Wijn voor Europese smaak - Bordeaux 2021 - Perswijn
Achtergrond & Interviews

Wijn voor Europese smaak – Bordeaux 2021

Voor Bordeaux was 2021 een jaar met hindernissen. Vorst in het voorjaar en veel regen aan het begin van de zomer waren de belangrijkste problemen. Dan valt de kwaliteit nog flink mee, met goede, klassieke wijnen – wat nog niet wil zeggen dat het een topjaar is.

Het proefwerk in de Bordeaux bestaat, zoals gewoonlijk, uit meerdere delen. Als altijd zijn de proeverijen waarbij de wijnen van de verschillende châteaux bij elkaar zijn gezet het belangrijkst; het is goed om ze op rij te kunnen proeven. Zulke proeverijen worden georganiseerd door clubs als de UGCB en de Cercle de Bordeaux.

 

 

Vervelende ontwikkeling

Helaas neemt het aantal châteaux dat hun wijn buiten deze clubs presenteert meer en meer toe. Zelfs bij leden van de UGCB. Een irritante vorm van opportunisme. Het lijkt er vaak op dat voor velen vooral de mogelijkheid telt om allerlei andere wijnen te presenteren, zoals tweede wijnen of crus bourgeois, die anders nooit op de proeftafel zouden komen. Of de nieuwe chais moet worden bewonderd. Daar zijn er nogal veel van, want het geld klotst bij de toppers tegen de plinten. Dat de premiers grands crus classés hun wijnen niet naar georganiseerde proeverijen sturen, valt te begrijpen. De vergelijking met andere wijnen kan alleen maar in hun nadeel uitvallen. En ze hebben het nooit gedaan. Maar dat al die ‘mindere’ grands crus classés het ook doen, dat is nogal vermoeiend.

 

Laag alcoholgehalte

De bezoeken aan de châteaux maken het wel weer mogelijk met de wijnmakers te spreken over hun ervaringen. Die overigens zelden negatief zijn, maar daar moet je doorheen zien te kijken. Als ze zeggen dat de cabernet sauvignon zo geweldig geslaagd is, kun je wellicht concluderen dat de merlot dit jaar níét zo goed was.

Hetzelfde geldt voor het lage alcoholgehalte. Plotseling heeft iedereen in Bordeaux het over alcohol en hoe fijn het toch is dat de wijnen van 2021 niet zo veel alcohol hebben. Want dat is toch zo eigentijds, weinig alcohol? Alsof de natuur Bordeaux te hulp is geschoten om eigentijdse wijnen te kunnen maken. En alsof alcohol in andere, warme jaren wél als probleem zou worden gepresenteerd. Nee, want dan wordt gezegd dat de ‘balans’ nog steeds goed is. Er mocht dit jaar zelfs weer gechaptaliseerd worden en dat gebeurde ook, zelfs bij grootheden als Margaux en Palmer. Een praktijk die jaren niet is toegepast. En blijkbaar willen de châteaux wel ‘klassieke’ wijnen maken, maar niet meer met 12,5% alcohol, zoals in de jaren tachtig.

 

 

Puzzelen

Journalistiek gezien is 2021 een geweldige jaargang, omdat er zo veel verschillen en tegenstrijdigheden zijn, dat je hard moet puzzelen om die allemaal boven tafel te krijgen. Waar je ook komt, op die plek zelf viel het allemaal mee, maar elders – bij de buren bijvoorbeeld, of op de andere oever – beslist niet. En dat kan helaas niet waar zijn.

