Onlangs was ik weer eens een paar dagen in het Ahrdal, het kleine, maar o zo fijne Duitse koninkrijkje van spätburgunder. Het was naar aanleiding van het tweede Internationale Spätburgunder Symposium, waar die volgens velen meest edele der blauwe druiven gevierd werd.
Maar naast alle aandacht voor de later rijpende donkere pinot, eist de eerder rijpende variant, frühburgunder, opmerkelijk veel aandacht op in het Ahrdal, zeker als je bedenkt dat zijn aanplant erg beperkt is. Frühburgunder, in Frankrijk meestal pinot précoce of pinot madeleine genoemd, is de lieveling van pinotadepten, maar de producenten hebben er vaak een haat-liefdeverhouding mee. “Frühburgunder is als een diva, briljant maar o zo veeleisend”, zei Alexander Stodden van Weingut Jean Stodden in Rech. “De Arjen Robben onder de druiven”, voegde een journalist uit München er met een knipoog aan toe. Tijd voor een close up met focus op de Ahr en een lijstje favorieten uiteraard.
Oude variëteit
Pinot noir – spätburgunder in Duitsland – is met zekerheid een zeer oud druivenras. Het is goed mogelijk dat de druif die Columella al in de eerste eeuw na Christus in zijn De Re Rustica beschreef als ‘zijnde van de Bourgogne’, in feite pinot noir was. Hij kan het in ieder geval niet hebben gehad over een druif die door de Romeinen was meegenomen, want geen druif uit het zuiden heeft enige gelijkenis met het blad van pinot noir. Men vermoedt dan ook dat pinot noir ontstaan is in Noordoost-Frankrijk en niet ver af staat van een wilde druif. Eigenlijk kunnen we niet spreken van pinot noir als druivenras, maar moeten we het hebben over pinot, tout court. De variëteit is pinot en die heeft vele gezichten, waarvan frühburgunder (net als pinot blanc en pinot gris) er een is.
De vroeger rijpende variant van pinot noir zou best wel eens in het noordelijkste rode wijngebied van Europa, de Ahr, kunnen zijn ontstaan, waar de druif vanaf 1648 arriveerde en gedurende de ‘kleine ijstijd’ – eind 15e eeuw tot in de 19e eeuw – ontwikkelde. In die tijd werd spätburgunder namelijk vaak niet goed rijp en dat maakt een mutatie tot een vroeger rijpende variant niet onaannemelijk. Volgens het ampelografische meesterwerk Wine Grapes van Jancis Robinson, Julia Harding en José Vouillamoz wordt frühburgunder in de Duitse literatuur voor het eerst vermeld in 1824 (Braun), maar Duitse bronnen geven steevast 1831 als jaar van eerste vermelding. “…hij (frühburgunder) geeft een kostelijke en knappe rode wijn, met kleine maar vele druiven…die ook in slechte jaren rijp wordt”, schreef predikant en tevens landbouwkundige Johann Gottlieb Steeb in zijn Faßliche Anleitung zum Weinbau.
Bijna verdwenen, maar helemaal terug
Door zijn lage opbrengsten, nog eens verergerd door het vele plantmateriaal met virussen, dreigde de druif te verdwijnen, maar betrouwbaardere klonen en de officiële registratie als ‘kwaliteitsdruif’ in Duitsland sinds 1971 hebben frühburgunder behouden van een aftocht via de achterdeur. Vanaf 2007 mag frühburgunder, zij het enkel aan de Ahr, zelfs Grosse Gewächse voortbrengen: de diva is terug op het hoogste podium.
Maar haar optredens blijven schaars: in 2012 was er zo’n 262 hectare frühburgunder aangeplant in Duitsland (op een totaal van zo’n 102.000 hectare), waarvan bijna 35 hectare in Ahr. Vooral daar, op de steile hellingen van leisteen en grauwacke, geeft frühburgunder zeer fraaie wijnen. Maar ook westelijk Franken, een deel van Rheinhessen, de Pfalz en Sachsen hebben een speciale affiniteit met de druif.
Klik hier om dit kaartje te vergroten.
Druiven zoeken…
Frühburgunder staat officieel te boek als een mutatie van pinot noir, die gemiddeld zo’n twee tot vier weken eerder rijpt. Vandaar het voorvoegsel ‘früh-‘ in tegenstelling tot ‘spät-‘ bij pinot noir. Ook de andere synoniemen verwijzen naar zijn vroege rijping. Bij pinot précoce spreekt dat voor zich (précoce betekent vroeg of voortijdig), maar ook in het geval van pinot madeleine bijvoorbeeld is dat zo, want die naam refereert aan het feit dat de druif soms al rijpte omstreeks de dag van Maria Magdalena, 22 juli. Om verwarring te voorkomen, zó vroeg kun je natuurlijk geen frühburgunder van hoge kwaliteit oogsten: in het Ahrdal wordt frühburgunder tegenwoordig gemiddeld vanaf midden september binnengehaald.
