Constantia, Stellenbosch en Franschhoek zijn prachtig en staan symbool voor de Kaapse wijnbouw. Maar de Cape Winelands hebben ook een ruigere, minder toeristische kant. Daarvoor moet je noordwaarts, naar de oudere wijngaarden in wards en buitengebieden als Wellington, Piekenierskloof en het magische Skurfberg. De beloning: een aantal van de beste en origineelste Zuid-Afrikaanse wijnen.
Als je voorbij Paarl bent, op de R44 of R45, merk je het al. Het landschap verandert langzaam en is minder druk bevolkt. Hoewel de stad Wellington meer dan 50.000 inwoners telt, is het omliggende wijngebied vrij rustig, ook omdat het veel minder toeristisch is dan bijvoorbeeld Stellenbosch en Franschhoek. Huizen in Kaaps-Hollandse stijl zijn er nog wel, maar zijn minder goed onderhouden – wat ze niet misstaat. Als je verder naar het noordwesten reist, door Swartland richting Olifantsrivier, kom je door uitgestrekte landschappen, die alleen worden onderbroken door plotseling opdoemende gebergten van graniet (Paardeberg en Porseleinberg), schist (Kasteelberg) en zandsteen (Piketberg). Aan je rechterhand bestaat het indrukwekkende decor uit de westelijke bergen van de Cape Fold Mountains, waarachter zich wards (een ward is de kleinste Zuid-Afrikaanse versie van een appellation) als Ceres en Tulbagh verstoppen en die helemaal doorlopen tot Cederberg. Net voor Citrusdal gaat de hoofdweg, de N7, ineens omhoog en passeer je de Piekenierskloofpas (522 meter).
Nog noordelijker, tussen Clanwilliam en de kust bij Lambertsbaai, waar de wijngaarden van Skurfberg verscholen zijn, wordt de aarde zanderig en oranjerood. Hier herinnert niets meer aan de Zuid-Afrikaanse wijngebieden zoals we die kennen; dit is het échte Afrika. En het is er ongelooflijk mooi. Wijngaarden – niet-geïrrigeerd en meestal met bush vines, losstaande wijnstokken – liggen er heel gewoontjes tussen fynbos (de voor de Westkaap zo typerende, enorm soortenrijke struikachtige begroeiing) en rooibos- en citrusplantages. Het blijken verborgen juweeltjes.
The Old Vine Project
De buitengebieden die in dit artikel aan de orde komen, maar natuurlijk ook het inmiddels bekende Swartland, is vooral prominent op de radar van vele goede wijnmakers gezet door het oudewijngaardenproject, The Old Vine Project, van de legendarische Rosa Kruger, die in Perswijn al vaker voorkwam in artikelen over de huidige Zuid-Afrikaanse wijnbouw.
In een land waar de gemiddelde druivenplant niet ouder dan twintig jaar wordt – ook omdat in de belangrijkste productiegebieden het leafroll-virus nog prominent aanwezig is in de wijngaarden – was en is de herontdekking van oude wijngaarden van disproportioneel groot belang voor de kwaliteit en authenticiteit van Zuid-Afrika als wijnland. Disproportioneel omdat de wijngaarden van 35 jaar en ouder (35 is bepaald als minimumleeftijd) momenteel nog geen 3% van het wijngaardareaal van Zuid-Afrika vertegenwoordigen, maar ze desondanks het imago van de Zuid-Afrikaanse wijnbouw waarschijnlijk meer ten goede hebben veranderd dan de Bordeauxblends van Stellenbosch en de Sauvignons van Constantia. En dat is te danken aan de feitelijke aandacht die uitgaat naar de wijnen van oude wijngaarden van chenin blanc, semillon (blanc en gris), grenache noir en cinsault, om de voornaamste rassen te noemen; aandacht van wijnmakers, van de pers én van ingevoerde wijnliefhebbers. Het project staat nog steeds onder supervisie van Rosa, maar het is zo succesvol en groot geworden, dat ze de dagelijkse leiding tegenwoordig overlaat aan de ambitieuze wijnbouwkundige en whizzkid Jaco Engelbrecht en de onvermoeibare André Morgenthal, die lang voor Wines of South Africa werkte en zodoende de ins and outs van de wijnwereld kent. Wat betreft financiële steun kunnen ze rekenen op Johann Rupert, de bemiddelde eigenaar van wijndomein L’Ormarins.
