge en oude jenever?

Ooit werd alle jenever gemaakt van 100% moutwijn, dat ook de basis vormt van whisky en bier. Door de uitvinding van de kolomdistillatie kon men plots uit goedkope gewassen (zoals melasse) neutrale alcohol stoken. De aroma’s en smaken van de granen verdwenen grotendeels en de jeneverbes kreeg een steeds prominentere rol. Jonge jenever hoeft nog maar minimaal 1,5% moutwijn te bevatten. De toevoeging ‘oude’ in oude jenever heeft, anders dan veel mensen denken, niets met de leeftijd of rijping te maken. Oude jenever bevat simpelweg meer moutwijn dan jonge jenever (minimaal 15%) en lijkt daarmee dus meer dan jonge jenever op de jenever van vroeger. Sommige oude jenevers rijpen op houten vaten, hoewel ook karamel als kleurstof wordt gebruikt. Aan oude jenever mag bovendien suiker toegevoegd worden.

Van oudsher vormt jonge jenever een klassiek duo met een pilsje. Beide glazen worden op de bar neergezet. Het tulpglas met een kopje erop oppakken is een doodzonde: eerst moet er geslurpt worden. Daarna neem je een slok bier en mogen de glazen desgewenst naar een tafel verplaatst worden. De mensheid is verdeeld over de vraag waarom dit duo zo populair is: dient het slok bier om de afdronk van de sterke drank te verzachten (in het Engels spreekt men van een ‘chaser’) of is de sterke drank om het bier op te peppen? Dezelfde vraag kan gesteld worden bij de varianten uit andere landen. Zo kent het noorden van Duitsland het ‘Herrengedeck’: een Korn met een glas bier. Finland heeft de ‘kossu-olut’, een (bij voorkeur) lokaal pilsje met een ‘kossu’ (Finse wodka uit gerst) ernaast. In Zuid-Korea wordt men graag snel dronken met een ‘somaek’. De naam is een samentrekking van ‘soju’ (een Zuid-Koreaans rijstdistillaat) en ‘maekju’ (het Koreaanse woord voor bier). Waar van een kopstootje en een Herrengedeck meestal rustig genipt wordt, worden de varianten in Finland en Zuid-Korea in een keer achterover geslagen.

Drink je (sterke) drank niet naast maar in je bier, dan heb je een heuse biercocktail. Klassiek is een ‘Berliner Weiße mit Schuss’, een ietwat zurig bier uit tarwe en rogge, dat veel mensen alleen te drinken vinden met een scheutje siroop erdoor. Ook Frankrijk kent biercocktails, vaak op basis van Picon, een ‘amer’ (bitter) uit Marseille. Giet een borrelglaasje Picon in een plaatselijk pils en je hebt een ‘Picon Bière’. Dit drankje is vooral populair in en rondom de Franse biercentra Lille en Straatsburg, maar ook in Luxemburg en België wordt het veel besteld. In Leipzig mengt men, net als in Berlijn, graag siroop door het zure lokale Gose Bier. Soms zet men naast datzelfde bier een Leipziger Allasch (een karwijzaadlikeur). Biercocktails en stelletjes. De mixen zijn verfrissend in de zomer, terwijl kopstootjes uitermate geschikt zijn om een koude winterdag mee door te komen. Niet voor niets spreekt men in Leipzig respectievelijk van een ‘Regenschirm’ en ‘Sonneschirm’. Iets in of naast je biertje. Vroeger om snel dronken te worden of slechte kwaliteit te verbloemen, tegenwoordig ook gewoon omdat het lekker is. En: experimenteren mag. Probeer bijvoorbeeld eens een Saison met een roggejenever, een Weizenbock met een oude vatgerijpte jenever of een Rauchbier met een goede gelagerde korenwijn. Vroeger vloeken in de kerk, tegenwoordig hip!

