Bordeaux 2022: Groots en meeslepend - Perswijn
Bordeaux 2022 Margaux blindproeverij
Reportages & Reizen

Bordeaux 2022: Groots en meeslepend

Dit artikel is in zijn oorspronkelijke vorm gepubliceerd in Perswijn 4/2023 en voor de website ingekort.

 

Voor we naar Bordeaux gingen, kregen we het al te horen. 2022 zou een bijzonder, heel goed jaar zijn. Het is altijd nog vroeg om te oordelen, zo vlak na de oogst, maar de tekenen zijn gunstig. We proefden veel fraais. En dat na een jaar van warmte en droogte. Dat is Bordeaux in het ‘nieuwe normaal’.

chateau pichon lalande

Bij de beoordeling van een jaargang en primeur houd ik altijd de uitspraak van Kees van Leeuwen in gedachten, die hij jaren geleden deed: ‘In Bordeaux zijn goede jaren zonder uitzondering droge jaren.’ Als je dit als uitgangspunt neemt, dan is het gesternte voor 2022 uitstekend. Na voor elke appellation in Bordeaux wisselende hoeveelheden regen in juni viel er tussen 1 juli en 22 september weinig tot zeer weinig regen, afhankelijk van de plek. Zo werd de basis gelegd voor een jaargang met een bijzondere diepgang en concentratie. De waterstress leverde extreem kleine druiven op, met dikke schillen en weinig sap. Met indrukwekkende, machtige wijnen als resultaat.

Als je een weekje rondloopt, is het opvallend dat iedereen zegt dat de kwaliteit van de wijnen zo’n enorme verrassing is. Waarom? Als je puur naar de getallen kijkt, dan was het een heet en droog jaar, met drie hittegolven en grote bosbranden. Daarom ook verwachtte iedereen warme wijnen, overrijp en heftig. Maar uiteindelijk is het een bijzondere frisheid die veel wijnen zo aantrekkelijk maakt, en juist dat is zo verrassend. Kennelijk is het aanpassingsvermogen in Bordeaux groot. Zeker als je kijkt naar de afgelopen zomer. De klimaatopwarming zorgt er voor dat het niet alleen droog is, maar vooral ook warm(er). Hierdoor verdampt meer water. Dat beïnvloedt zowel het werk in de wijngaard als het wijnmaken. Aanpassen dus.

‘Werk in de wijngaard totaal veranderd’

De eerste avond van onze primeurweek verblijven we op Château Giscours. Een mooi moment om de jaargang 2022 door te nemen met directeur Alexander van Beek. ‘2022 was vroeg warm én vroeg droog. We moeten het werk in de wijngaard daarop aanpassen. De jaargang  2003 was voor ons achteraf een harde leerschool. Toen lagen de kinderen “naakt op het strand”, om het zo maar te zeggen. Druiven in de gloeiend hete zon. Dat mocht niet meer gebeuren. In 2022 was er zelfs nog minder water dan in 2003. Dus is ons werk nu totaal anders. Met bodembedekkers, niet meer ontbladeren – om de druiven in de zon te laten hangen. Meer schaduw is essentieel. We houden ook het blad in de rijen lager. Meer blad zorgt door fotosynthese, en dus meer suiker.’ En suiker, dat hebben de druiven in zulke jaren genoeg. Meer dan genoeg zelfs, zoals valt af te lezen aan de hoge alcoholgehaltes.

‘We begonnen op 1 september met de oogst van de merlot, de vroegste oogst in de geschiedenis van Giscours. De kleine druiven met dikke schillen zorgen ook dat het wijnmaken sterk is veranderd. Twintig, dertig jaar geleden gaf je zuurstof om de wijn zachter te maken en de tannine af te ronden. Je zorgt nu voor zachte tannine en rijpheid in de wijngaard en probeert dan het fruit in de wijn te behouden door juist zo min mogelijk zuurstof te geven.’

