Hoe vaak ik ook wijnen proef, en wat voor wijnen het ook zijn, het is altijd leerzaam. Wijn staat nooit stil, en dus mag ik ook niet stil staan. Idées conçues, ideeën die al van te voren vaststaan, zijn uit den boze. Wat mij betreft geldt dat in hoge mate voor onze ideeën over wijnjaren. De menselijke geest –ook de mijne- maakt het soms nodeloos ingewikkeld, maar heeft vaak ook de neiging het op het vlak van goede en slechte wijnjaren simpel te houden. Dat heeft ook een aantrekkelijke kant. Als ik bedenk dat Bordeaux 2013 het minste jaar is van deze eeuw tot nu toe, dan weet ik ook dat ik voor mijn kelder met een boog om deze wijnen heen kan lopen.
Afgelopen week had ik het voorrecht een kleine serie wijnen van Ornellaia, het topdomein uit Bolgheri, te mogen proeven. Op tafel stonden 2004, 2002, 2001 en 1997. ‘Kenners’ weten dan direct dat 2002 een matig jaar is. Niet alleen in Bordeaux, maar ook in Toscane. Toch moest iedereen aan tafel erkennen dat de 2002 van Ornellaia een prachtige wijn is. Minder groots inderdaad dan 2004 en 2001, zeker. Maar omdat het een lichter jaar is, was hij misschien wel het lekkerst om nu te drinken. De bediening en de chef van het restaurant mochten ook even meeproeven. Hun oordeel: ‘2002 is het lekkerst’.
Het leerde me twee dingen. Ornellaia is werkelijk een grote wijn. Duur, maar tegelijk met de dure plicht om ook in mindere jaren gewoon heel goede wijnen te maken. En het leerde me dat je ‘mindere’ jaren nooit zomaar moet afschrijven. Bovendien zijn ze minder duur en gemakkelijker verkrijgbaar.
Een verdieping van onze ideeën die heel nuttig kan zijn. Want dat kan prima buitenkansen opleveren. Zo heb ik ‘en primeur’ wat heerlijke Sauternes 2013 kunnen kopen voor letterlijk spotprijzen. Omdat iedereen ‘wist’ dat 2013 voor Bordeaux slecht was, realiseerden weinigen zich dat 2013 voor de Sauternes –leve de regen!- een topjaar is. Iedereen liep dan ook met een boog om deze heerlijke zoete wijnen heen. En dat is dan weer leuk meegenomen voor wie zich er wat meer meer in verdiept en niet meteen uitgaat van vaste ideeën. En zeker niet die over ‘gedoemde’ jaren.
Ronald de Groot
Sauternes heeft mij nooit kunnen bekoren. Het verwonderd mij dat je zegt: ik kon eental flessen op de kop tikken. Mijn vraag: ben ik een uitzondering en wordt het toch nog veel gedronken? Bij het toetje of bij kaas in restaurants merk ik dat het toetje meer en meer wordt overgeslagen en de kaaswagen in er bijna niet meer.