 

Thijs Akkerman

 

 

 

Columns

Overpeinzingen: Alcoholvrije wijn? Lastig verhaal

Als je een wijnblad maakt, zoals wij, komen bij de redacteuren voortdurend nieuwe ideeën langs voor proeverijen en artikelen. Bij wijn is dat ook niet bijzonder moeilijk. De keuze is reuze, laten we maar zeggen. Er zijn altijd wijngebieden en wijnboeren in opkomst. Elke nieuwe jaargang brengt weer andere wijnen voort. Er is altijd wel een relletje te melden of een of andere vorm van opschudding. Never a dull moment, mogen we wel zeggen. Maar vreemd genoeg, toen iemand onlangs riep dat we maar eens uitgebreid zouden moeten schrijven over alcoholvrije wijnen, werden we niet enthousiast. Dat er wijndrinkers zijn die overstappen naar alcoholvrij, prima natuurlijk. Maar van alcoholvrije wijnen worden we tot nu toe niet heel blij. Het klinkt misschien vreemd, maar als je gewend bent aan het drinken van wat zoetige wijnen zonder veel smaak, dan is de overstap niet zo moeilijk. Maar dat type wijn en dat type wijndrinker, daar richten wij ons nu eenmaal niet op. Wij kijken naar kwaliteit en karakter – niet te verwarren met duur, overigens. Want de grootste sport is het vinden van goede, betaalbare wijnen. En veel alcohol hoeft ook helemaal niet. Er zijn prachtige zoete Duitse Rieslings op de markt met weinig alcohol, die heel fijn en intens van smaak zijn. Maar smaak en aroma, daar draait het om.

Voor het volgende nummer van Perswijn sprak ik hierover met Ulrich Fischer, Hoofd van het Institut für Weinbau und Oenologie in Neustadt a/d Weinstrasse. Hij is een autoriteit op het gebied van aroma’s in wijn, waarnaar hij veel onderzoek heeft gedaan. Uit dat onderzoek blijkt dat je onder de 5% eigenlijk smaaktechnisch geen wijnbeleving meer ervaart. Bij bier zonder alcohol is dat minder het geval. Fischer verklaart dat met het veel kleinere verschil in alcohol tussen bier mét en zonder alcohol, bij pils zo’n vijf, zes procent. Veel minder dan bij wijn van pakweg 12%. Ook zijn bierproducenten al veel langer bezig met deze technologie. Bovendien helpt het koolzuur bij de smaakbeleving. Dat is bij wijn overigens ook zo. Mousserend met weinig alcohol of zonder alcohol is naar verhouding nog een aardig alternatief. De beste ‘wijn’ zonder alcohol die ik tot nu toe proefde was ook een mousserende wijn, van het Spaanse wijnhuis Torres. Volgens Fischer zijn er wel technieken mogelijk om meer smaak te geven, zoals schilcontact bij witte wijnen, maar het ‘haalt’ het toch niet bij het oorspronkelijke product, mét alcohol.

Je moet eigenlijk concluderen dat alcoholvrije wijn ‘maar’ een drankje is, en eentje met niet zoveel smaak, vaak opgekrikt met veel suiker. Waarom zou je dat drinken, en waarom zouden wij daar aandacht aan moeten besteden?

Onlangs waren we bij restaurant Nazka in Amsterdam. Naast het wijnarrangement wordt hier een ‘botanic pairing’ geserveerd, met drankjes die net als de wijn aansluiten bij de gerechten. Dit op basis van kruiden, vruchtensappen en zelfs paddenstoelen. Allemaal drankjes met écht veel smaak, en ook niet te zoet. Geen uitgeklede wijn, maar aangeklede, volwassen alternatieven. Sterker nog, bij een van de gerechten, een ceviche met een heel licht zoete aardbeiensaus sloot de ‘botanic pairing’ beter aan bij het gerecht dan de nét iets te zoete Brachetto d’Aqui van de wijnpairing. Kijk, dat bedoel ik. Waarom krampachtig alcoholvrije wijn willen drinken om mee te doen, terwijl er zulke uitstekende, smaakvolle alternatieven voorhanden zijn? Ik zou het niet weten.

En nu… vakantie. Mijn eerstvolgende overpeinzing verschijnt op maandag 1 september.

Ronald de Groot

 

 

Columns

Overpeinzingen: Suzuki-perikelen

Dit weekend stond er in de Volkskrant een interessant en genuanceerd artikel over de ‘gifbom’ aardbei. Op aardbeien worden naar verhouding veel bestrijdingsmiddelen gevonden. Nu zijn daar, zo meldt het artikel, normen voor, die in enkele gevallen worden overschreden. Deze normen zijn echter heel streng, zodat een lichte overschrijding hiervan niet direct tot een gezondheidsrisico leidt. De officiële gezondheidsrisico’s zijn berekend op de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen en kilo’s lichaamsgewicht, zegt onderzoeker Daniel Figueiredo, van de Universiteit Utrecht in het artikel. ‘Als je de blootstelling aan pesticiden onderzoekt, moet je eerst de microgrammen gif terugrekenen naar de portie die je eet en dat verdelen over het eigen lichaamsgewicht. Met de hoeveelheden bestrijdingsmiddel uit de steekproeven wordt het dan lastig om deze zogeheten acceptable daily intake (ADI) te overschrijden. “Ik betwijfel of een kind een hele emmer aardbeien opeet”, zegt Figueiredo. “En dat dan elke dag hè, want daar is die grens op afgesteld.”