Margaux: droog, veel waterstress

Bordeaux 2022 Margaux blindproeverij

In het algemeen was Margaux een van de appellations met de minste regen. In juni viel hier al niet zo veel als elders, in augustus vrijwel niets meer. Bovendien vind je hier veel ondergronden met kiezel en soms zand, die het water minder goed vasthouden. Dus met meer waterstress en lagere rendementen.

Philippe Bascaules (Château Margaux) is een van degenen die ervaring heeft met dit soort omstandigheden door zijn vroegere werk bij Inglenook, in Napa Valley. ‘Als we in Napa onder deze omstandigheden zouden oogsten, dan zou de zuurgraad van de wijn te laag zijn, met een pH van zo rond de 3,9. In dat geval zou je gedwongen zijn aan te zuren. Maar hier zaten we op een pH van 3,6. Dat is dan toch het verschil tussen Bordeaux en Napa. Net als daar moest ik besluiten te wachten op fenolische rijpheid – het stijgende suikergehalte neem je dan voor lief. En dan krijg je toch dit verrassende resultaat. Consequentie was een opbrengst van maar 25 hl/ha, terwijl ik in eerste instantie 35 had verwacht, door heel kleine druiven op het moment van de oogst.’

Pauillac: prachtige cabernets

Dat het in Pauillac anders was, bevestigt Eric Kohler (Lafite-Rothschild): ‘De combinatie van hitte en droogte was uniek, maar zal vaker voorkomen. Dat de wijnen alsnog een positieve verrassing waren is mooi, maar dat is voor mij niet genoeg. Je wilt begrijpen waaróm. Ik zie twee redenen. Het was tot en met de bloei droog, dus er was continu waterstress. De stokken gingen meteen al economisch met water om, ze groeiden niet zo hard. En in juni viel hier 110, 120 millimeter. Meer dan zuidelijk in de Médoc. Dit was voor mij de sleutel om een ramp te voorkomen. Anders zou de waterstress te extreem zijn geweest. Er waren zo’n 20 dagen van grote hitte, gedurende drie hittegolven. De regen van juni hielp om de latere hittegolven door te komen. En omdat de stokken zich vroeg hadden aangepast, hadden ze in de zomer ook minder water nodig. Het lijkt er op dat de vroege hittegolf in juni op die manier heeft geholpen om de druiven te ‘wapenen’ tegen de hittegolven die later kwamen, de schillen en de druiven leken er beter tegen bestand.’

Saint-Estèphe: hagel in juni

Voor Saint-Estèphe lag de situatie weer anders. De onweersbuien in juni brachten hier lokaal ook hagel, met de nodige schade als gevolg. Alleen toevallig nooit op de châteaux waar je langs komt. Zo viel bij Cos d’Estournel in juni liefst 140 mm regen, maar in juli en augustus vrijwel niets. Meer dus dan in Margaux, wat zorgde voor betere waterreserves voor de latere zomer. ‘Voor ons waren de omstandigheden niet eens zo uitzonderlijk, een beetje vergelijkbaar met ‘47 en ’49, twee grote bewaarjaren.’  Ook op Montrose viel geen hagel, maar minder regen: 60 mm in juni en na 1 juli slechts 17 mm. Het leverde een grootse Montrose op, met liefst 14,5% alcohol en bomvol tannine.

Saint-Julien: meer regen, klei heeft positief effect

De jaargang is in Saint-Julien zonder meer op zijn best. Hubert Delon (Léoville las Cases): ‘Saint-Julien heeft in het voorseizoen de meeste regen gehad van de Médoc, dus dat was gunstig voor niet te veel waterstress, en uiteindelijk was er een mooi evenwicht. De jaargang is warm, maar ik vind 2022 beter dan 2018. Dat toont de warmte veel meer. Dit jaar heeft de wijn meer frisheid en balans. Ik drink eerlijk gezegd liever ‘17 dan ’18. 2017 is onderschat, de wijnen hebben frisheid en elegantie. De opbrengst bedroeg 37,5 hl/ha, voor ons vrijwel normaal. Het was duidelijk een jaargang voor kleigronden.’

