De pinot blanc is echt zo’n druif die we tegenwoordig in heel Midden-Europa vinden, van de Elzas tot in Baden en de Pfalz, in Oostenrijk, Slovenië en Noord-Italië, om maar een aantal voorbeelden te noemen.
Hij gedijt daar overal vrij goed en is vrij gelijkvormig in karakter. Hij heeft een zekere koelte nodig om zijn frisheid te behouden. Vrijwel alle Oostenrijkse streken hebben geschikte terroirs voor deze druif. Burgenland, in het oosten, is wel relatief warm, zodat dit type wijn wat rijker en dikker van karakter wordt. Op het familiebedrijf Salzl, aan de zuidoostkant van de Neusiedlersee, wordt de Weissburgunder gemaakt als een soepele en ongecompliceerde wijn, een van de witte specialiteiten van het huis, naast de Chardonnay.
Met een klein beetje restsuiker en goede zuren is dit een opwekkend glas wit, rijp en natuurlijk ook wat mollig, met perzik en peer, zacht en open, lekker sappig, een aangenaam glas wit.
Kelder van de Coningh, € 7,75