 

Groot terroir geeft voorsprong

We zetten even de ‘standaard’ met Lafite Rothschild, als een van de eerste bezoeken in de primeurweek. Gezien de jaargang is dit een verbluffend goede wijn. Technisch directeur Eric Kohler: ‘Fijn om jullie hier te zien na een jaargang waarover zo veel te vertellen is. Natuurlijk, je herinnert je vooral de moeilijke momenten. Maar wat 2021 bijzonder maakt, is dat het na al die moeilijke momenten en inspanningen toch een mooie wijn is geworden. Dan krijg je het gevoel dat het allemaal niet voor niets was, dat je uiteindelijk toch hebt gewonnen.’ Nou ja, dat beoordelen wij dan wel weer, natuurlijk. ‘4 april was de koudste nacht met uitgelopen stokken sinds april 1991. Dus we gingen hier langs de rand van de afgrond. Daarna viel er extreem veel regen, met als hoogtepunt de tweede helft van juni, met 160 millimeter en in de eerste helft van juli nog eens 60 millimeter. Midden augustus kregen we hoop, het ging beter. Er was wel enige waterstress, maar niet zo veel. Daarom konden de jonge stokken van de percelen voor onze Carruades (de tweede wijn, red.) goed presteren. In warme en droge jaren kan de rijping van de tannine blokkeren.’ Les grands terroirs se distinguent, dat is 2021 ten voeten uit.

De grand vin heeft hier maar liefst 96% cabernet sauvignon en is dus bijna een monocépage. Ook dat is typerend voor 2021 op de Linkeroever. ‘De wijn flirt met het plantaardige, maar hij is toch rijp,’ zegt Kohler. ‘Dit is een frisheid die tegen het groene aan ligt, maar die rijp genoeg is om complex en elegant te worden. Ik vergelijk hem met de Lafite van 1996.’

 

 

Groen kantje

Volgens technisch directeur Eric Kohler van Lafite Rothschild is een groen randje aan de wijn juist een voordeel. ‘De dag dat je dat kleine beetje pyrazine niet meer hebt, zul je het toch missen’, zegt hij. ‘Het zorgt voor nét wat meer complexiteit. In aromatisch opzicht vind ik 2021 interessanter dan 2018. De jaargang was niet koel, maar iets minder warm. Ik denk ook aan 2001, nu prachtig, ook met dat kleine groenige kantje.’

 

Jaar van lastige beslissingen

Dit is in grote lijnen het verhaal van de jaargang, maar dan wel voor een groot terroir op de Linkeroever met veel cabernet en op een château met geld en middelen genoeg om alles uit de kast te halen. En uiteraard met een positieve draai – de wijn moet nog verkocht worden. Sommigen zeggen dat er in 2021 net zo veel verhalen zijn als châteaux. Dat is overdreven, maar de verschillen zijn wel enorm. In een goed jaar rijpen de druiven gemakkelijk, zonder lastige beslissingen. In een moeilijk jaar, zoals 2021, moet je continu alert zijn en steeds moeilijke beslissingen nemen. Omdat iedereen zijn eigen beslissingen neemt, kunnen de verschillen groter uitvallen. Zo was het in juni cruciaal om tijdens de regen op tijd tegen meeldauw te behandelen.

Jean Christophe Meyrou, directeur général van Vignobles K, zegt: ‘Veel bedrijven hebben tegenwoordig minder personeel en zo verliezen ze de knowhow. Ze huren een bedrijf in om het werk te doen. Maar dat heeft niet dezelfde kwaliteit als goed eigen personeel. Je moet continu in de wijngaard kijken hoe het gaat. Als je niet op het juiste moment handelt, ben je tien dagen later de pineut.’

 

Plukmoment

Een belangrijke beslissing voor de châteaux was het plukmoment. Omdat het eerste weekend van oktober slecht weer werd voorspeld, waren er producenten die zich haastten niet volledig rijpe druiven te oogsten. Degenen die durfden te wachten, oogstten druiven die rijper waren, mede omdat het slechte weer nooit kwam. Een doorslaggevend verschil.

