Afgelopen week was ik en ook de komende dagen ben ik ondergedompeld in het jaarlijkse primeur-circus van Bordeaux. Toegegeven, een echte bubbel. Maar toch dringt het nieuws van buiten wel in de bubbel door. Vooral ook omdat het nieuws eigenlijk niet zo goed te bevatten is. Alsof er tegenwoordig een soort losgeslagen peuter achter de knoppen zit van een van de machtigste landen ter wereld. In The New York Times werd dit treffend beschreven als een ‘new level of madness’.
Want dit soort nieuws is voor de wijnboeren hier wel belangrijk, natuurlijk. Bordeaux zit al in een flinke dip, en hogere exporttarieven naar de V.S., toch een belangrijke markt, maken de situatie er niet florissanter op. Het vreemde van dit soort tariefmaatregelen is natuurlijk ook dat je niet alleen producenten treft. Ook de wijnhandel in de V.S. zelf zal er onder lijden, zelfs de horeca. Maar goed, ik hoef niet uit te leggen hoe dom het allemaal is. Wel merk je hier in Frankrijk dat mensen gevoeliger blijken te zijn voor dit soort externe factoren dan bijvoorbeeld bij ons. Afgelopen vrijdag waren we in een restaurant waar we vaker komen, maar het was nu vrijwel uitgestorven. We vroegen de bediening wat er aan de hand was. ‘Sinds de oorlog in Oekraïne en nu het rumoer rond de Amerikaanse president, merken we dat er minder gasten komen. Het is rustiger geworden in de horeca. Daar komt bij dat er ook meer restaurants zijn gekomen’. Het lijkt erop dat Fransen wat fatalistischer zijn ingesteld, minder optimistisch dan wij. Op de châteaux krijg je te horen dat het vooral de duurdere wijnen zijn die moeilijker verkocht worden, daarbij houden de consumenten de hand op de knip.
Iedereen kan begrijpen dat dit voor de wijnboeren hier in Bordeaux geen goed nieuws is. Met minder verkopen in eigen land, waar de horeca niet lekker draait, en minder verkopen van rode wijnen in het algemeen, is de handel lastig. De ‘tariefturbulentie’ die we nu zien, vlak voor de primeurverkopen van een toch al lastig jaar, zijn wat we noemen de ‘perfecte storm’. Uit andere wijngebieden komen al berichten dat Amerikaanse importeurs hun import van wijn even ‘pauzeren’. Niet zo vreemd, als je van te voren niet weet hoeveel het nieuwe importtarief zal bedragen – wat zelfs van dag tot dag kan veranderen. Wat kopers haten, is onzekerheid, en de onzekerheid is zo’n beetje maximaal.
Je kunt je voorstellen dat een primeurverkoop van Bordeauxwijnen onder deze omstandigheden heel lastig zal worden, niet alleen wegens deze onzekerheid. Er zijn ook nog grote voorraden van goede, eerdere jaren. En hoewel de kwaliteit van de beste wijnen van 2024 echt niet tegenvalt – wat straks te zien is aan mijn notities – zullen niet veel kopers geneigd zijn een jaar dat niet écht top is – en dat is het niet – op dit moment te kopen. Sommige wijnboeren zeggen dat hun ’24 beter is dan hun ’23, maar ik denk dat veel wijndrinkers daar eerst nog van overtuigd moeten worden. De kwaliteit van ’22 is sowieso niet te evenaren. Maar dat veel topchâteaux dankzij hun financiële middelen en technische kennis na een oogst met veel regen toch goede wijnen hebben kunnen maken, is een prestatie op zich. Dat zouden ze dertig jaar geleden niet gekund hebben.
Maar onder de streep kunnen we stellen dat de onverwacht goede wijnen alleen maar zullen worden verkocht als er een duidelijke prijsprikkel komt. Op dit moment gaan er al geruchten dat sommige premiers crus hun prijzen drastisch zullen gaan verlagen. Dat zou de enige manier zijn om de markt weer op gang te krijgen. Wel moet worden gezegd dat het ook de châteaux zijn die daarvoor de financiële ruimte hebben. Bij lager geklasseerde wijnen zal die ruimte een stuk kleiner zijn, omdat ze beduidend minder geld krijgen voor hun wijnen. Bovendien zijn de opbrengsten laag dit jaar. Dus dat wordt nog spannend. Maar een andere manier om de primeurmarkt in leven te houden, die zie ik eerlijk gezegd niet.
Ronald de Groot