Zoals gezegd, frühburgunder zorgt nogal eens voor frustraties bij de producenten, ondanks de hoge kwaliteit van zijn wijnen. Notoir zijn de lage opbrengsten per plant -normaal hooguit 40 hl/ha, maar in 2013 bijvoorbeeld plaatselijk slechts 15 hl/ha- en de kleine druiven. Marc Adeneuer van Weingut J.J. Adeneuer in Bad Neuenahr-Ahrweiler verzuchtte onlangs: “Normaal hebben we het over Traubenlese, maar in het geval van frühburgunder over Traubensuche…”.Positief is dat de druif door zijn vroege rijping minder vaak problemen met botrytis kent, maar die vroege rijping heeft ook een keerzijde: problemen met wespen en vogels. Om die enigszins weg te houden, worden de wijngaarden vaak met netten afgedekt, hetgeen dan wel weer meer gunstige omstandigheden voor schimmels creëert. Het is dus niet allemaal ‘hoe eerder, hoe beter’… Er zijn momenteel vier Geisenheimer Klonen in omloop en een klein aantal van andere kwekerijen.
De ultieme expressie van pinot?
Alle moeite die de producenten in de wijngaard moeten doen, kan gelukkig in de kelder grotendeels beloond worden. Nogmaals, veel wijn geeft frühburgunder niet, maar de kwaliteit kan bijzonder hoog zijn; de wijn hoeft kwalitatief zeker niet onder te doen voor die van spätburgunder. Wel is hij anders. Jonge Frühburgunder heeft doorgaans meer kleur en aroma dan jonge Spätburgunder. Ook hebben de wijnen meer extract, maar niet zozeer meer tannine; de gezonde portie kleur en tannine -en de goede verhouding daartussen- maakt dat Frühburgunder best een beetje nieuw hout kan hebben.
Als je Frühburgunder proeft, weer in vergelijking met Spätburgunder, valt op dat de eerste meer smaakintensiteit voorin de mond heeft; Frühburgunder heeft een fruitigere, wat vollere aanzet. “In de smaak doet de wijn denken aan cassis met daarbij zure kersen”, zegt Marc Adeneuer. En over zijn ouderingspotentie: “Die komt vrijwel overeen met die van Spätburgunder”. Persoonlijk vind ik echter dat Spätburgunder in het algemeen ietsje meer complexiteit op de fles ontwikkelt. Maar hoe dan ook: Frühburgunder is een unieke wijn en al met al misschien wel de ultieme expressie van pinot, daar waar deze edele druif aan zijn grenzen leeft.
Frühburgunders om niet te missen
Uiteraard sluit ik af met een lijstje. De volgende Frühburgunders zijn niet goedkoop -dat moge duidelijk zijn, gezien de druifs karakter- maar absoluut goed voor wat de Duitsers tegenwoordig graag ‘Grosses Kino’ noemen (meer letterlijk ‘groots optreden, topperformance’, maar in spreektaal kortweg ‘super’):
Dernauer Pfarrwingert Frühburgunder Grosses Gewächs
Weingut Meyer-Näkel (Ahr)
(importeurs: Werkhoven Wijnen, De Coninck Wines, WijnReus)
Neuenahrer Sonnenberg Frühburgunder
Weingut J.J. Adeneuer (Ahr)
(importeurs: Wijnhaven Wijnimport, Wijnkoperij Schadee en Mensink, Wijnkoperij Pangkarra)
Recher Herrenberg Frühburgunder
Weingut Jean Stodden (Ahr)
(importeur: Riesling Partners)
Dernauer Hardtberg Frühburgunder Grosses Gewächs
Weingut Kreuzberg (Ahr)
(importeurs: De Coninck Wines)
Bürgstadter Centgrafenberg Frühburgunder R
Weingut Rudolf Fürst (Franken)
(importeur: Imperial Wijnkoperij)
Frühburgunder trocken Reserve
Weingut Philipp Kuhn (Pfalz)
(importeur: Riesling Partners)
In het rijtje past zeer zeker de 2016 Mayschosser Burgberg Frühburgunder van Sermann Kreuzberg. Deze jonge telg uit de familie maakt geweldige Burgunder!
Interessant en helder artikel; helpt om de aankopen tijdens een weekendje Ahr meer te duiden.
We hebben ook nog een “Madeleine Royal”
Die zit in de Muller Thurgau als kruising tussen Riesling en M.Royal.
Vandaar in dat de M.Thurgau in Frankrijk Rivaner genoemd wordt.
(Klinkt als…)