Wijnkennis Archives - Perswijn

Wijnkennis

NieuwsWijnkennis

Wijnbreinbrekers – Hele trossen

Het vergisten van hele trossen wordt steeds populairder, zowel voor witte wijnen als voor rosé en rode wijnen. De aspecten ervan verschillen per type wijn, maar het hoofddoel is meestal hetzelfde: meer frisheid in de wijn. Het gebruik van hele trossen (whole bunch fermentation in het Engels) is vooral opvallend voor rode wijnen, die vaak gemaakt worden met druiven die juist volledig ontsteeld zijn. Dat ontstelen doet men vooral om eventuele vegetale aroma’s en smaken uit de steeltjes te voorkomen. En om geconcentreerde wijnen te krijgen, met veel kleur en structuur. 

Maar het gebruik van hele trossen is weer zeer in trek. Het effect van niet-ontstelen en het gebruik van hele trossen is veelledig en lijkt soms in strijd met het hoofddoel van meer frisheid. Want de steeltjes bevatten extra kalium, waardoor de pH van de wijn stijgt (en de wijn analytisch minder zuur wordt). Bovendien vindt er altijd een beetje macération carbonique plaats, die ook bijdraagt aan een kleine toename van de pH. Maar anderzijds zorgen hele trossen voor een lagere gistingstemperatuur, vaak wat minder kleur en meer florale, vers-fruitige en peperige aroma’s. Bovendien nemen de steeltjes wat alcohol op en geven ze water af, waardoor de wijn iets lichter wordt. Producenten hebben het vaak over meer perceived freshness in wijnen van hele trossen dan van ontsteelde druiven. 

Whole bunch fermentation is –behalve bij gamay voor Beaujolais– vooral gebruikelijk bij pinot noir en syrah

Whole bunch fermentation is –behalve bij gamay voor Beaujolais– vooral gebruikelijk bij pinot noir en syrah. Bij cabernet sauvignon en cabernet franc veel minder, vanwege de vele methoxypyrazine (met groene paprikageur) die cabernet bevat. Toch durft men ook in Bordeaux bij merlot maar zelfs de cabernets steeds vaker een deel van de druiven voor de gisting niet te ontstelen. Rode wijnen van gisting met hele trossen blijken namelijk meer astilbine te bevatten, een stofje dat de wijnen meer zoetigheid geeft en tevens gerelateerd wordt aan een verhoogd mondgevoel (meer vulling en textuur).  

Meestal wordt slechts een aandeel hele trossen gebruikt. En in het algemeen neemt dat aandeel toe voor de hogere cuvées, afkomstig van de beste wijngaarden, waar de druiven vaak heel gezond en fenolisch het best rijp zijn. Die trend zie je vooral in de Bourgogne. Ook veel rode vin nature wordt gemaakt op basis van hele trossen, niet alleen voor frisheid maar ook om beter zonder toevoeging van sulfiet te kunnen werken. Hele trossen zijn minder gevoelig voor zuurstof dan ontsteelde druiven.

Lars Daniëls, Magister Vini.

 

 

NieuwsWijnkennis

De klasse van kalk

Wat zou de wijnwereld zijn zonder kalkbodems?

tekst en foto’s: Lars Daniëls

In Europa komen zoveel van de beste wijnen van kalkrijke bodems, dat we kalk bijna automatisch associëren met hoge wijnkwaliteit. Buiten Europa vind je maar weinig wijngebieden met kalk in de grond. Hoe komt dat? En wat maakt kalkbodems zo goed voor wijnbouw?

Uiteraard moeten we eerst nog eens definiëren wat kalksteen is en hoe het ontstaat. Daartoe citeer ik vrij uit de scriptie van Chris van de Meene MV, afgestudeerd fysisch geograaf, voor Magister Vini, getiteld Wijnkwaliteit en de belangrijke rol van kalk(steen). ‘Kalksteen wordt gerekend tot de sedimentgesteenten en bestaat in pure vorm uit het mineraal calciet (calciumcarbonaat, CaCO3) dat weer is opgebouwd uit de elementen calcium (Ca), koolstof (C) en zuurstof (O).’ De carbonaatmineralen komen vooral uit koraal, schelpdieren en planten, die miljoenen jaren geleden leefden in meren en (binnen)zeeën. Het kan ook ontstaan zijn doordat opdrogende meren en zeeën verzadigd raakten met kalk en het neersloeg.

afbeelding: Le Montrachet, wijngaard met de perfecte kalkbodems?