Bescherming hard nodig
Het doel van het project is nog altijd het herontdekken van oude wijngaarden – naar schatting is nog geen 10% van alle wijngaarden van 35 jaar en ouder in kaart gebracht – maar meer dan ooit is het doel ook ze te beschermen op lange termijn. Deze wijngaarden hebben kunnen overleven omdat ze minder zijn uitgebuit en gedurende hun bestaan meer ‘natuurlijke opbrengsten’ hebben mogen geven: ze zijn altijd onderdeel van een gemengd bedrijf geweest, waar bijvoorbeeld ook rooibos, citrusfruit en schapen voor inkomsten zorgen. Ook zijn de oude wijngaarden in de genoemde buitengebieden meestal virusvrij omdat ze zo afgelegen liggen. En dat is van extra belang, want dat maakt het propageren van plantmateriaal eenvoudiger en interessant.
Bescherming is ook nodig om een andere reden. Andere vormen van teelt, vooral van citrusfruit en rooibos, zijn meestal lucratiever dan druiventeelt en dat doet boeren nog steeds besluiten oude wijngaarden te rooien. Een treffend voorbeeld is de buurman van Tierhoek in Piekenierskloof (zie verderop), die volledig omschakelt op sinaasappelteelt, en heel gluiperig het natuurlijke bronwater, waarop Tierhoek evenveel recht heeft als hij, op zo’n manier omleidt dat hij veel meer irrigatiewater heeft. Allemaal trieste realiteit…
Economisch rendabel
Om de bestaande oude wijngaarden van dat lot te redden, moeten wijnproducenten ze kopen of leasen, óf boeren genoeg betalen voor hun druiven om het economisch rendabel te houden. Tegenwoordig betalen veel producenten zo’n 560 tot 700 euro (of meer) per ton voor druiven van goede oude wijngaarden. Dat lijkt weinig en dat is het ook, vergeleken bij prijzen die voor topdruiven in beroemde wijngebieden van de wereld worden betaald (soms het tienvoudige), maar het is vier- tot zesmaal meer dan wat er gemiddeld per ton wordt betaald in Zuid-Afrika. En daarna moet alles nog gedaan worden. Producenten betalen die veel hogere prijs omdat de boeren ook geld nodig hebben om de wijngaarden op juiste wijze te managen, dode planten te vervangen en daar waar mogelijk nieuwe wijngaarden op basis van massale selectie aan te planten.
Het ultieme idee van The Old Vine Project is zoveel mogelijk oude wijngaarden in kaart te brengen en mee te nemen in een wettelijk convenant dat hun voortbestaan garandeert door de contractuele afname van de druiven voor een hoge minimumprijs. De wijnen moeten een zegel gaan dragen dat garandeert dat ze van een wijngaard van ouder dan 35 jaar komen. Mocht dat alles lukken, dan zou het Old Vine Project een unicum en precedent zijn in de wijnwereld.
Duurzaam uit het hart
Terug naar mijn tocht off the beaten track. Die begon in Wellington, een traditioneel wijnbouwgebied direct ten oosten van Swartland en ten noorden van Paarl. Niet het Wilde Westen, maar toch al duidelijk anders dan de chic van Stellenbosch bijvoorbeeld. Hét bedrijf om hier te bezoeken is Bosman Family Vineyards. De familie Bosman en haar veelzijdige bedrijf is om diverse redenen befaamd. Voor alles moet hun grote streven naar duurzaamheid worden genoemd, niet alleen op biologisch, maar ook op sociaal-economisch niveau. Fair trade en Black Empowerment komen hier rechtstreeks uit het hart en waren al hoofdthema’s lang voordat daar subsidie voor werd gegeven.
Er is nog veel mis in Zuid-Afrika, maar als je de crèche en school van Bosman bezoekt en je kijkt in de ogen van de kinderen en praat met de leidsters, dan voel je wat zo’n voorziening betekent en is er op z’n minst hoop. Heel prettig is dat al het maatschappelijk bewustzijn niet afleidt van waar het om draait bij een wijnproducent: de kwaliteit van de wijnen. Die is hoog, wat helaas zeker niet van alle fairtradewijnen uit Zuid-Afrika kan worden gezegd. Met name Bosmans wijnen van oude wijngaarden, zoals die van de bijzondere wijngaard Optenhorst, aangeplant in 1952, zijn goed en zeer origineel. Ze worden gemaakt door Natasha Williams.
