Vandaag de dag wordt zo ongeveer het hele alfabet gebruikt om bepaalde ‘gebruiksmomenten’ voor wijn mee aan te duiden. Een kleine bloemlezing: aperitiefwijn, aspergewijn, avondwijn, avondmaalswijn, barbecuewijn, begrafeniswijn, bewaarwijn, doordeweekse wijn, drinkwijn (!), huiswijn, huwelijkswijn, Kerstwijn, meditatiewijn, miswijn, picknickwijn, primeurwijn, receptiewijn, sigarenwijn, supermarktwijn, terraswijn, tuinwijn, viswijn, vleeswijn, voetbalwijn, weekendwijn, wildwijn en ga zo nog maar even door. Allemaal mooi en aardig, maar op dit moment telt natuurlijk alleen de zomerwijn. Alleen, wat moeten we ons daar nu concreet bij voorstellen?
Vandaag de dag wordt zo ongeveer het hele alfabet gebruikt om bepaalde ‘gebruiksmomenten’ voor wijn mee aan te duiden. Een kleine bloemlezing: aperitiefwijn, aspergewijn, avondwijn, avondmaalswijn, barbecuewijn, begrafeniswijn, bewaarwijn, doordeweekse wijn, drinkwijn (!), huiswijn, huwelijkswijn, Kerstwijn, meditatiewijn, miswijn, picknickwijn, primeurwijn, receptiewijn, sigarenwijn, supermarktwijn, terraswijn, tuinwijn, viswijn, vleeswijn, voetbalwijn, weekendwijn, wildwijn en ga zo nog maar even door. Allemaal mooi en aardig, maar op dit moment telt natuurlijk alleen de zomerwijn. Alleen, wat moeten we ons daar nu concreet bij voorstellen?
Afgaande op de lectuur van recente nieuwsbulletins die mij door algemeen als vooraanstaande beschouwde en bijgevolg als uiterst bekwaam bekend staande importeurs welwillend zijn toegezonden, alsmede folders van trendgevoelige grootwinkelbedrijven, moet ik tot de conclusie komen dat hoe hoger de temperatuur stijgt, des te lager de eisen aan de wijn zouden moeten zijn. Zolang die maar ‘makkelijk’ is. Dat is op termijn dus vragen om moeilijkheden. Nou ja, op termijn? De terreur van de makkelijkheid regeert sowieso. Want het klootjesvolk dient bediend te worden. Of liever: dat deel der natie dat ook slap industrieel en aangezoet bier drinkt, dreigt de norm te stellen. Dat gaat dan door voor vineuze democratie. Fout derhalve, en niet zo’n beetje.
Een beschaafd wijnliefhebber/ster drinkt ‘s zomers champagne (Blanc de Blancs bijvoorbeeld. uiteraard van een der gunstig bekend staande huizen), een rode Loire of een cru uit de Beaujolais (beide hopeloos onderschat, want geen merlot bevattend), dan wel een fijne Riesling (uitleg overbodig). Stuk voor stuk wijnen die probleemloos gekoeld kunnen worden. Of een Echte Rosé! Daar zijn er niet te veel van, maar toch. Ik heb het dus niet over die aangezoete limonades waar jan & alleman zich valselijk over meent te moeten (laten) opwinden, maar over de ware. Want ja, zelfs een verklaard scepticus kan natuurlijk best genieten van rosé, ook al is dat in essentie geen serieus type wijn. Maar dan alleen van ‘the few at the top’. Sorry Nederland, ook hier geldt dat kwaliteit een prijs heeft. En terecht.
Ooit eens begin oktober een Tempier gedronken op een terras aan de Vieux Port in Nice. Kijk, dat smaakt dus wel. In Wenen: de Rosé de Pinot van Wieninger. Ja dus weer. En thuis de Collioure La Goudie van Domaine de la Rectorie. Super, zoals trouwens alle wijnen van dit bedrijf. Niet te bekomen via prijsvechtende grootgrutters, maar via klassezaken als respectievelijk Sauter, Imperial en Okhuysen, niet. Zou dat nou toeval zijn? Ik denk het niet. Zelfs zomers opportunisme kan nog stijlvol zijn. Goddank.
René van Heusden