 

Kalksteen en kalkmergel

De omstandigheden waaronder kalk werd afgezet, hebben in belangrijke mate de latere gesteente gevormd. Ook factoren als druk, plooiing en chemische en fysische verwering speelden daarbij een grote rol. Het is van belang onderscheid te maken tussen krijtsteen, kalksteen en kalkmergel, want er zijn vele varianten. In de basis zijn er twee hoofdtypen gesteente: kalksteen en kalkmergel. Krijtsteen is een hele pure vorm van kalksteen, die voornamelijk bestaat uit calciet afkomstig van coccolieten – de schelp van eencellige algen die overvloedig voorkwamen in de warme, ondiepe zeeën van het Krijt. Andere vormen van kalksteen zijn onder meer oölitische kalksteen, die ijzeroxiden bevat, en dolosteen, een magnesiumrijke variant.

Mergel zit qua samenstelling tussen kalksteen en kleisteen in. De verhouding tussen kalk en klei kan daarbij sterk variëren. Wanneer het calcietgehalte tussen de 35 en 65 procent ligt, spreekt men van kalkmergel. Het grote verschil met kalksteen zit in het hogere gehalte aan kleimineralen, wat onder andere bijdraagt aan een betere watervasthoudcapaciteit. De kleur van kalksteen en kalkmergel verschilt. Zuivere kalksteen is wit, terwijl kalkmergel – afhankelijk van de aanwezigheid van klei en ijzeroxiden – een okergele tot roestbruine kleur kan aannemen. Mangaanoxide kan kalksteen zelfs zwart kleuren.

afbeelding: Sant’Agata-mergel, een typerende zanderige kalkmergel van Barolo en Barbaresco

 

Bodems met klei

De bodems die zich op kalksteen hebben gevormd, verschillen ook flink. Bodemkundig gaat het vaak om leptosols, cambisols en calcisols. Veelvuldig worden nog oudere aanduidingen als rendzina, terra rossa, terra fusca en sol brun gebruikt. Harde kalksteen is stenig, droog en vrij arm en de vaak dunne, stenige en ijzerhoudende bodems erop geven weinig groeikracht, ondanks hun gunstige pH. Ze kunnen echter genoeg kleimineralen bevatten, waardoor de watervasthoudcapaciteit van de bodem omhoog gaat en de voedselopname uit de bodem wordt verbeterd. Het zeer effectieve kleimineraal montmorilloniet wordt wel gezien als het geheim van goede bodems op kalksteen, zoals in de Côte de Nuits. Kalkmergels bevatten sowieso relatief veel kleimineralen; de bodems erop kunnen heel kleirijk zijn, zoals in delen van Barolo waar je na flinke neerslag een paar dagen nauwelijks de wijngaard in kunt. Op de Muschelkalk van Franken vind je lokaal machtige bodems.

afbeelding: Chardonnay op ijzerhoudende kalkmergel in Les Combettes, Puligny-Montrachet

 

Europa onder water

De vraag of we in Europa gewoon mazzel hebben gehad met alle kalk, valt te beantwoorden met ja. De geologische geschiedenis heeft bepaald dat Europa buitengewoon bedeeld is met kalk. We moeten terug naar de vorming van de continenten om dat te begrijpen. De vorming van Europa zoals we dat nu kennen, begint eigenlijk pas als het supercontinent Pangea langzaam opbreekt in het noordelijke Laurazië (grofweg wat nu Noord-Amerika, Europa minus de Balkan en Azië minus India en Arabië is) en het zuidelijke Gondwanaland (Zuid-Amerika, Afrika, India, Oceanië en Antarctica). Tussen Afrika en het Arabisch Schiereiland enerzijds en Europa en Azië anderzijds, opende zich meer en meer een grote zee, de Tethysoceaan. Deze bestond tussen 230 en 38 miljoen jaar geleden, merendeels ten tijde van de Jura en het Krijt, toen het warmer was dan nu. De westelijke Tethys bevond zich grotendeels waar nu Europa ligt en bestond uit meerdere ondiepe zeeën, waarin veel kalk werd afgezet. In een eerdere periode, tijdens het Muschelkalk (Midden-Trias, ± 240 miljoen jaar geleden), was er in West- en Midden-Europa ook al een bekken waarin veel kalk werd afgezet. Een latere periode waarin delen van Europa onder water stonden, was tijdens het Mioceen (± 20-5 miljoen jaar geleden).

afbeelding: Europa tijdens het Muschelkalk (©Hans Hagdorn 2005,  Muschelkalkmuseum https://www.muschelkalkmuseum.org/im_steinbruch/muschelkalk/, geen veranderingen gedaan)

 

Kalk buiten Europa

Het is natuurlijk niet zo dat die afzettingen van kalk alleen in Europa plaatsvonden. Er zijn vele plekken op aarde waar dat is gebeurd en kalk(steen) ook aan de oppervlakte komt. Maar die komen buiten Europa niet vaak overeen met wijngebieden. Zo kennen de VS zeker grote gebieden met kalksteen, maar die bevinden zich in het zuidoosten, het midwesten, in Texas en The Great Basin. En nauwelijks in de wijnbouwzones van Californië, Oregon en Washington State.