Pessac-Léognan

De situatie voor Margaux, met minder regen en lichtere ondergronden met zand en kiezel, zien we ook terug in Pessac-Léognan. Zo oogstte ook Haut Brion 30% minder dan normaal, bij een vroege oogst, voor rood vanaf 29 augustus. De oogst voor wit startte zelfs op 18 (!) augustus  en was 24 augustus binnen. Eerst was het idee dat de sémillon niet genoeg zuur zou hebben; dat viel mee, zodat hij uiteindelijk gewoon in de blend kon, met dezelfde percentages als in de wijngaard. Toch is het voor wit, ondanks wat ontkenningen hier een daar, een lastig jaar. Op Smith Haut Lafitte blokkeerde de rijping bij de jonge stokken iets, zodat ze eerder moesten worden geplukt. Fabien wilde bij wit niet wachten tot heel grote rijpheid of rijkdom. Voor rood gold in iets mindere mate hetzelfde. Châteaux in Pessac-Léognan met meer klei in de ondergrond, zoals bijvoorbeeld Le Thil of Les Carmes Haut-Brion, uitgezonderd.

Pomerol: centrale plateau brengt grootse wijnen voort

Christian Moueix: ‘De regen van juni was essentieel, zo’n 90 mm, daardoor was er geen extreme droogtestress.’ Lafleur en Vieux-Château-Certan, ook op het hart van het plateau, zijn even enthousiast over de cabernet franc als over hun merlot. Het algemene gevoel hier is dat jaar niet zo is getypeerd is naar terroir of perceel. Het is meer getypeerd naar de jaargang dan andere jaren. De verschillen in karakter en kwaliteit zijn kleiner, dan in bijvoorbeeld 2021, toen de impact van terroir groter was, en dus ook de verschillen tussen de wijnen. Omri Ram (Château Lafleur): ‘Getallen zeggen weinig. Als je daar naar kijkt, krijg je een heel ander idee dan wat je in werkelijkheid proeft. Grote jaargangen in Pomerol hebben veel alcohol. Kijk naar ‘47 en ‘49. Als er maar evenwicht is. En dat is er, de alcohol krijgt genoeg tegenwicht van de tannine.’

Oostkant Saint-Emilion in opkomst

Een bijzondere ontmoeting hebben we met Peter Sisseck, die we kennen als bevlogen wijnmaker van Pingus, in Ribera del Duero. Hij is sinds 2010 (mede-)eigenaar (met Silvio Denz) van een klein domein van 7,5 hectare in Saint-Emilion, Château Rocheyron. Hij koos voor deze plek omdat hij heilig overtuigd is van de kwaliteit van het terroir. ‘De druiven in dit deel van St.-Emilion waren vroeger heel laat rijp, maar de situatie is nu helemaal perfect. Het is nu eigenlijk beste deel. Je moet weten dat de pH van de wijnen lager is als je verder van Libourne af komt richting het oosten. De wijnen blijven frisser. Hier bedraagt de pH nu 3,48. Beroemde wijnen, zoals de Pétrus ’89, hebben een pH van 3,9. Dat maakt ze zachter in de mond, en dus populair. Dit is een algemene trend. In Barolo wordt kalium aan grond toegevoegd om wijnen met een hogere pH te krijgen. Op zich niet erg, want de combinatie van een lage pH en veel tannine maakt de wijnen moeilijk. Nu worden ze wat toegankelijker. Je kunt er wat van vinden, maar zo werkt het. Als je over typiciteit praat moet je dat wel meenemen. Dat geldt ook voor rendementen. In 2015 was dat hier 41 hl/ha, dat is te veel. Het is een lekkere wijn, maar niet getypeerd. En ik kom niet naar Bordeaux om een shitwijn te maken. Het linke van 2022 is alcohol. Door de alcohol krijg je sneller meer extractie, dat is heel gevaarlijk, want je merkt het niet. Dan wordt de wijn te droog.’

