Op het moment dat ik in Bordeaux was voor de proeverijen van de monsters van de oogst 2023, eind april, werd verkondigd dat er een snelle primeurcampagne zou volgen. De markt was lastig, dat begreep iedereen wel. Dat gold zelfs voor de meest arrogante château-eigenaren, die zich als regel maar weinig van de ‘markt’ aantrekken. Ze vinden het meestal belangrijker hun wijn duurder te maken dan die van de buurman – nou ja, dat is misschien ook wel weer overdreven, hoewel er vreemde snoeshanen tussen zitten, die zich weinig gelegen laten liggen aan het algemeen belang van de streek.
En omdat die markt zo lastig was, werd onder druk van de handelshuizen van Bordeaux besloten direct na de proeverijen, meteen al op maandag 29 april, te starten met het lanceren van wijnen van belangrijke châteaux op de primeurmarkt. Ook werd besloten dat de ‘hoge’ wijnen, die met forse marges werken, stevig omlaag zouden gaan in prijs, tot wel zo’n 30 procent. En inderdaad, het begin was voortvarend. Zo kwam bijvoorbeeld Château Léoville-las-Cases op 30 april uit met een prijsverlaging van liefst 40%. Lafite-Rothschild bracht zijn wijn op 2 mei op de markt, zoals afgesproken, met een prijs van 32% onder die van vorig jaar. Zonder twijfel een veelbelovend begin. Ook andere châteaux kwamen met forse prijsverlagingen. Haut-Brion: 39,5%. Cos d’Estournel: 39% in de min.
Maar dan komt de vraag, is het genoeg? Er zijn tekenen dat het geen storm loopt. Maar de prijsverlagingen duiden er wel op dat Bordeaux er alles aan gelegen is de primeurmarkt in stand te houden – de châteaux kunnen of willen het zich kennelijk niet permitteren deze geheel links te laten liggen. Sinds de jaargang 2011, toen de Chinese markt instortte, hebben we zulke prijsverlagingen niet gezien. Internationaal gezien is de trend dat de wijnen bij een goede beoordeling en een stevige prijsverlaging wel degelijk worden gekocht. Maar alles wijst er op dat de liefhebbers kieskeurig zijn. Het lastige is ook dat er zonder meer goede wijnen zijn, maar ook dat de kwaliteit wisselend is. Zodat de jaargang voor veel liefhebbers lastig te interpreteren is.
Ik moet zeggen dat ik wel degelijk onder de indruk was van wijnen uit het centrale deel van Pomerol, de heuvels bij Saint-Emilion en op de linker oever van een aantal wijnen uit met name Pauillac en Margaux. Dus bij scherpe prijzen kan kopen wel degelijk interessant zijn. Het lastige is ook dat de klimaatverandering zorgt voor een aaneenschakeling van goede tot vrij goede jaren. Wel denk ik dat de goede wijnen van ’23 van een goed niveau zijn, vrij klassiek, met goede zuren en fijn fruit. Meestal niet zo goed als ’22, maar beter dan ’21 of zelfs ’20.
Uit de Nederlandse markt krijg ik te horen dat het een ‘stroeve’ campagne is. Het beeld is hier vergelijkbaar met wat je internationaal hoort. Sommige wijnen lopen heel goed, maar in het algemeen gaat het niet hard en is de liefhebber duidelijk heel kieskeurig. Maar ook hier is de markt niet dood. Het lijkt er meer op dat de wijnmarkt, zeker hier in ons land, op de een of andere manier in een dip zit. Zeker bij rode wijnen verloopt de verkoop moeilijk, bovendien is de concurrentie van buiten Bordeaux, denk aan Piemonte, groot. Als ik naar mezelf kijk, dan ligt de kelder vol met wijn, wat niet stimuleert om nog bij te kopen. Dat zal gelden voor meer liefhebbers van mijn generatie. Jongere wijndrinkers zijn ongetwijfeld minder geïnteresseerd in Bordeaux primeurs, als ze al een kelder hebben om de wijnen op te slaan.
De campagne lijkt zich inmiddels wat meer voort te slepen dan gepland, Bekende châteaux als Margaux, Palmer, Montrose, Conseillante, Haut-Bailly en Smith-Haut-Lafitte zijn nog niet met een prijs gekomen. Pichon-Lalande en Pichon-Baron staan deze week gepland, beide châteaux hebben een mooie wijn gemaakt.
Dat liefhebbers een afwachtende houding aannemen, is meer dan begrijpelijk. Toch zijn er, met de huidige prijsverlagingen en de geboden kwaliteit wel mooie vondsten op de markt. Eind van de week verschijnt onze nieuwe editie met een uitgebreid artikel. En abonnees kunnen de notities raadplegen op onze website. Ik ben niet zo gul met mijn punten als sommige Engelse of Amerikaanse collega’s, maar ik denk dat het een realistisch beeld geeft van een goede jaargang, zonder dat hij uitzonderlijk genoemd kan worden.
Een goed voorbeeld is de wijn van Château Rocheyron van Peter Sisseck, de wijnmaker van Pingus die tegenwoordig ook actief is in Saint-Emilion. Ik signaleerde de kwaliteit van zijn wijn vorig jaar al, toen hij een prachtige wijn maakte. Dit jaar krijgt zijn wijn hoge punten, onder andere in de Engelse pers. Het is ook een heerlijke ’23-er, maar zelf vindt Sisseck zijn ’22 beter. Daar sluit ik me graag bij aan. Dat is de spijker op zijn kop voor deze laatste jaargang.
Ronald de Groot
Times they are changing….
In deze tijd raken consumenten steeds meer gewend aan het idee ; vandaag besteld, morgen geleverd. Bij en primeur betaal je wel direct maar je zult zo’n 2, 5 jaar moeten wachten op de levering. Dat is lang en veel geduld is vereist, en dan is de wijn nog niet echt op dronk, nog langer wachten dus. Dat is niet meer van deze tijd, temeer omdat er veel online mogelijheden zijn om wijn te kopen, ook op dronk zijnde wijnen, zoals bv op marktplaats, ebay of op online veilingen. Snel in huis en vaak voor redelijke prijzen. Waarom wachten ?
Hoe kan Ronald de Groot op basis van de primeurproeverijen een verantwoord oordeel geven over de kwaliteit van de aangeboden wijnen ? Elke professional weet of behoort te weten dat de desbetreffende monsters zelden representatief zijn voor wat er ca. een jaar later in de fles komt.
Daarbij verschillen we van mening. Naar onze mening zijn de meeste monsters vrij betrouwbaar en de beoordeling geschiedt ook op basis van ervaringen met het betreffende château uit het verleden.