 

Grootste uitdaging: bio

Voor degenen die biologisch boeren, en zeker voor wie biodynamisch werkt, was deze situatie het lastigst. Maar ook hier zie je verschillen. Op Pontet-Canet, een van de voorlopers in biodynamisch werken, begint het te wennen: ‘Dit was het derde jaar in een soort hel van meeldauw.’ Die was al intens in 2018, maar 2020 ging er nog overheen en 2021 ging daar weer overheen. ‘Dit is zo’n beetje de nieuwe norm in Bordeaux. We hebben besloten de onderbegroeiing te laten staan, omdat die het vocht uit de grond haalt en daarmee de concentratie van de druiven verbetert. Het vreemde is dat de meeldauw steeds op een andere plek opduikt. De ene keer bij het bos, de andere keer op een wat meer vruchtbare ondergrond.’ De rendementen liggen hier op zo’n 30 hectoliter per hectare, maar het exacte getal is vreemd genoeg geheim. Er wordt bestreden met koper en met een mengsel van allerlei extracten die op het château zelf worden gemaakt.

Op Palmer, ook biodynamisch, was de schade nog groter, door een combinatie van eerst vorst en daarna meeldauw. Dat zorgde voor zeer lage opbrengsten van niet meer 22 hectoliter per hectare. Daar wordt niet geheimzinnig over gedaan. ‘Meeldauw in mei zorgde voor 20% verlies. De vorst beschadigde vooral de percelen met merlot voor de Alter Ego, de tweede wijn.’

 

Lagere opbrengsten door vorst

Er was ook nog vorst. En hoe! De koudste aprilnacht sinds 1991, die van 4 april, richtte enorm veel schade aan, met temperaturen tot wel -7. Net als in 1991 bleven de wijngaarden direct langs de Gironde vrijwel geheel gespaard, door het water als natuurlijke bescherming. Meer landinwaarts bevroren flink wat uitgelopen stokken. In Pessac-Léognan vielen veel wijngaarden, met name met merlot, ten prooi aan de vorst. In Saint-Émilion en Pomerol waren het de lagere wijngaarden die leden onder de kou. Op het plateau van Pomerol en op en rond de heuvels van Saint-Emilion viel de schade relatief mee. En als er schade was, dan was het aan de merlot, die vroeger uitloopt. Maar per saldo zorgt de vorst voor duidelijk lagere opbrengsten.

 

 

Resultaten per streek – Linkeroever

 

Pauillac

Dankzij de cabernet op de kiezelplateaus van de appellation behoren Pauillacs tot de beste wijnen van de jaargang. De eerdergenoemde Lafite is een goed voorbeeld, en Latour, op het zuidelijke plateau, niet minder. De wijn is steviger, dieper, echt Latour, met maar liefst 96% cabernet sauvignon. ‘Het was geen jaar voor merlot. Die heeft water nodig, maar niet te veel. Dan slaan meeldauw en rot toe. Alleen de beste percelen brachten goede merlot. En we maakten best veel grand vin, omdat de goede percelen hier beplant zijn met cabernet en die kon gewoon worden gebruikt. Ook zorgen die, paradoxaal genoeg, voor het minste werk. De mindere percelen en wijnen nemen veel meer tijd en werk in beslag.’

 

Saint-Estèphe

Ook Saint-Estèphe heeft een paar fraaie heuvels met een mooi terroir, maar is nét iets koeler en heeft wat meer zware kleigronden dan Pauillac. Dat verklaart wellicht dat toppers als Montrose en Cos d’Estournel meer merlot bevatten dan die uit Pauillac. Bij Cos d’Estournel hing de merlot extreem lang aan de stokken. ‘De stokken waren eind maart al uitgelopen door warm weer. Er was geen vorstschade en rond de 24 droge dagen in augustus gaven nog enige waterstress’, zegt technisch directeur Dominique Arangoïts. Hier wordt gezegd dat de oude percelen merlot veel concentratie hadden, met een gemiddeld rendement van 33 hectoliter per hectare. Arangoïts: ‘De rijpheid van de tannine kan nooit worden bereikt met een tweede uitloop. Dat werkt niet. Alleen zonder vorstschade krijg je deze kwaliteit van tannine.’