Ik moet even terugdenken aan de uitzending van Nieuwsuur, waarvoor ik enige tijd geleden was gevraagd. Dat item ging over PFAS in wijn. Ik had het item goed voorbereid, door goed te kijken naar de in de wijnen gevonden hoeveelheden PFAS en wat daar de consequenties van konden zijn. Het was net als met de aardbeien. De hoeveelheden waren zo gering, dat je zo’n 200 glazen wijn per dag zou moeten drinken om boven de toegestane drempelwaarde te komen. Daarnaast constateerde ik dat het onderzoek waarop het item was gebaseerd, niet representatief was. Op basis van het onderzoek kon niet worden geconcludeerd dat de PFAS in de wijn onomstotelijk in de wijn terecht zouden zijn gekomen door het gebruik van pesticiden. Onder meer omdat ook in sommige biologische wijnen veel PFAS werd gevonden en omdat de omvang van de steekproef veel te klein was. Mijn kritische opmerkingen haalden de uitzending niet. Ik kreeg de stellige indruk dat ze niet pasten in het ‘frame’ van de uitzending, namelijk dat het zorgelijk was dat er PFAS in wijn zat en dat het gebruik van pesticiden verwerpelijk is. Van Nieuwsuur had ik dit niet verwacht, eerlijk gezegd.

En, natuurlijk, andere tv-programma’s gaan ongegeneerd nog een stap verder. In een uitzending van het praatprogramma Humberto van 19 juni werden zelfs pertinente onwaarheden over het gebruik van pesticiden verkondigd. Nota bene een medewerker van het kritische onderzoeksprogramma Keuringsdienst van Waarde, Marijn Frank, zei daar dat een middel dat (onder andere) wordt gebruikt om kersen tegen suzuki-vliegjes te beschermen, Tracer, glyfosaat zou bevatten. Achteraf erkende ze dat ze de klok had horen luiden, maar niet wist waar de klepel hing. Humberto zond achteraf nog een vorm van rectificatie uit, maar het kwaad was natuurlijk al geschied.

Het is droevig te constateren dat nieuwsmedia, met name op televisie, continu op zoek lijken naar het laatste relletje. Niet alleen op het vlak van politiek, maar ook bij dit soort onderwerpen. Een actiegroep als PAN, het Pesticide Action Network, speelt daar handig op in. Dit was betrokken bij zowel het bericht over PFAS in wijn als bij de acties rond de ‘gifbom’ aardbei. Deze actiegroep leeft van dit soort opschudding, gegenereerd door knullig opgezette onderzoekjes. Ik heb nog een aardig nieuwtje voor ze: zelfs mensenvlees bevat tegenwoordig zoveel PFAS dat consumptie wordt afgeraden. Ideetje?

Met alle opschudding over de bescherming van kersen moeten we ons realiseren dat ook de wijnbouw in de greep is van de suzuki-vlieg en hoe zich daar tegen te beschermen. De suzuki-vlieg is een exoot, en een speciaal soort fruitvliegje dat gedijt op rijp fruit, dus op rijpe druiven. Het vliegje rukt de afgelopen jaren sterk op door de warmte in onze streken, als gevolg van de klimaatopwarming. Het vliegje boort door de schil en zorgt dat zich azijn in de druif vormt. Als je niet oppast, is je hele oogst in een paar dagen onbruikbaar, waardoor een heel jaar hard werken teniet wordt gedaan. Wijnboeren doen er alles aan om dit te voorkomen. Voortdurend opletten, geurvallen, bestrijdingsmiddelen, het opofferen van een hele rij druiven, alles wordt in stelling gebracht.

