Nederland heeft een bijzondere relatie met ‘oranje’. Nou ja, als we met ‘oranje’ het Nederlands voetbalelftal bedoelen, dan is deze relatie aardig bekoeld. En het koningshuis geeft de nodige discussie, maar tegelijk is dat ‘oranjegevoel’ natuurlijk helemaal niet weg te denken, je ziet de nationale kleur overal waar Nederland zijn beste beentje voor zet.
Op wijngebied is het oranjegevoel minder vanzelfsprekend. Afgelopen zaterdag zat ik in een van de nieuwe trendy Amsterdamse wijnbars -4850, in de Camperstraat, gaat dat zien- aan mijn tafelgenoot uit te leggen wat de vermelding ‘orange’ op de kaart nu precies inhoudt. Nou ja, precies is het woord eigenlijk niet. Ik vertelde eigenlijk wat het zo ongeveer inhoudt.
In een wereld waarin witte wijnen fruitig en zeker niet geoxideerd mogen zijn –behalve de bekende uitzonderingen, zoals madera of sherry- is het niet zo gek dat de gewone wijndrinker zich afvraagt wat oranje wijn in godsnaam nu weer betekent. Slechts een kleine groep liefhebbers is er mee bekend, en dan waarschijnlijk ook nog alleen in Amsterdam & omstreken, waar de echte fanaten dit type wijn zien als de ultieme ‘oude’ natuurwijn, afkomstig van onze Georgische wijnvoorvaderen. Dat het begrip lastig te definiëren valt, schreef ik al in mijn artikel over Georgië, eind vorig jaar. Daar zie je al weer een nieuwere trend: het maken van wit met schilcontact zonder oxidatie. Oranje wijnen, die niet oranje van kleur zijn.
Niet zo gek dus dat veel importeurs zich na onze laatste flesaanvraag vertwijfeld afvroegen wat we bedoelden met ‘wit gemaakt met schilcontact’ als een van de nieuwe onderwerpen. Ook wij moeten met onze tijd mee. Het fenomeen bestaat nu eenmaal en geniet een bepaalde populariteit. Verwarring alom dus. Tja, oranje wijnen wilden we het dus niet noemen, want die kleur is niet maatgevend. Bovendien heb je dit type wijn tegenwoordig in allerlei vormen. De nieuwe generatie wijnboeren heeft geen vast recept, maar laat de witte druiven soms een paar dagen op de schillen gisten, soms weken. Maar ook maanden of jaren schilcontact is mogelijk. Ales Kristančič van Movia, bij wie ik gisteren op bezoek was, laat de witte druiven zo’n twee maanden in contact met de schillen. Hij past deze methode toe op een moderne manier. Zulk soort wijnen willen we dus graag proeven. Geen kwestie van alle fiches techniques doornemen, maar even bedenken –of weten- welke wijnboeren zich van dit soort technieken bedienen. Want zeker nu de inzichten voortschrijden, zitten er bijzondere en interessante wijnen bij. Tegelijk is het goed te beseffen dat het over de hoofden van veel wijndrinkers heen gaat. Misschien is dat ook een aardige takeaway voor de trendy sommelier: veel gasten zijn helemaal niet op de hoogte van dit fenomeen, en ze zijn er misschien ook helemaal niet van gediend.
Ronald de Groot