Taal is een fascinerend fenomeen. Als je je hele leven al schrijft –ik begon zelf tijdens mijn studie als bijbaantje met het schrijven van collegedictaten voor mijn medestudenten- zie je dat taal prachtig is, maar ook tot veel misverstanden kan leiden. Je kunt gemakkelijk iets verkeerd formuleren, zodat degene die het leest iets anders begrijpt dan je bedoeld hebt. Dat is een van de redenen dat ik zoveel mogelijk vermijd om discussies te voeren via mail of sociale media. Een kleine venijnigheid of onjuiste formulering kan leiden tot grote misverstanden. Dan liever een gesprek.
Ik kom hier op omdat de Franse diplomatie afgelopen week een zeldzame (ver)taalfout maakte, bij de bekendmaking van het nieuwe kabinet. In het Engelse persbericht stond vermeld dat er een nieuwe ministerspost kwam: “minister for attractiveness”. Deze vertaling leidde bij Engelstaligen tot veel hilariteit, want een minister van “aantrekkelijkheid” werd nogal bijzonder gevonden. Zo aantrekkelijk zag de nieuwe minister er nu ook weer niet uit… De Fransen zitten diep in de economische puree, dus deze nieuwe minister moest zorgen voor het aantrekken van nieuwe investeringen, in het Frans “attractivité“. Het gelach werd nog luider toen de Fransen vermeldden dat ze toch echt goed in het woordenboek hadden gekeken. De dag er na werd bekend gemaakt dat de titel moest zijn “economic attractiveness.” Gelukkig maar.
De Fransen zouden moeten weten dat dit soort fouten gemakkelijk worden gemaakt. Zo is er een bekende anekdote dat minister Irene Vorrink ooit in Parijs flink werd uitgelachen toen ze zich voorstelde als “ministre du mileu”, minister van de onderwereld. Later ontkende ze overigens zelf die blunder te hebben gemaakt. Haar toenmalige baas, Joop den Uijl, noemde het ondernemingsgezinde Nederland ooit “a nation of undertakers”, een land van doodgravers. Hij ontkende overigens niet.
Zelf ben ik nog wel eens aan het puzzelen over vertaling van bepaalde ondergronden. Naar aanleiding van een bezoek aan Faugères dat ik onlangs bracht, zat ik te puzzelen op een vertaling van ‘schistes’, zoals de Fransen de lokale ondergrond noemen. Als je gaat googelen -tegenwoordig natuurlijk een verplichting- dan kom je als Nederlandse naam ‘schist’ tegen. Hm. Nogal onbevredigend. Want ik weet wel hoe het er uit ziet, maar als lezer heb je daar volgens mij geen voorstelling bij. Ook kom je de vertaling ‘leisteen’ tegen. Maar dat klopt niet helemaal, want leisteen is zwart en dunner. Het is niet hetzelfde gesteente. Daar helpt Wikipedia -ook een must- weer goed bij: “Schist heeft een hogere metamorfe graad dan schalie, leisteen en fylliet.” Pfff. Ik kom er niet uit. Moeilijk hoor. Taal is mooi, maar ook moeilijk. En vertalen misschien nog wel moeilijker.
Ronald de Groot
Het is in het Nederlands gewoon ‘Schist’.
Vergeet in dit kader Leisteen dat is slechts een broertje en komt meer voor, zoals je weet, in Duitsland waar het schiefer wordt genoemd.
Misschien ben je hier alleen in de war omdat dat woord ook met ‘sch’ begint….
Het zijn allemaal stollingsgesteenten (vulkaanwijnen) en daar heb je velen van (Basalt, Graniet, Gneis, etc.)
ha ronald
inderdaad soms hilarisch die vertalingen
de leukste vertaling vind ik nog steeds van toon hermans
toen hij trots vertelde dat de meeste franse wijn kattepis was
er stond immers chat eau op de fles
met vriendelijke groet
UIt de Oxford Companion to Wine: “The French word schiste means slate as well as schist, and is sometimes used loosely to mean shale.” (lemma door prof Jake Hancock, geoloog) Geen foute vertaling dus, gewoon een wat lossere omgang met het woord door de Fransen.