Afgelopen maandag had ik het voorrecht een seminar met proeverij te mogen presenteren over de wijnen van Nizza. Altijd leuk, en voor mij ook weer leerzaam. Wat me opviel is dat de streek, zelfs bij de kenners in de zaal, niet enorm bekend was. Behalve bij de paar enthousiastelingen die er regelmatig kwamen – ook weer heel leuk. Dus in dat opzicht is zo’n proeverij dan ook nuttig. Nizza wordt gemaakt ten zuidoosten van Asti, op basis van uitsluitend barbera. Toch waren de verschillen tussen de wijnen groot. Wat opviel was dat sommige wijnen flink wat alcohol hadden, tot wel 15,5%, zonder dat het ze uit balans bracht. Er wordt vaak gesproken over de veronderstelde wens van wijndrinkers om wijnen met minder alcohol te drinken. Maar de structuur en het zoet van de alcohol maakt de wijnen nu eenmaal ‘gemakkelijker’. Zonder dat ze echt ‘zoet’ zijn. Er mag ook niet meer dan 4 g/l restsuiker in zitten. Gelukkig maar. Er zijn al genoeg wijnen op de markt met flink wat zoet.
Ik moest daar aan denken op het moment dat een van onze panelleden me afgelopen dinsdag influisterde dat we in Perswijn maar eens een keer aandacht zouden moeten besteden aan Pinot grigio. ‘Al die artikelen over ingewikkelde wijnen en streken die jullie schrijven. Pfff. Pinot grigio is nu eenmaal een stuk minder ingewikkeld. En het is ontzettend populair. Zoveel mensen vragen om een glas Pinot grigio als ze in de horeca zitten.’
Tjonge, wat een dilemma. Moeten wij over iets schrijven omdat het populair is? Ik moet daar eens rustig over nadenken. Laat ik het zo zeggen. Proeven doen we sowieso álles. We vragen wijnen aan uit Veneto bij de importeurs, dus ook Pinot grigio uit die regio. Of uit Zuid-Italië, dus ook de o zo zoetige wijnen die soms uit Puglia komen. Er over schrijven? Ik denk alleen als we er een keer ter plekke gaan kijken, om er dan ook wat dieper in te duiken. Uiteindelijk schrijven we voor lezers die iets verder kijken dan hun neus lang is. Die niet op voorhand denken dat elke Pinot grigio lekker is. Of op voorhand denken dat elke Pinot grigio níet lekker is. Eerst proeven, dan oordelen.
Onlangs hoorde ik weer iemand zeggen geen Chardonnay te lusten. Gelukkig viel het glas Blanc de blancs champagne dat ik schonk toch erg in de smaak. Het is, lijkt het wel, iets van deze tijd, dat zelfs druiven een soort ‘merkgevoel’ oproepen. Wat ook geldt voor sommige wijngebieden. Maar als we naar het noorden van Italië kijken, dan leidt de populariteit van Pinot grigio en van Prosecco tot een soort kaalslag onder de lokale druiven van de streek, zoals ribolla gialla en friulano. In Friuli-Venezia-Giulia, waar ik vorig jaar was, werd prosecco door sommigen gezien als een soort van gezwel, dat alle andere druivenaanplant verdringt. Tegelijk wordt ter plekke ook voortreffelijke Pinot grigio gemaakt, laten we dat vooral niet vergeten. Gewoon mooi krachtig en droog, in een klassieke stijl.
Ik zal zoetige, industriële wijnen, aangezoet met restzoet dat zelfs van Argentijnse druiven kan zijn gemaakt, beslist niet veroordelen. Laat iedereen drinken wat hij/zij lekker vindt, dat is en blijft het belangrijkste. Sterker, als je van cola overstapt naar wijn, is het een prima eerste stap. En ook als je liever geen Chardonnay drinkt. Maar er met enthousiasme over schrijven. Mwah. Misschien een kritische beschouwing, waarin ik wat dieper in dit bijzondere, en inderdaad zeer succesvolle fenomeen duik. Ik zal er eens rustig over nadenken.
Ronald de Groot
Ik geniet weer van dit artiekel. Uitstekend toegelicht waarom je niet over industriele wijnen wilt uitwijden.
Daar zijn andere bladen die volstaan met reklame veel beter in. Perswijn is uniek !
Gaat zo door, en laat je niet verleiden door de massa.