Plantverbetering
Bosman is ook heel bekend om zijn kwekerij, waar druivenplanten worden verbeterd, vermeerderd en verkocht. Dat doen ze bij Bosman al sinds 1947 op hun boerderij Lelienfontein in Wellington (onder de naam Lelienfontein Vine Growers). De operatie is nog groter en vooruitstrevender geworden met de aankoop van Ernita. Dat was de druivenverbeteringsfaciliteit van Zuid-Afrika’s grootste wijnproducent, Distell, maar die wilde ervanaf. Bosman was met name geïnteresseerd in de expertise en de genenpoel van Ernita. Daarmee bezit het bedrijf nu een van de twee grote genetische populaties van Zuid-Afrika (de andere is die van VinPro, voortkomend uit die van KWV). Het verbeteren en vermeerderen van plantmateriaal is zeker van belang voor de Zuid-Afrikaanse wijnbouw: die heeft nog steeds veel behoefte aan virusvrije druivenplanten, die zijn aangepast aan de lokale omstandigheden.
Groenberg
Een ander wijnbedrijf dat ik bezocht in Wellington, was Nabygelegen van James Mackenzie, iets verder dan Bosman in de hoge Bovlei. Opvallend hier was de relaxte sfeer, wellicht typerend voor producenten die wat meer in de periferie van de Zuid-Afrikaanse wijnbouw opereren. Dat wil echter niet zeggen dat er hier geen serieuze wijnen worden gemaakt. Met name de wijnen van oude wijngaarden op de hellingen van Groenberg, maar ook die van jongere in de bergen richting Ceres mogen er zijn.
Aanbevolen wijnen uit Wellington
• Bosman Family Vineyards, Chenin Blanc Optenhorst 2014 ***** (Noordman Wijnimport)
• Bosman Family Vineyards, Grenache Blanc Fides 2015 **** (Noordman Wijnimport)
• Bosman Family Vineyards, Cinsaut Twyfeling 2015 ****(*) (Noordman Wijnimport)
• Nabygelegen, Chenin Blanc 2016 **** (Wijnbeheer)
• Nabygelegen, Malbec Snow Mountain 2016 **** (Wijnbeheer)
Op naar Skurfberg
“Skurfberg is compleet wild, met luipaarden, lynxen en allerlei andere wilde dieren”, zegt Rosa Kruger, om de spanning voor onze tocht de volgende dag wat op te voeren. Ze had een kleine proeverij van wijnen uit Skurfberg georganiseerd, waarbij die van Eben Sadie, L’Ormarins /Cape of Good Hope en Botanica op tafel kwamen. Dit zijn overigens al lang niet meer de enige producenten die druiven kopen uit Skurfberg. Chris Alheit koopt er net als Eben Sadie chenin blanc, bestemd voor zijn inmiddels befaamde Cartology en Magnetic North Mountain Makstok, Thinus Krüger van Fram Wines neemt naast chenin tevens pinotage af en ook Duncan Savage heeft voor Savage Wines de weg naar Skurfberg gevonden. Uiteraard gaat een deel van de druiven naar lokale producenten, zoals de coöperatie van Klawer, Klawer Cellars, waar Cerina van Niekerk wijnen maakt.
Vanuit Riebeek-Kasteel, waar Rosa Kruger woont en we overnacht hebben, is Skurfberg eigenlijk niet eens zo ver rijden. We waren er in tweeënhalfuur en dat was inclusief een stop op Piekenierskloofpas voor een truckersontbijt bij wegrestaurant annex souvenirshop Kardoesie. Na het verlaten van de R364, die van Clanwilliam naar Lambertsbaai voert, volgt een tiental kilometers onverharde weg naar een van de drie boerderijen die wijngaarden bezitten in Skurfberg: Arbeidseind van Basie van Lill. De andere twee bedrijven zijn die van Joshua Visser en Henk Laing (Trekpoort). De weg door het ongelijke terrein is schitterend, met laag fynbos en rooibos op rode aarde, rotspartijen aan weerszijden en de berg Skurfkop in de verte voor ons. Vrij plotseling eigenlijk zie je dan de wijngaarden, die op een soort plateau liggen van 450 tot 550 meter boven zeeniveau. De oude vrijstaande planten van 35 tot 60 jaar (in het Zuid-Afrikaans: bosstokke) staan opvallend ver uit elkaar en leveren van nature geconcentreerd fruit. Ze hoeven de arme zanderige bodems op rode, ijzerrijke klei en gravel alleen te delen met een aantal dennenbomen.