 

Saint-Julien

Soms krijg je het idee dat wijnmakers en eigenaren van tevoren afgesproken hebben wat de ‘spin’ van de jaargang is. Bruno Borie (Ducru-Beaucaillou) weet het fraai te verwoorden: ‘Het is een wijn in de stijl van de jaren tachtig en negentig, maar veel preciezer, met meer tannine en met cabernet die fenolisch rijp was – en dat was destijds lang niet altijd het geval. Onze eerste wijn is puur en klassiek, met 98% cabernet sauvignon. Oké, het is geen wijn voor Instagram en we deden geen fotoshop. Maar dit is wel de trend voor 2021. Wijnen die minder alcohol hebben en in stijl meer lijken op die van een jaar of dertig geleden, maar wel rijper en minder groen. Niet het warme en jamachtige waaraan we de afgelopen jaren gewend zijn geraakt.’ Met andere toppers van de gemeente, zoals Léoville-Las Cases en Léoville Poyferré is Saint-Julien een vaste waarde aan de top.

 

Margaux

Ook op Château Margaux worden we verwend met een prachtige wijn. En niet alleen daar, maar ook elders in de ooit zo wisselvallige appellation vind je uitstekende wijnen, puur en elegant. Denk aan Palmer en Rauzan-Ségla. Philippe Bascaules, technisch directeur van Margaux: ‘De cijfers, zoals het tanninegehalte, zijn niet heel anders dan in voorgaande jaren, behalve de alcohol. Dat maakt wel verschil, want alcohol zorgt voor zoetheid. We hebben zo’n 0,6% gechaptaliseerd, tot 13,1%. De fenolische rijpheid was goed, met name door koele nachten in september. De balans is anders, de zuren zijn normaal, maar de suikers waren lager. De wijnen zijn minder vol en krachtig in de mond, met minder structuur.’

 

 

Pessac-Léognan

We kunnen niet zeggen dat alles in de Médoc halleluja was. Maar voor Pessac-Léognan was het allemaal nog lastiger. De verhalen zijn wel positief, maar in het glas zijn veel wijnen toch moeilijk, met vaak een wat mindere rijpheid. De schade door de vorst was hier ook vrij aanzienlijk. Natuurlijk, er zijn uitzonderingen. Op Haut-Brion wordt gemeld dat de Merlot, dankzij de drainerende ondergronden, opmerkelijk goed geslaagd is. Maar er is vooral veel tevredenheid over de Sémillon, die de laatste jaren wat minder goed in zijn zuren zat, maar dit jaar heel krachtig en spannend werd. ‘We zijn niet ver van een groot jaar voor wit’, stelt technisch directeur Jean-Philippe Masclef.

Even verderop ligt Les Carmes Haut-Brion, op wat wellicht de warmste plek van Pessac-Léognan is. Is dat geen nadeel, met al die warme jaren? ‘We doen altijd een gisting met hele trossen. Daardoor krijg je een lager alcoholgehalte en zelfs in 2021 is dat een voordeel. Overigens in 2021 niet voor de hele oogst, maar voor een deel.’ Hier, en niet alleen hier, wordt de lof gezongen van cabernet franc. In de grand vin zelfs 40% cabernet franc.

Buiten de stad, bijvoorbeeld op Château Haut-Bailly, werd maar een schamele 19 hectoliter per hectare geoogst, met merlot als grootste slachtoffer. De merlot van de tweede generatie uitloop kon hier pas eind september worden geoogst. Voor Pessac-Léognan is het vooral een goed jaar voor de witte wijnen, dankzij een combinatie van aromatische kracht en mooie zuren, door de minder intense zon.

