De wijnwereld is continu in beweging. Een van de meest opvallende is die in de richting van meer en meer klassementen. Frankrijk heeft een lange geschiedenis, met de classifikatie van 1855 als meest bekende en historische ranglijst. Maar het model van de Côte d’Or en de Chablis (Bourgogne) is ongetwijfeld het meest gevolgd in andere landen en Franse wijnstreken, zoals ook elders in de Bourgogne zelfs, zoals in Pouilly-Fuissé. De VDP deed het met Erstes Gewächs en Grosses Gewächs. De ÖTW deed ongeveer hetzelfde in Oostenrijk. Italië doet het rustig aan, in dat opzicht. Barolo en Barbaresco hebben inmiddels ook een soort crus, hier ‘UGA’ genoemd. Chianti Classico heeft tegenwoordig een soort gemeente-appellations, maar dat kun je eigenlijk geen classificatie noemen. Vino Nobile presenteerde gisteren zijn ‘parochie’-wijnen, Pieve.
We mogen wel zeggen dat van alle streken de eerste, Bordeaux, nog altijd de meest geclassificeerde streek is van allemaal. Na de Médoc en Sauternes in 1855 volgden later ook Saint-Émilion en de Graves. Pomerol wilde er overigens nooit aan. Hoe belangrijk dit werd gevonden blijkt uit de rechtszaken die zijn gevoerd rond de classificatie van Saint-Emilion op momenten dat deze vernieuwd werd.
De classificatie van 1855 kun je zien als historisch, maar net zo goed als achterhaald. Châteaux die destijds nog niet waren ontwikkeld, vielen voor eeuwig buiten de boot. Zo is Château de Fargues in Sauternes geen grand cru classé omdat de wijngaard pas sinds de tweede wereldoorlog Sauternes produceert. Sociando Mallet, in de Haut-Médoc, ten noorden van Saint-Estèphe, was in 1855 nog niet in bedrijf. De wijngaard is een directe voortzetting van de kiezelterroirs van châteaux als Montrose en Calon-Ségur. Eigenaar Jean Gautreau, in 2019 op 92-jarige leeftijd overleden, heeft er altijd voor gestreden om zijn wijn geklasseerd te krijgen, tevergeefs. Wie nu de Sociando-Mallet 1990 drinkt, weet hoe terecht zijn eis was.
Om die reden wilde Gautreau nooit bij het klassement ‘onder’ de geklasseerde wijnen horen, dat van de Crus Bourgeois. Dat zou een erkenning zijn van een realiteit die hij nooit wilde aanvaarden. Hij was niet de enige, zoals bijvoorbeeld ook Haut-Marbuzet in Saint-Estèphe. Dat ondergraaft de waarde van zo’n klassement, zo moge duidelijk zijn. In 2010 volgde zo’n beetje de genadeklap. De afschaffing van de classificatie ‘Cru Bourgeois Exceptionnel’ leidde een uittocht van zo’n beetje alle ‘Exceptionnels’ van dat moment: onder andere Chasse Spleen, Phélan-Ségur, Les Ormes de Pez, de Pez, Potensac, Poujeaux en Siran.
Het klassement wordt nu elke vijf jaar herzien, ditmaal voor de tweede keer. Afgelopen week werd de nieuwste versie gepresenteerd. Dat draagt nog steeds de sporen van de oude uittocht. De titel ‘Cru Bourgeois Exceptionnel’ is wel terug van weggeweest. Maar echt grote namen staan er niet bij, hoewel de genoemde châteaux zeker goede wijnen maken, zoals Malleret, Malescasse, Paveil de Luze en Le Crock. Zij behoren tot zes châteaux, van de 14, die deze titel behielden. Omdat er ook weer acht bij kwamen, blijft het aantal Exceptionnels hetzelfde, dus veertien. Wat de waarde hier van is? Moeilijk te zeggen. Met een classificatie die in aanzien is gedevalueerd en een streek in crisis, valt er helaas weinig van te verwachten. Jammer, want enige vorm van hulp en prestige is juist hard nodig. Maar het woord ‘solidariteit’ lijkt in het woordenboek van Bordeaux niet voor te komen.
Ronald de Groot
Maandag 3 maart kunt u zelf jaargang 2022 proeven op de Perswijn proeverij Union Grands Crus Bordeaux in de Zuiderkerk in Amsterdam.