Zeker zo bijzonder als die bodems is het lokale klimaat. Het is warm en droog hier, maar niet heet, dankzij de hoogte en de constante zeebries van de nabije, koude Atlantische Oceaan – als het helder is, kun je die zien – die vanuit het westen over het plateau waait. Als je er als wijn- en natuurliefhebber rondloopt, kun je niet anders dan denken aan hoe het voor Rosa en Eben moet zijn geweest toen ze deze plek voor het eerst ervoeren. Want het is een magische plek.
Het zout der aarde
En die magie komt terug in de wijnen, tenminste, in die van de beste producenten die er druiven kopen, zij die begrijpen hoe bijzonder de plek is en controlerend maar niet ingrijpend vinifiëren. Proef gewoon hoogst originele klassewijnen als Skurfberg van Eben Sadie of Magnetic North Mountain Makstok van Chris Alheit en u zult begrijpen wat ik bedoel. Skurfberg Chenin is het zout der aarde, volgens Rosa. En ook al is dat nogal Bijbels, beter kun je het niet omschrijven. De beste wijnen hebben rijkdom en finesse, met een zilte ondertoon die het lastig maakt niet in mineraliteit te geloven.
Bijzondere Chenin uit Skurfberg
• Sadie Family Wines, Skurfberg 2015 ***** (Wijnkooperij De Lange)
• Alheit Vineyards, Magnetic North Mountain Makstok 2014 ***** (Benier Global Wines)
• Alheit Vineyards, Cartology 2015 (deels Skurfberg, deels Piekenierskloof) ****(*) (Benier Global Wines)
• Botanica Wines, Mary Delany Collection Chenin Blanc 2015 ****(*)
• Fram Wines, Chenin Blanc 2014 (vanaf 2015 niet meer 100% Skurfberg) **** (Gall & Gall)
Piekenierskloof en grenache
Vooraf dacht ik dat Skurfberg lastig te vinden zou zijn, en dat we een flink stuk over onverharde dirt roads zouden rijden. Dat viel dus eigenlijk wel mee. Nee, dan de tocht naar Tierhoek in Piekenierskloof, dat was een onderneming. Maar alle moeite meer dan waard. Piekenierskloof is een vallei in de bergen van Citrusdal en de naam van een ward. Het ligt nog wat hoger dan Skurfberg (500-800 meter boven zeeniveau) en het is er daardoor een stuk koeler dan in Citrusdal zelf. Ook valt er door de hogere ligging wat meer neerslag; net genoeg voor oude bosstokke om zonder of met weinig irrigatie af te kunnen.
Piekenierskloof is de laatste jaren vooral bekend geworden om zijn grenache noir. En dat heeft niet alleen met de kwaliteit ervan te maken, maar ook met de relatieve schaarste van oude grenachewijngaarden, zo vertelde Shelley Sandell van Tierhoek. In 1960 dicteerde de destijds almachtige, want wetgevende coöperatie KWV (Koöperatieve Wijnbouwers Vereniging van Suid-Afrika) namelijk dat grenache noir niet meer mocht worden aangeplant voor kwaliteitswijn – en dus werd grenache noir vrijwel overal gerooid. In Piekenierskloof, waar bijna alle druiven zonder veel controle naar de coöperatie gingen, besloot men zich de moeite, de tijd en het geld te besparen. De volumes waren klein, dus het viel niet op, en het deerde niemand. Zo heeft grenache in Piekenierskloof kunnen overleven en is het gebied nu dus de voornaamste bron voor grenache noir van oudere wijngaarden van Zuid-Afrika. En als je in de wijngaarden staat, het klimaat voelt en de bodems ziet, dan begrijp je nog beter waarom deze grenache noir zo gewild is. Het is warm en zonnig in Piekenierskloof, maar het koelt ’s avonds en ’s nachts enorm af, wat positief is voor de kleur, het aroma en de zuren van de druiven. De bodems lijken soms sterk op die van de zuidelijke Rhône.
