Overpeinzingen op maandag: Droge dag - Perswijn
overpeinzingen op maandag-Ronald de Groot
Columns

Overpeinzingen op maandag: Droge dag

Je kunt er moeilijk omheen. Iedereen kent tegenwoordig wel iemand die januari graag ‘droog’ houdt. Zelfs ik ken ze. Sinds de uitvinding van dit fenomeen, in Engeland in 2013, doen er jaar op jaar steeds meer mensen hieraan mee. Je vraagt je af waarom. Is het een schuldgevoel, dat je in de rest van het jaar te veel drinkt? Dan kun je beter het hele jaar door wat minder drinken, lijkt me. Gisteren had ik door omstandigheden -ik was uitgenodigd bij iemand die geen wijn in huis had- warempel een droge dag. Dat komt eigenlijk nooit voor. Ik drink nu eenmaal graag een goed glas wijn, en daar zie ik weinig kwaads in, zolang het maar niet te veel is. En mijn handen gingen niet trillen, dus dat was weer een geruststelling. Voor mij geen droge januari. Dat zou ook zonde zijn geweest van het glas Giscours 1920 dat ik onlangs kreeg aangeboden op Domaine de Chevalier.

Voor de wijnhandel is de onmiskenbare trend naar drankjes natuurlijk een uitdaging. Wat moet je daar mee? Ik zag dan ook meerdere aanbiedingen van ‘alcoholvrije wijn’ langskomen. Tja, ik weet niet zo goed wat ik daarvan moet denken. Ik vraag me in de eerste plaats af of je voor ‘het ware product’ wel zo nodig een vervanger moet zoeken in dezelfde richting. Waarom moet het wijn zijn, als je alcoholvrij wilt? Mooie thee met een bubbel, is dat niet lekkerder? Het is net als een hamburger of een rookworst. Waarom zou je die moeten vervangen door een vegetarische hamburger of een vegetarische rookworst? Maak gewoon iets anders, met smáák, zou ik zeggen. Als je gewend bent om slechte rookworst te eten, is de vegetarische versie misschien niet erg. Maar ik eet graag goede rookworst, en dan wordt de overstap naar een vegetarische versie een stuk minder vrolijk.

Datzelfde geldt ook voor wijn, zo lijkt me. Althans als ik af ga op wat ik tot nu toe heb geproefd. Als je altijd zoetige wijntjes drinkt zonder karakter, dan stap je gemakkelijk(er) over naar alcoholvrij. Als je houdt van een mooi glas, is dat een stuk lastiger. Er is vaak iets anders nodig voor de smaak, zoals suiker. Dat was het geval bij een alcoholvrije wijn voor Perswijn #8 bij de redactielunch. Die was zodanig zoet, dat hij meer op appelsap leek. Bij de vis werkte dat niet. Bij bier heeft het ook lang geduurd voor er iets aardigs uit de bus kwam, en dat is al lastiger bij speciaalbieren.

Slimme bedrijven kunnen toch goede zaken doen met alcoholvrije wijn. Een jaar geleden was ik bij Rotkäppchen. Daar proefde ik rood en wit alcoholvrij. De witte was redelijk drinkbaar. De alcohol wordt er met een geavanceerd procedé uitgehaald. Van de alcohol wordt (dure) brandy gemaakt. En de alcoholvrije wijn wordt duur verkocht aan de groeiende groep liefhebbers. Een mooie win-win-situatie. Superslim.
Maar er zijn nog gemakkelijker manieren om van deze trend te profiteren. Zo is er nu een product op de markt dat alcoholvrije wijn wordt genoemd. Het wordt aangeprezen dat het zo is gefermenteerd dat er geen alcohol in de wijn terecht is gekomen. In dit geval is heeft er nooit alcohol in gezeten. Hmm. Dit noemen wij gewoon druivensap. Verkoop het dan ook als druivensap. Maar ja, zolang de goedgelovige meute het als ‘wijn’ ziet, is het lekker cashen. Ik neem nog een glas. Met alcohol.

Ronald de Groot

Reageer op dit item

nl Nederlands