Het middel Tracer, in de uitzending van Humberto genoemd, is daarbij officieel nog niet toegestaan, omdat nog niet alle procedures zijn doorlopen. Kersentelers hebben er een ontheffing voor. Het is nota bene een natuurlijk product, dus biologisch geproduceerd. Misschien zouden de (praat)programma’s eens kunnen gaan over ingewikkelde regelgeving en stroperige bureaucratie. Maar ja, dat is oud nieuws, en geen lekker relletje.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: Catastrofe of geen catastrofe in Duitsland?

Een opvallend bericht, rond half juni. ”Duitse wijnsector op rand van catastrofe. Meer dan de helft van de Duitse wijnproducenten dreigt failliet te gaan.” Was getekend, ‘Initiative Zukunft Deutscher Weinbau (ZDW)’, een vereniging van wijnmakers die alarm slaat over de toekomst van de sector.

Tja. De laatste tijd is de noodklok al zo vaak geluid, dat we er enigszins afgestompt van zijn geraakt, ik althans wel. Wat ook geldt voor het zo immens populaire fenomeen ‘brandbrief’. Die hebben we de afgelopen maanden ook in hoog tempo langs zien komen. Wat de luiders van noodklokken en de verzenders van brandbrieven precies proberen te bereiken, is me niet altijd duidelijk. En ook niet altijd wie er achter zit.

In het geval van boeren komt daar nog altijd bij dat ze een soort knuffelbaarheid hebben, het grote publiek heeft al snel medelijden met zielige boeren. Hier in Frankrijk, waar ik op dit moment verblijf, is dat zeker zo. De macht van de boeren gaat hier ver. Ik schonk wat Oostenrijkse wijnen tijdens een etentje. Ik kreeg te horen dat die hier in de supermarkt niet te koop zijn, want dat zouden de wijnboeren hier niet accepteren. Lidl en Intermarché hebben Spaanse wijnen uit de schappen gehaald, uit angst voor de boeren.

Daar staat tegenover dat boeren tegenwoordig heel moeilijk is. Droogte, noodweer, afhakende consumenten, anti-alcohol-lobby, er komt veel op ze af. Als we kijken naar de Nederlandse situatie, dan is het ook duidelijk hoe moeilijk het is. NRC schreef dit weekend dat er onder geen andere beroepsgroep in Nederland zoveel zelfdodingen voorkomen als bij boeren. Tussen 2013 en 2023 kwamen gemiddeld 17 per 100.000 agrariërs om het leven door suïcide. Het gaat om meerdere boeren per maand, al tien jaar lang, zo schrijft de krant.

Blijft de vraag wat we van deze door de vereniging van wijnbouwers verkondigde boodschap moeten denken. Ik sprak er over met Lars Daniëls, die stelt dat het verhaal vooral geldt voor bedrijven die niet met hun tijd meegaan, en die de verkopen op het wijngoed zien dalen. Als je bepaalde wijngoederen bezoekt, zie je nogal eens een wildgroei aan verschillende cuvées, omdat de boeren bang zijn vaste klanten te verliezen als ze een bepaalde geliefde wijn niet meer in de verkoop hebben. Dan maken ze er liever een nieuwe bij, zodat de klanten op een gegeven moment door de bomen het bos niet meer zien. Dat is maar een deel van het verhaal, want ondertussen zie je dat Duitse kwaliteitswijnen internationaal steeds beter scoren. Tegelijk komen heel steile hellingen langs de Moezel braak te liggen, doordat men geen opvolging en arbeiders meer heeft. Maar het is ook een economische waarheid. Bepaalde delen van de Mosel hebben hun wijnen altijd te goedkoop verkocht of moeten verkopen, en nu de verkoop afneemt, komt men in de problemen, aldus Lars. Jonge wijnboeren van Generation Riesling, zijn dan ook veel minder pessimistisch. Rode draad: wijnboeren moeten zich voortdurend aanpassen, je moet steeds vooruit blijven denken. En op zich is het niet erg dat er minder wordt gedronken, als mensen bereid zijn meer uit te geven voor een goede fles, een trend die je ook ziet.

En, laten we eerlijk zijn. Als in Nederland in korte tijd drie sterrenrestaurants hun zaak sluiten, zoals afgelopen week bekend werd, vanwege hoge kosten en personeelsgebrek, dan wordt dat voor kennisgeving aangenomen. Er wordt niet verwacht dat de overheid steun verleent. Ook van wijnboeren mag worden verwacht dat ze op zijn minst een poging doen zich aan te passen, en niet meteen moeten denken dat iemand anders ze helpt als ze niet met hun tijd meegaan.