Luipaarden en telers
Piekenierskloof is echter meer dan grenache noir. Diverse andere rassen zijn hier ook interessant. Dat bleek wel bij Tierhoek, dat niet alleen zelf wijnen maakt, maar ook druiven verkoopt aan gerenommeerde wijnmakers. De al eerder genoemde Duncan Savage koopt er sauvignon blanc en Chris Alheit chenin blanc. Het schitterend gelegen domein, vernoemd naar de luipaarden die in de omringende bergen voorkomen (tier betekent in het Afrikaans onder andere luipaard), is trouwens een van de weinige wijnproducenten ter plaatse. Piekenierskloof is vooral een gebied van druiventelers, die veel van hun druiven naar de Piekenierskloof Wine Company brengen. Dit grote coöperatieve bedrijf heette voorheen Citrusdal Wines, maar is nu een samenwerkingsverband van telers, de Engelse marketingman Mike Paul en Charles Back (van Fairview en Spice Route, een zeer bekend persoon in de Zuid-Afrikaanse wijnbouw). Het was een strategische zet van Back om een meerderheidsbelang te kopen in de lokale coöperatie en zich zo te verzekeren van eersteklas druiven uit het steeds populairder wordende Piekenierskloof – en een zet die heel wat wenkbrauwen deed fronsen. Zoals die van producenten als Neil Ellis en Ken Forrester, die net als Charles Back al vroeg de kwaliteit van grenache uit Piekenierskloof doorhadden en zeker zoveel hebben gedaan voor de promotie ervan. Andere producenten die grenache kopen in Piekenierskloof zijn Vriesenhof en uiteraard Eben Sadie (Sadie Family Wines). En het moet gezegd worden: het is toch vooral de wijn met de naam Soldaat van Sadie die grenache noir uit Piekenierskloof internationale allure heeft gegeven. Die wijn kent qua klasse en terroirexpressie wat mij betreft zijn gelijke niet in Piekenierskloof. Die van Tierhoek komt echter in de buurt.
Favoriete Grenache uit Piekenierskloof
• Sadie Family Wines, Soldaat 2016 ***** (Wijnkooperij De Lange)
• Tierhoek, Grenache 2016 ****(*) (WineMatters)
• Vriesenhof, Grenache 2015 **** (Three Wines Benelux)
• Piekenierskloof Wine Company, Grenache 2015 ****
• Neil Ellis, Piekenierskloof Grenache 2012 **** (via Albert Heijn)
Ga naar het noorden
Terugrijdend vanuit het noorden, door Swartland en Paarl naar Stellenbosch, kon ik rustig bekomen van alle nieuwe indrukken van de ruigste uitersten van de Kaapse wijngebieden. En toen kwam het besef pas echt dat de Zuid-Afrikaanse wijnbouw veel meer is dan statige estates met Kaaps-Hollandse huizen in perfecte staat en state-of-the-artwijnbedrijven met eigentijdse toprestaurants. Gelukkig dat die er zijn, begrijp me niet verkeerd: ze zijn fantastisch om te bezoeken, om er te eten en te verblijven. Ze maken van de Westkaap een van de mooiste en fijnste wijntoeristische bestemmingen ter wereld, zonder enige twijfel. Maar ze staan voor mij niet meer symbool voor de Zuid-Afrikaanse wijngebieden. Als ik daar nu aan denk, verlang ik zeker zo veel naar de magische afzondering van Skurfberg en de adembenemende ruigte van Piekenierskloof. Dat gevoel zou er nooit zijn als de wijnen daarvandaan niet zo goed en origineel zouden zijn, maar natuurlijk ook niet als ik er nooit geweest was. Dus ik kan alleen maar zeggen: ga naar het noorden, ga van de gebaande paden af en ontdek het echte Zuid-Afrika.
Tekst en foto’s: Lars Daniëls MV