Een mailtje uit Portugal, het dal van de Douro: ‘Sinds 1 november 2021 is er hier 70% minder regen gevallen dan normaal. En dat na drie eerdere droge jaren. Dat betekent een extreem kleine oogst dit jaar.’ In het licht van de verzengende droogte van deze zomer niet eens zo’n opmerkelijk bericht. Want we kunnen er niet omheen: de droogte in Europa heeft een sterke impact op de wijngaarden in de verschillende wijnlanden.
Het is een consequentie van de klimaatverandering, die we allemaal onder ogen moeten zien. Hoewel, als we naar de extreme droogte kijken, dan spreken weerkundigen ook van toeval. Zo stond in de Volkskrant een verhaal over de extreme droogte van 1921. Ook toen stonden de rivieren praktisch droog en verdorden de oogsten op de akkers. Een hogedrukgebied boven de Britse eilanden hield de regen maanden op afstand.
Toch kunnen we moeilijk ontkennen dat de klimaatverandering van invloed is. Zo zijn de temperaturen hoger en extremer dan een eeuw geleden, zodat er meer water verdampt. Ik las een interessante uitleg van weerman Harry Otten over de huidige situatie. Hij stelt dat het smelten van de ijskap van de Noordpool zorgt voor een kleiner temperatuurverschil tussen pool en evenaar. Daardoor zou de straalstroom minder sterk worden, en zouden weersystemen, zowel met hoge druk als met lage druk langer op hun plek blijven. Dus lange periodes van droogte kunnen worden afgewisseld met langere tijd regen op dezelfde plek, zoals bij de overstromingen van vorig jaar.
Het goede nieuws is dat wijnstokken meestal vrij goed tegen de droogte kunnen, zeker oudere stokken, die dieper wortelen. Tegenwoordig zie je in Europese wijngaarden wel meer irrigatie, maar de achtergrond is vaak economisch. Producenten willen er in dat geval nogal eens zeker van zijn genoeg te kunnen oogsten.
De hoge temperaturen zijn wellicht meer een probleem, omdat daardoor -in combinatie met de droogte en de waterstress- de rijping van de druiven blokkeert. Maar vaak is een klein beetje regen al genoeg om de druiven te ‘deblokkeren’, en hun rijping af te maken. Regen kwam er op veel plaatsen ook in de maand augustus, tot opluchting van velen, behalve degenen die werden getroffen door de – onvermijdelijke – hagelbuien.
De vraag of het daarmee een goede jaargang wordt, is van te voren eigenlijk niet goed te beantwoorden. Ik kan me herinneren dat in 2003, na een zeer hete zomer, direct werd geroepen dat het een topjaar zou worden, voordat de oogst binnen was. Achteraf bleken veel druiven door de hitte te veel verbrand om mooie wijnen op te kunnen leveren. Maar de goede wijnbouwers wisten wel degelijk ook goede wijnen te maken.
Inmiddels is veel bijgeleerd hoe om te gaan met dit soort omstandigheden. Bijvoorbeeld door meer schaduw in de wijngaard en zorgen voor minder verdamping van de bodem. En waterstress is in feite ook een vereiste voor het maken goede wijnen, omdat de druiven meer concentratie hebben. Goede jaren in een streek als Bordeaux zijn eigenlijk altijd jaren met voldoende waterstress.
De Champagnestreek gaf al vast een voorschot. De oogst van dit jaar wordt ‘uitstekend’ genoemd, zowel in kwaliteit als in kwantiteit. Bijna juichend wordt gemeld dat de voorraden, die door de regenachtige zomer en de voorjaarsvorst van 2021 flink gedecimeerd waren, weer goed kunnen worden aangevuld. De oogst begon in het zuiden van de Champagne al op 18 augustus – ook weer als gevolg van de warmte.
De vroege oogst is een teken aan de wand. Het behoud van zuren is met de warmte een uitdaging, en dat zal niet alleen voor de Champagne gelden. Oogsten op het juiste moment, met goede rijpheid, is bij een steeds vroegere oogst een groeiend probleem. In dat opzicht lijkt 2022 een voorproefje van wat de komende jaren nog komen gaat. De wijnboeren -en wij- zijn gewaarschuwd. Verandering is onvermijdelijk.
Ronald de Groot