 

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Elk nadeel heeft zijn voordeel

Als je in Frankrijk zit, zoals ik op dit moment, en de temperaturen liggen elke dag ruim boven de dertig graden, dan wordt het soms erg verleidelijk om even helemaal niets te doen. Even geen overpeinzing schrijven, bijvoorbeeld. Het idee dat je op een gegeven moment AI in kunt zetten, lijkt in dat opzicht een wenkend perspectief. Ik heb het wel eens eerder geprobeerd, een overpeinzing laten schrijven door AI, maar dat was geen succes. Maar het schijnt dat de ontwikkelingen heel snel gaan. Een vriend hier, met wie ik afgelopen week in de auto zat op weg naar een proeverij in de Corbières, kon het niet laten een proefballonnetje op te laten. Hij sprak het volgende in op zijn telefoon: ‘Hoe oud is Ronald de Groot van het wijnblad Perswijn?’ Het antwoord was behoorlijk consistent: ‘Het is niet exact te achterhalen hoe oud Ronald de Groot is op basis van de beschikbare informatie. Er is geen geboortedatum van hem te vinden.’ Kijk, dat is het voordeel als je niet op – bijvoorbeeld – Facebook zit. Gemini vervolgt: ‘Wel is bekend dat hij in de jaren tachtig “echt actief” werd in de wijn, en mede-oprichter en hoofdredacteur van Perswijn sinds de oprichting in 1988. Dit suggereert dat hij al ruime ervaring heeft in de wijnwereld.’ Hm. Helemaal niet slecht. Maar hoe oud? Dat weet Google niet.

Bij de gemini-app van mijn medereiziger werd er nog uitgebreider op ingegaan. Inclusief citaten uit eerdere overpeinzingen, die zijdelings iets zeiden over mijn mogelijke leeftijd. Dat is wat AI doet, het internet afstruinen en overal stukjes vandaan plukken. In dit geval nog netjes met bronvermelding, maar veelal ook niet. Geen tekst op het web is veilig voor AI. Het zo vrijelijk gebruiken van andermans teksten vind ik een van de grote bezwaren tegen AI. Teksten hebben een eigenaar: de auteur. Daar is domweg geen respect (meer) voor.

Maar goed, mocht ik op het idee komen AI zo’n overpeinzing te laten maken, dan zal ik toch zelf het onderwerp moeten aandragen, vrees ik. Of zou AI dat zelf nu ook al verzinnen? En daarna een stukje schrijven in mijn stijl? Dat zou heel bijzonder zijn, maar je weet nooit.

Zo’n onderwerp kan het druivengebruik zijn in Franse wijnappellations. Bij onze proeverij in de Corbières werden we maar weer eens geconfronteerd met de beperkingen die de appellations opleggen aan de druiven die gebruikt mogen worden. De belangrijkste is waarschijnlijk wel dat dit soort appellationwijnen nooit van één druif mogen worden gemaakt, er moet altijd sprake zijn van een blend van meerdere, minimaal twee.

Is dat een handicap of niet? Lastig te zeggen. Voor bekende appellations is de waarde van de appellation groot. Voor minder bekende speelt dat minder. Bij de Corbières bijvoorbeeld, zou je dat kunnen denken. Het doel van de verplichting is dat je alleen zo een ‘getypeerde’ wijnen kunt maken, met eigen, lokale druiven. Als je exotische druiven, zoals bijvoorbeeld cabernet voor rood of chardonnay voor wit gaat toestaan, gaat dat karakter verloren. Maar veel consumenten willen eendruifswijnen, en die kun je op die manier dus niet maken.

Maar met de komst van resistente of nieuwe druiven van elders kan dit systeem ook voordelen bieden. Want omdat bij appellationwijnen geen druiven op het etiket staan, hoeven ook eventuele resistente of andere druiven in de toekomst niet vermeld te worden. Bordeaux heeft voor een aantal experimentele rassen – overigens niet per se resistent – zelfs verboden deze op het etiket te vermelden. Kennelijk uit angst dat de consument zou denken dat Bordeaux Bordeaux niet meer is. Dat gaat wel weer ver. Maar dat dit nadeel ook als een voordeel kan uitpakken, lijkt me niet onwaarschijnlijk.

Ronald de Groot

 

1 2 3 4 84
Page 2 of 84