Zo, gisteren was het weer tijd om naar huis te rijden. Niet op een zwarte zaterdag, want dat behoort tot de grotere ongenoegens van het Franse leven. De weersvoorspellingen zeggen dat we van heerlijke warmte een soort herfstweer induiken. Geen leuk vooruitzicht, aan het einde van de vakantie. Nou ja, vakantie, de moderne techniek stelt de werkende mens in staat overal door te gaan -in elk geval met het werk dat wij doen. Dus het vergt wel wat discipline om ook echt vakantie te houden. Gelukkig lukte dat af en aan wel, met onze eindredacteur als grootste ‘slachtoffer’.
Een andere moderne techniek die me enorm heeft geholpen, is die van de elektrische fiets. Die stelt je in staat om in de Dordogne, waar wij zaten, alle heuvels te beklimmen die we maar wilden. Normaal gesproken is dat met het warme zomerweer een te zware inspanning. Wat opvalt, als je zo rondfietst, is dat je overal in de buurt kleine wijngaardjes ziet. Veel meer dan je zou verwachten, want we zitten hier helemaal niet in een officiële appellation. De dichtstbijzijnde AOP is Pécharmant, op een klein half uur rijden naar het zuidwesten.
Dat brengt me bij een vraag van een lezer, Marieke Kruize: ‘Hoe kijk je aan tegen de ‘drang’ van mensen om wijn te willen maken? Waar ook ter wereld, of het klimaat er geschikt voor is of niet, of er markt voor is of niet.. Ik ben al op veel plaatsen geweest waar druiven worden verbouwd en lokale wijn wordt gemaakt, soms vanuit historie, soms vanuit nieuwsgierigheid, maar vaak ook kwalitatief niet interessant genoeg om wereldwijd te verkopen. Waarom is wijn een product dat we overal ter wereld willen maken?’
Deze kleine wijngaardjes in de Dordogne zijn bedoeld voor ‘eigen gebruik’ -en dat van familie en vrienden uiteraard. Als je de eigenaren aanspreekt, dan geven ze je nog graag een flesje ook, trots als ze zijn op hun eigen wijn. Dat is het bijzondere van wijn, het hoeft niet altijd kwalitatief hoogstaand te zijn, zeker niet als het voor eigen gebruik is. Het gaat om het plezier. En het plezier van het delen.
Het verschil met andere landbouwproducten, zoals graan en aardappelen, is natuurlijk dat je na de oogst zelf je wijn kunt maken. En laten we niet vergeten dat daarbij alcohol ontstaat, wat waarschijnlijk altijd is ervaren als een plezierig genotmiddel. Als je kijkt naar de oudste vondsten op wijngebied, zoals die van zo’n 8000 jaar terug in Georgië, kun je constateren dat wijn een belangrijke rol speelde in de gemeenschap. Wijn werd gemaakt en bewaard in ondergrondse, ingegraven amforen, die zorgden voor een vrij constante temperatuur.
Daarna is de hele geschiedenis doordrenkt van de wijn. Overal kom je wijn tegen. In de bijbel, de Griekse mythologie, en natuurlijk in de Romeinse tijd. De Romeinen namen de druivenstok mee overal naartoe, omdat ze niet zonder wijn konden. Daarna zette de kerk het zegenende werk van de Romeinen met plezier voort.
Daarmee werd de basis gelegd voor de moderne wijnbouw. En voor al die kleine wijngaardjes overal, ook als de omstandigheden het eigenlijk niet toelaten. In Hollandse polders, op Zweedse eilanden, op Montmartre, in de tropen, zoals in Thailand en Brazilië. En waar je ook op bezoek gaat, elke wijnmaker is trots op zijn product en laat het je graag proeven. En inderdaad, veel wijn is niet geschikt om wereldwijd te verkopen. Maar degenen die hem maken, hebben er zelf veel plezier van. En van de wijnen die wel wereldwijd worden verkocht, of soms gewoon op heel kleine schaal, daar hebben wij weer plezier van. Dat is het mooie en bijzondere van wijn.
Ronald de Groot