Een bezoek aan Shanghai, zoals ik dat vorige week heb gebracht, is vooral heel ontnuchterend. Hier in Nederland proberen we iedereen aan mooie wijnen te helpen. Wij zitten wat ze noemen in een ‘ontwikkelde markt’. Een markt waarin de wijndrinkers zoeken naar goede wijnen voor een goede prijs. Voor veel wijnproducenten betekent het dat er weinig eer aan te behalen valt. Het valt niet te verwachten dat de wijnconsumptie zal stijgen. Als je iets wilt verkopen, zul je iemand anders van de markt moeten verdringen.
Nee, dan de landen waar de consumptie nog laag is, en de interesse groeit. Dat zijn vaak ook landen waar nu veel sterke drank wordt genoten, en langzaam wordt overgestapt op wijn. Voorbeelden zijn landen als Polen, Zuid-Korea, en natuurlijk China, waar de consumptie meestal tussen de 1 à 2 liter per hoofd van de bevolking ligt. Nog even wat anders dan de pakweg 22 liter die wij gemiddeld per persoon wegwerken.
En iedereen is het er over eens dat de meest hopeloze markt ter wereld het Verenigd Koninkrijk is. Daar willen ze voor een penny op de eerste rang zitten. Niets betalen, en toch mooie wijn. Dan liever naar China. Daar komt bij dat de Brexit zorgt voor de nodige onzekerheid. Als er een harde Brexit komt -en dat kan zomaar- dan zijn er in één klap geen regels meer voor de etikettering van wijn, want die hebben de Engelsen zelf niet, dat zijn EU regels. De man in the street beseft niet wat de consequenties hiervan zijn, zelfs politici niet. Best vreemd eigenlijk. De Brexit gaat natuurlijk niet alleen maar over wijn. Maar als de Londenaren straks hun glaasje prosecco moeten missen, of de klassieke wijndrinkers hun claret, dan zal pas écht duidelijk worden dat het misschien beter toch bij een remain had kunnen blijven.
Ronald de Groot