In mijn vorige blog beloofde ik deze keer iets meer te vertellen over het theoriedeel van het examen. Dus laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. Het theorie-examen bestaat uit vijf onderdelen, elk met een eigen onderwerp. Zo gaat ‘paper 1’ over alles wat met wijnbouw te maken heeft en ‘paper 4’ over het verdienen van geld in de wijnindustrie. Het examen bestaat uit verschillende vragen, waarover essays geschreven moeten worden. De onderwerpen zijn zeer divers.
Ze kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de plantdichtheid van een wijngaard, over ziektes die in de wijngaard voorkomen, maar ook over wie waarmee geld verdient in de wijnwereld. Elk essay telt zo’n 1000 woorden, moet een goede inleiding, een duidelijk structuur en een logische conclusie hebben. Om zo’n essay te schrijven heb je tijdens het examen ongeveer een uur. Dat wil zeggen, je mag drie essays schrijven in drie uur. En dat is dan alleen nog maar ‘paper 1’! Om te laten zien dat je een onderwerp echt begrijpt, is het belangrijk om in het essay meerdere voorbeelden uit de wijnwereld te gebruiken. Het is de bedoeling dat je voorbeelden uit verschillende gebieden geeft. Hoe je aan al die voorbeelden komt? Afreizen naar veel verschillende wijnregio’s en veel wijnproducenten bezoeken! Maar ook wijnbeurzen zijn ideaal om met producenten te praten. Wat een straf…
Om de voorbeelden te verzamelen is het handig om een aantal vragen voor te bereiden die je kunt stellen aan de wijnmakers, marketeers en andere interessante mensen die je tegenkomt. Mocht je ooit op reis zijn met een Master of Wine student, dan snap je nu waar al die rare vragen vandaan komen, bijvoorbeeld over de pH van een wijn. De voorbeelden moeten origineel, precies, gedetailleerd en actueel zijn. Daarnaast is het ook de bedoeling dat de voorbeelden uit de hele wereld komen, en zowel van kleine als van grote wijnbedrijven. En dat je vooral zelf kritisch blijft denken en dus niet zomaar alles wat iemand zegt voor waar aanneemt. Naast het bestuderen van alle theorie is ook het verzamelen van alle voorbeelden een klus op zich!
Ik heb inmiddels aardig wat voorbeelden verzameld. Zo kreeg ik tijdens een bezoek aan Kanonkop in Stellenbosch uitleg over hoe ze de gebrande smaak in Pinotage voorkomen. Voor de geïnteresseerden: dat doen ze door al na drie dagen alcoholische vergisting de druiven te persen, waarna ze de wijn verder laten vergisten. Een bezoek aan Provins in Zwitserland was ook heel interessant. Deze coöperatie in Valais maakt zo’n 150 verschillende wijnen afkomstig van ongeveer 1000 hectare wijngaarden. De logistiek in de kelder is daarom heel strak geregeld. De wijnen die zij maken zijn deels van typische Zwitserse druivensoorten, zoals de petite arvine. Verder was het interessant dat ze naast eiken vaten ook larikshouten vaten hebben. En wat ik nog nooit eerder gezien had: een roestvrijstaal vat in de vorm van een barrique.
Wijnbeurzen zijn ideaal voor het verzamelen van voorbeelden. Je krijgt hier ook de kans om veel wijnen te proeven. Omdat het alleen niet echt mogelijk is om allerlei wijnen naast elkaar te proeven, is het haast nog beter om op beurzen voorbeelden te verzamelen. Helaas lukt dat niet altijd, omdat de mensen in de stand vaak niet de details over de wijn en de vinificatie daarvan weten. Maar tref je een wijnmaker bij een stand, dan kunnen de gesprekken erg leuk worden. Soms krijg je na een paar vragen wel een beetje een vragende blik. Maar als je uitlegt dat je een MW-student bent, begrijpen ze meteen waar al die vragen vandaan komen. Het is goed om ook leuke en originele voorbeelden te hebben. Als het over ziektes en plagen in de wijngaarden gaat, heeft bijna iedereen wel voorbeelden over veelvoorkomende insectenplagen. Kom je met een voorbeeld over bavianen in de Zuid-Afrikaanse wijngaarden en weet je de examinator enigszins te verrassen, dan is dat altijd goed voor de extra punten. Maar dat gaat met dit voorbeeld helaas niet meer lukken. Het is gebruikt tijdens een van de lesdagen en is nu dus niet zo origineel meer.
Gelukkig doe ik het verzamelen van voorbeelden niet alleen. Met twee medestudenten uit Zwitserland vorm ik een studiegroep. Samen bezochten we al een aantal regio’s en er staan er meer in de planning. We verzamelen dus samen voorbeelden, maar delen ook de voorbeelden die we individueel verzamelen. Hierover hebben we wekelijks een Skype-overleg. Gezien het verschil in achtergrond leiden de verzamelde voorbeelden altijd tot interessante discussies. Nu maar hopen wat we – ook door elkaar scherp te houden – allemaal het eerstejaars examen gaan halen. Dat begint nu steeds dichterbij te komen. Het is begin juni, dus steeds minder tijd om alles te leren. Ik ga nu dus maar weer snel verder studeren!
Marije Bockholts