Ze moeten aangenaam verrast zijn geweest, de leden van de Union des Grands Crus de Bordeaux die deelnamen aan de presentatie van het oogstjaar 2011 in Amsterdam op donderdag 8 mei. Ze trokken immers een afgeladen grote zaal in The Grand. Heel wijnprofessioneel Nederland bleek van de partij.
De onder auspiciën van Perswijn georganiseerde proeverij was een primeur, want nog nooit eerder in het ruim 40-jarig bestaan van de Union stond een bezoek aan Nederland op het programma. Dat het er in 2014 eindelijk van gekomen is, heeft minder met doelbewuste strategie dan met toeval te maken.
De heren van de wijn
De komst van de Bordelais was geïnitieerd door de chique herenproefclub Académie des Cinquante, die nauwe banden onderhoudt met de Académie du Vin in Bordeaux. En daar zitten natuurlijk weer mensen in die ook binnen de Union een rol spelen. Voorzitter Olivier Bernard bijvoorbeeld, eigenaar van ondermeer Domaine de Chevalier. Zo kwam van het een het ander.Rond de 50 châteaux gaven acte de présence, ongeveer de helft van het totale aantal leden. Dat is zowel qua zaallogistiek als proeftechnisch een prima aantal, ware het niet dat een tweetal belangrijke appellations wel erg mager vertegenwoordigd was. Helaas viel er geen enkele producent uit Pauillac te bekennen en slechts een uit Sauternes. Dat mag volgende keer echt wel beter.
Banden met Nederland aanhalen
Perswijn sprak tussen de bedrijven door met Olivier Bernard en legde hem de vraag voor of hij en zijn Union in 2015 weer terugkeren. Olivier geeft toe dat Nederland wel degelijk een belangrijke markt is voor Bordeaux. Geen markt zoals China die in een mum van tijd ontstond, maar een met een lange traditie. Een sterk op prijs gefixeerde markt, maar wel een die weer interessant wordt nu de Bordeauxrage in het Verre Oosten over zijn hoogtepunt heen lijkt en er moeilijk verkoopbare jaren als 2011, 2012 en 2013 aan de man gebracht moeten worden. Het is nu aan de Bordelais om die historische Nederlandse markt weer te gaan bewerken.Van een ding kan hij overtuigd zijn: de belangstelling onder professionals voor de wijnen uit zijn gebied leeft nog altijd. Hij was dan ook aangenaam verrast dat de magie van Bordeaux kennelijk onverminderd werkt.Of de Union in 2015 weer naar Nederland komt, is volgens Bernard nog geen uitgemaakte zaak. Het zal afhangen van de tevredenheid bij de Nederlandse markt en bij de deelnemende châteaux. Een mogelijk alternatief zou een hernieuwd bezoek over twee jaar kunnen zijn, dan met zowel 2012 als 2013 om te laten proeven.
Prijzen
Een onvermijdelijk gespreksthema zijn natuurlijk de prijzen. Bordeaux heeft het imago duur te zijn. Bernard ziet dat anders: Bordeaux is niet alleen maar duur. Van de 10.000 producenten doen ongeveer 260 mee aan de primeurverkoop en daarvan kun je er naar zijn mening maar 50 echt duur noemen. Van de 50 aanwezige châteaux in Amsterdam zouden er 45 heel redelijke prijzen voor hun 2011 hanteren. Naar Bordelaise normen althans.Bernard erkent dat met de oogstjaren 2009 en 2010 een deel van de prijzen ongezond de lucht in geschoten is, maar merkt tegelijkertijd op dat in zijn optiek het daaraan voorafgaande 2008 juist een jaar is met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. Ook relativeert hij de publicitaire waarde die aan oogstjaren gehangen wordt. Kijk liever naar de drinkbaarheid van een jaar. Ook 2011 komt wat dat betreft goed voor de dag. Toch aarzelt Bernard niet om te waarschuwen voor illusies dat het algehele prijspeil zal dalen tot het niveau van 2008 of lager. Overmatige Bordelaise zelfverzekerdheid? Dat valt wel mee, want in een adem bepleit hij redelijkheid van de kant van de producenten.