 

 

Rechteroever: heel andere merlot

Als je begint op de Linkeroever, bij de toppers van de Médoc, krijg je al snel de indruk dat het met merlot in 2021 slecht gesteld was. Er wordt zelfs een beetje de indruk gewekt dat het jaar op de Linkeroever beter zou zijn. Maar daar zijn de producenten in Saint-Émilion en Pomerol het bepaald niet mee eens. En de wijnen bewijzen hun gelijk. Nicolas Thienpont, flying winemaker en eigenaar van enkele châteaux in Francs Côtes de Bordeaux: ‘Vergelijk de Merlots van de Médoc niet met die in Saint-Émilion. Merlot was daar rijp op het verkeerde moment en moest wegens dreigende rot worden geplukt.’ In de Médoc waren de merlotdruiven opgeblazen en moesten vaak middels saignée worden geconcentreerd (het laten weglopen van het eerste, onvergiste sap, om de verhouding tussen sap en schillen te ‘corrigeren’). ‘Wij konden wachten en hebben dan ook heel goede merlot geoogst. Wel heel laat, ver in oktober.’ De regen in september leidde dus tot minder concentratie. En wachten – als het kon – was nodig om het gebrek aan concentratie te verhelpen, zonder in de kelder in te hoeven grijpen.

 

 

Minder regen, minder zon

Wat hielp, is dat op de Rechteroever in september veel minder regen viel dan op de Linkeroever. Zo werd op Château Lafleur (Pomerol) in september maar 38 millimeter regen gemeten. Laurent Berrouet van Petrus zegt: ‘Het verschil met andere jaren is dat er vooral minder zonneschijn was. En natuurlijk was er coulure in de merlot. Merlot hier is anders dan op de Linkeroever. Daar staan, excuseert u mij, niet altijd de juiste klonen en ze staan niet in de beste wijngaarden.’ Met andere woorden: je kunt ook niet verwachten dat je daar onder mindere omstandigheden merlot van topkwaliteit kunt oogsten.

Thienpont vindt: ‘Er is hier wel een duidelijk verschil tussen de châteaux onderling, omdat op heel verschillende data is geoogst. Je moest de durf hebben om te wachten. Zelfs merlot was niet goed rijp als je eerder ging plukken, ondanks dat hij altijd zo vroeg rijpt.’ We maken even een grap over hoe dit jaar te noemen. Meestal is het in Bordeaux het ‘jaar van de eeuw’. Dit jaar niet, grapt zijn zoon. ‘2021 is het millésime de l’année.’ Knipoog.

 

‘Laten zien wat je in huis hebt’

We lunchen met Jean-Christophe Meyrou op Bellefont-Belcier, van Vignobles K, eigenaar van meerdere domeinen in Saint-Émilion en Pomerol. ‘We gebruiken geen druiven van bevroren percelen, van de tweede uitloop – die kwaliteit is niet goed genoeg’, vertelt hij. ‘Door zes extra mensen voor onze wijngaarden in te huren, beperkten we de schade door meeldauw tot 2%. Merlot werd tot in oktober geoogst en is heel goed geworden, met een goede rijpheid. De jaargang heeft wel wat weg van 1999. Ik hou van deze jaren, want je kunt laten zien wat je in huis hebt. Zonder kennis en ervaring kom je onder deze omstandigheden niet ver. Ook in de kelder. De sleutel: rijpe schillen. De pitjes waren misschien iets minder rijp. Dus moest je een voorzichtige extractie doen.’

 

Extremen

Daarnaast is er het succes van cabernet franc, een druif die geleidelijk oprukt, deels ten koste van merlot. Het succes is algemeen, dus zowel op de Linker- als de Rechteroever, zo valt te horen. De koele nachten eind september, begin oktober, zorgden voor zeer aromatische, rijpe cabernet franc; ook hier na lang wachten. Op Cheval Blanc bijvoorbeeld werd cabernet franc meer dan zestig dagen na de véraison geoogst: normaal is dat een dag of veertig. Het percentage cabernet franc in de grand vin ligt dan ook op meer dan 50%: dat is veel voor Cheval Blanc. Dat zien we ook bij Angélus, waar dit percentage op 60% ligt, tegenover de gebruikelijke 40%.