Sauternes: late pourriture

Bordeaux 2022 Chateau d'Yquem

In droge jaren is het maken van mooie Sauternes vaak een kansloze missie. Toch was er een beloning voor de geduldigen. Want nadat eind september een plukgang druiven opleverde zonder echte botrytis, bracht regen half oktober de verlossing. Als je had gewacht, kon je op dat moment druiven met perfecte edele rotting oogsten. We konden dan ook een aantal heel fraaie wijnen proeven, die dit dan ook – in beperkte oplages – tot een goed jaar voor Sauternes hebben gemaakt.

 

Techniek biedt uitkomst

Overal wordt naar nieuwe manieren gezocht om het effect van de warmte te temperen. Verschillende châteaux, 
zoals Pontet-Canet en Smith-Haut-Lafitte gebruiken klei (kaoline) om de bladeren en druiven tegen de zon 
te beschermen, als een soort afwasbare coating. In de kelder zie je koude inweking, soms wekenlang, om 
meer fruit te geven. Ook doet gisting van hele trossen, dus met steeltjes, steeds meer zijn intrede, zoals 
bij Les Carmes Haut-Brion. Dit zorgt voor meer zuren (lagere pH) en verlaagt het alcoholgehalte. 
We hoorden producenten al hardop dromen over netten die zonlicht tegenhouden. Maar daar zal het INAO niet 
snel toestemming voor geven.

 

Hoe ‘groot’ is 2022 echt?

Wat moeten we nu vinden van 2022? Veel wijnen zijn daadwerkelijk groots en prachtig. Vooral de enorme structuur en diepgang vallen op. Zowel de linker- als de rechter oever brachten veel moois op, zowel op basis van merlot als van cabernet, zeker als ze van mooie kleiterroirs komen. Maar ook kun je op je klompen aanvoelen dat de wijnen erg rijp, en soms zelfs overrijp zijn. Logisch, bij alcoholgehaltes die zelden onder de 14% liggen, vaak meer richting 15%. Veel wijnen komen toch verrassend fris over en de tannine zorgt voor tegenwicht. Wat mij betreft zit de top vooral in Pauillac en Saint-Julien op de linker oever en voor de rechter oever komt die uit de wijngaarden in Saint-Emilion op de côtes, het beroemde kalkplateau, alsmede de Pomerols van het hart van het plateau. Wel heeft zo’n jaar een nivellerend effect in het voordeel van de mindere châteaux. In feite kan iedereen die goed zijn werk doet, in zo’n jaar goede wijn maken.

De paradox is dat de klimaatopwarming Bordeaux in feite helpt om zich aan te passen aan de moderne tijd. Ik hoorde het verschillende château-eigenaren letterlijk zeggen: klimaatopwarming is tot nu toe in ons voordeel. Het lijkt er op dat de wijnen van Bordeaux in een ‘nieuwe normaal’ zijn gekomen. Door de klimaatopwarming kunnen hier nu rijpe en zachte wijnen worden gemaakt, die een groot publiek al jong zullen – en kunnen – behagen. Noem het ‘eigentijdse wijnen’, wijnen die passen bij een maatschappij zonder wijnkelders, waar wijnen snel gedronken moeten worden en het voor restaurants te duur is geworden om wijnen jaren op te slaan. Tegelijk bezweren de wijnmakers je dat de wijnen wel degelijk ook lang houdbaar zijn, en waarschijnlijk hebben ze gelijk. Met dank aan ruim alcohol en veel tannine.

Op 3 maart strijkt de Unions des Grands Crus de Bordeaux neer in Amsterdam met de wijnen van 2022 – heter, droger en intenser dan ooit. Wil je zelf ontdekken hoe ze smaken? Boek nu je tickets!

Ronald de Groot

 

 

Reageer op dit item

nl Nederlands