Primeur: ja, mits
Primeurverkoop en –aankoop hebben alleen reden van (voort)bestaan wanneer die zowel bij de handel als de consument voor een glimlach zorgt. Lees: winst oplevert ten opzichte van een latere prijs. Zo niet, dan heeft het geen zin. Een interessante uitspraak nu de primeurcampagnes voor zowel 2011, 2012 en al helemaal die voor 2013 uiterst moeizaam verlopen zijn.
Sprekende van 2013: de anders behoedzaam formulerende Bernard windt er geen doekjes om niet geamuseerd te zijn over de hoge prijs die Pontet-Canet voor zijn 2013 gevraagd heeft. Hiermee is volgens hem een verkeerd signaal afgegeven en het collectief doorbroken. Terzijde: Bernard bracht zelf zijn Domaine de Chevalier voor een door de handel als alleszins redelijk beschouwde prijs uit.
Samen sterk
Eenheid binnen de gelederen is een van Bernards speerpunten voor zijn voorzitterschap. Een tweede is een efficiënte organisatie. Dat kan bijvoorbeeld samenwerking betekenen met de Grand Cercle, die andere club in Bordeaux van serieuze producenten. De derde prioriteit, een vanzelfsprekendheid eigenlijk, is kwaliteit. Over interne zaken wil hij niet zo veel kwijt, hoe men omgaat met zwakke broeders bijvoorbeeld. Een notoir voorbeeld daarvan in het verleden was Croizet-Bages dat jarenlang wijnen uitbracht die een cru classé onwaardig waren. Bernard beperkt zich tot de opmerking dat over zulke zaken binnenskamers gesproken wordt.Anders dan het Classement uit 1855 staat de in 1973 opgerichte Union open voor veranderingen. Sommige châteaux zijn sindsdien al lid, andere zijn er juist bijgekomen. Eenmaal per jaar wordt beslist over kandidaten die zich gemeld hebben. Mocht Latour zich nog eens voor de Union melden, dan zal volgens Bernard de toelating in een ommezien geregeld zijn.
De Union organiseert op jaarbasis zo’n 80 evenementen binnen Bordeaux en ver daarbuiten. Leden ervan reizen tegenwoordig de hele wereld rond. Er worden meer steden aangedaan dan vroeger, met dien verstande dat er villes primaires zijn en villes secondaires. In het eerste geval, bijvoorbeeld New York, is iedereen aanwezig, in het tweede geval, zoals Amsterdam, de helft. Begrijpelijk, want al dat reizen kost natuurlijk veel tijd en geld.
Glimlach
Hoe zou volgens Bernard de perceptie van Bordeaux moeten zijn? Bordeaux moet, zoals hij een paar keer benadrukt, af van zijn dure imago. Producenten zoals hij zelf mikken op gepassioneerde wijndrinkers, wat iets heel anders is dan multimiljonairs. Wijn moet volgens hem altijd een glimlach oproepen, ook als hij een paar centen gekost heeft. Bevrediging schenken.Een bijzonder aandachtsgebied is de gastronomie. Sommeliers moeten afgeholpen worden van het vooroordeel dat Bordeaux identiek zou zijn met ouderwets en alleen iets voor een ouder publiek. Bernard is ervan overtuigd dat Bordeaux ook kan appelleren aan de smaak van een jongere generatie, dat wil zeggen mensen van rond de dertig. Juist daarom zou het ook wenselijk zijn om wat meer betaalbare wijnen op de kaart zien, pak weg tot 100 euro.
2011
Hoe beoordeelt Bernard het gepresenteerde oogstjaar 2011? Aan 2009 en 2010 zou hij naar eigen zeggen ***** met een uitroepteken geven – in 2010 maakte volgens hem 75% van zijn leden hun ‘beste wijn aller tijden’ –, terwijl 2011 varieert van ***(*) tot ****(*). Vergelijkbaar met 2007. O ja, droge witte en Sauternes deden het in 2011 erg goed.
Zie voor een recente, gedetailleerde beoordeling van 2011 (en 2010) het artikel in Perswijn 2014/2.
Tekst: René van Heusden
Fotografie: Ronald de Groot