Deze wijn is overigens een voorbeeld van wat er gebeurt als je (bewust) vroeg plukt, zoals Stéphanie de Boüard tegenwoordig doet, vanaf begin september. Hij is vrij licht en heeft veel zuren en weinig tannine, door een voorzichtige extractie. Een soort Bourgondische Bordeaux, volstrekt anders dan de wijn die door haar vader, Hubert de Boüard, als een soort concoursbeest naar de classificatie van Premier Grand Cru Classé A werd geleid, een classificatie die nu bewust wordt losgelaten. De volstrekte tegenpool is Pavie, ondanks het lichte jaar toch weer machtig en diep, een karikatuur van kracht, zoals de Angélus een karikatuur van lichtheid is. Gelukkig zijn er prachtige wijnen van de heuvels, met een consistent goed karakter, zoals Pavie-Macquin, Canon, Clos Fourtet en Beauséjour-Dufau-Lagarosse. Die consistentie spreekt me eerlijk gezegd meer aan. Dit soort extremen horen bij top-Bordeaux niet thuis.

 

Sauternes

Als je in de Sauternes bent, snap je niet dat hier nog geld wordt verdiend. Naar het schijnt is dat ook niet zo. Inmiddels is 2021 de zoveelste jaargang die slecht is verlopen. De voorjaarsvorst is hier de grootste boosdoener, waarbij eigenlijk alleen Yquem, op zijn bijzondere heuvel, geen noemenswaardige vorstschade had. Uiteindelijk hebben niet meer dan 12 van de in totaal 26 geklasseerde châteaux een wijn uitgebracht en vaak in extreem kleine hoeveelheden. We proeven Suduiraut, waar slechts 1 hectoliter per hectare werd geoogst. ‘De omstandigheden bij de oogst waren ideaal, we konden druiven oogsten met fraaie botrytis. Jammer dat er bijna geen druiven meer waren als gevolg van de verwoestende vorst’, aldus Christian Seely. Zo’n beetje de meest frustrerende constatering die maar mogelijk is.

 

 

Mooie toppers, maar duur

We mogen concluderen dat de toppers in Bordeaux, die op de goede terroirs zitten, goede, klassieke wijnen hebben gemaakt. Niet met de diepgang van grote jaren, dat is duidelijk. Kees van Leeuwen zegt altijd dat daarvoor meer waterstress nodig is en die was er niet of nauwelijks. Maar wie laat kon oogsten en dat durfde, kon iets moois maken. Met minder structuur en minder alcohol, zodat de wijnen frisser en minder zacht overkomen, want dat rondt minder af. Ik schat zo in dat het wijnen zijn voor de Europese smaak, die niet zo heel enthousiast zullen worden ontvangen door Amerikaanse liefhebbers. Persoonlijk vind ik de toppers mooi, met dat karakter van fijne, pure cabernet. En laat geoogste cabernet heeft de zuren en aroma’s van klassieke Bordeaux.

De producenten laten en passant vallen dat de prijzen niet omlaag kunnen, gezien de lage opbrengsten. Dat lijkt me geen goede start voor een geslaagde primeurcampagne. Die wordt naar mijn smaak sowieso lastig. Ik sta niet te trappelen en ik ben vermoedelijk niet de enige. Na de goede jaren 2018, 2019 en 2020 zullen veel liefhebbers 2021 niet nodig hebben om hun voorraad goede Bordeaux aan te vullen.

 

Interesse in Bordeaux jaargang 2021? Kom aanstaande maandag naar de proeverij! Voor tickets: www.perswijn.nl/bordeaux

 

Tekst en foto’s: Ronald de Groot

 

Reageer op dit item

nl Nederlands