Overpeinzingen: Appellations ja of nee? - Perswijn
Columns

Overpeinzingen: Appellations ja of nee?

Als je in Frankrijk rondloopt, wat ik nogal eens doe, hoor je wel geklaag over het fenomeen ‘appellation’. Zeker in het zuiden, in de Languedoc-Roussillon. Dat heeft ook een historische oorzaak. Zeer tot ongenoegen van bekende streken, de Bordeaux voorop, hadden de producenten veel succes met druiven als merlot, cabernet-sauvignon en sauvignon blanc. De druiven uit de Bourgogne, chardonnay en pinot noir deden het ook niet slecht. Maar voor de appellations mochten deze druiven, tot nogal wat ongenoegen, niet worden gebruikt.

Pas later kwam het besef dat hier ook veel goede lokale druiven stonden, die de nodige waardering verdienden. Denk aan grenache, syrah, mourvèdre en zelfs carignan van oude stokken. Het was uiteindelijk verstandig om voor de officiële appellations van deze gebieden alleen deze lokale druiven toe te staan, vanwege hun typiciteit voor de streek en de terroirs. Een ontwikkeling die wellicht werd versneld door de klimaatopwarming. De aanplant van druiven als sauvignon blanc en pinot noir hier bleek uiteindelijk niet zo’n goed idee. De druiven van buitenaf werden ‘veroordeeld’ tot de IGP’s, en dat bleek ook goed te werken, want ook die zijn tegenwoordig ook behoorlijk succesvol, overigens net als Vin de France, een type wijn waarbij een grote vrijheid geldt. De combinatie van al deze aanduidingen blijkt goed te werken. En de goede appellations, zoals Pic Saint-Loup, Faugères, Saint-Chinian of Terrasses du Larzac – om er een aantal te noemen – varen er wel bij.

Op reis door Chili zag ik hoe daar met het ‘systeem’ van herkomstbenamingen wordt geworsteld. Natuurlijk, de Europese Unie ziet graag dat er herkomstbenamingen op de flessen staan, dus die staan er ook keurig op. Maar de Chileense (export)markt wordt voor 90% beheerst door de ‘grote drie’, Concha y Toro, Viña San Pedro en Santa Rita. Die hebben er voor de meeste wijnen die ze maken geen belang bij om de herkomst te benadrukken. Net als de grote Nederlandse zuivelproducenten geen belang zouden hebben bij een officiële herkomstbenaming voor ‘Gouda’-kaas.

De meeste wijnen worden verkocht als eendruifswijnen, vaak in de supermarkt. De officiële herkomstbenamingen, zoals Maipo Valley of Colchagua Valley zijn gebaseerd op de Chileense indeling in regio’s. Dus Colchagua Valley zegt in de praktijk in feite niets over het karakter van de wijn die je koopt, de verscheidenheid in terroirs is domweg veel te groot. Bovendien, als je aan lokale producenten vraagt wat het verschil is in karakter tussen wijnen uit Colchagua Valley of Cachapoal Valley, halen ze hun schouders op. Zelfs dat verschil is lastig te benoemen, daar kunnen we wel van uit gaan.

Een halfslachtige poging om te werken met de aanduidingen ‘Costa’ voor wijnen van de koelere kust of ‘Andes’, voor die aan de voet van de bergen, heeft ook weinig betekenis. Lang niet iedereen gebruikt deze aanduiding. Bovendien is in bijvoorbeeld Colchagua de ‘Costa’ zo ruim gedefinieerd, dat ook wat warmere wijngaarden verder van de Stille Oceaan er onder vallen. Zo blijft het modderen voor de kleinere producenten met hoogwaardige wijnen. Die kunnen het karakter van de wijnen moeilijk aanduiden door de herkomstbenaming. Als tegemoetkoming zijn er nu een paar specifieke appellations, zoals de D.O. Apalta, een wat koeler stukje in het hart van Colchagua Valley. Belangrijk voor een bekende producent als Montes.

Opmerkelijk genoeg zijn de producenten in Mendoza, Argentinië, in dat opzicht een stap verder. De ontwikkeling van de wijnstreek Uco Valley, de afgelopen dertig jaar, heeft er voor gezorgd dat dit als streek duidelijk afgebakend is, met wijngaarden op hoogte, tot inmiddels wel 1600 meter. Uco Valley is weer opgedeeld in drie onderappellations, die elk ook weer specifieke kleinere appellations binnen hun grenzen hebben. Eigenlijk een meer Europese aanpak. Met het verschil dat de vrijheid bestaat dat je de druiven mag planten die je wilt. Maar daarin is de tendens duidelijk dat goed wordt gezocht naar welke plek de beste is voor welke druif. Het mooie is dat de consument die zich er graag in verdiept, goed kan zien waar zijn wijn vandaan komt, en zo ongeveer van welke hoogte, ook van belang voor het karakter. De topproducenten maken er voor hun beste wijnen dan ook graag en goed gebruik van. Een interessante en mooie ontwikkeling die één ding mooi laat zien: appellations zijn zo gek nog niet.

Ronald de Groot

Reageer op dit item

nl Nederlands