Ook de wijngebieden op het zuidelijk halfrond zijn karig bedeeld met kalkbodems. Uitzonderingen zijn meestal kustgebieden, zoals de Australische Limestone Coast, met als bekendste gebied Coonawarra, met zijn terra rossa op kalksteen. Ook dichtbij de Chileense kust, zoals in Limarí en Huasco, tref je wat kalksteen aan. In Uco Valley zit er een poederig laagje calcium om de grote ronde keien, maar er is geen echt kalksteen. En het kalkgehalte in de bodems van Robertson in Zuid-Afrika komt van verkalkte termietenheuvels.

afbeelding: Een van de weinige kalkrijke terroirs in Chili, Talinay in Limarí

 

Vitis berlandieri

De kalksteen van Texas vormt geen goede basis voor kwaliteitswijnbouw, maar is toch van groot belang voor
de wijnwereld. Want de inheemse druivensoort vitis berlandieri wordt veel gebruikt in kruisingen voor
onderstokken. Die zijn niet alleen resistent tegen phylloxera, maar hebben ook een goede tolerantie voor 
actieve kalk in bodems. Voorbeelden zijn Fercal, 41B, 161-49 Couderc en 420 A. Vitis berlandieri heeft 
aldus sterk bijgedragen aan het herstel en de huidige duurzaamheid van al die goede Europese wijngaarden
op kalkrijke bodems.

 

Kalk in Europese wijngebieden

Nee, dan Europa. Als we alleen al kijken naar Frankrijk, zien we hoe prominent kalkbodems zijn in gebieden, die beroemd zijn om wijn van de allerhoogste kwaliteit. Een kleine opsomming: krijtbodems in Champagne en Touraine, respectievelijk craie en tuffeau genoemd; de kalkmergels in Chablis, Sancerre en Pouilly-Fumé, vernoemd naar het geologische tijdvak van hun afzetting, zoals Oxfordien, Kimméridgien en Portlandien; de kalkrijke mergels uit het Bajocien van de Jura, het ijzerrijke oölitische kalksteen uit het daarop volgende Bathonien van de Côte de Nuits; en de veel minder oude calcaire à Astéries van Saint-Émilion en Barsac. Hun kalkrijke bodems brengen geweldige wijnen voort, van de beste méthode traditionnelle, via groots wit en rood tot en met complex edelzoet. Ook in Duitsland, Spanje en Italië hebben vele beroemde wijngebieden kalkrijke bodems. Langhe in Piëmonte, Valpolicella in Veneto, delen van Toscane; Rioja Alavesa en Ribera del Duero; en grote delen van Rheinhessen en Franken, en kleinere zones in de Pfalz, Württemberg en Baden.

afbeelding: Kalkrijke terroirs in Rioja Alavesa

 

Mazzel en toeval

Europa heeft dus mazzel gehad en is heel ruim bedeeld met kalkrijke bodems. Maar waarom zijn ze zo goed voor kwaliteitswijn? Die vraag is lastig te beantwoorden, want vele aspecten spelen een rol. Allereerst iets dat niks met de geologie te maken heeft: het is zo dat kalkrijke bodems in Europa veelal simpelweg te vinden zijn in voor wijnbouw klimatologisch heel geschikte zones. Maar daarmee bagatelliseer je de rol van de bodems. Kalkbodems hebben andere eigenschappen dan bodems op zandsteen, graniet, schist, leisteen, tufsteen of (ander) vulkanisch gesteente, die in Europese wijngebieden ook veel voorkomen.

 

pH en kleur

Een groot verschil met bodems op kalkarme gesteenten, is dat de pH (zuurgraad) van kalkrijke bodems (veel) hoger is, meestal 7 en meer. Ze zijn alkalisch of basisch en dus niet zuur. Het voordeel voor planten is dat de opname van de belangrijke macro-elementen stikstof, fosfor en kalium, alsmede van magnesium en calcium, goed kan plaatsvinden in zeer licht alkalische bodems (pH 7-7,5). Dit is positief voor het bladgroen, eiwitproductie, het transport van suikers, de celwanden, en dus voor de groeikracht, de vruchtbaarheid en de levensduur van de druivenplant. Gezonde planten geven goede druiven. Een ander verschil is de kleur van de bodem. Lichtgekleurde kalkbodems weerkaatsen veel zonlicht, waardoor ze relatief koel blijven en er minder (snel) water verdampt uit de bodem (evapotranspiratie). Het teruggekaatste zonlicht verwarmt echter wel de druivenzone aanzienlijk. Bij donkergekleurde bodems, zoals die op leisteen, is een en ander andersom, met bodems die snel opwarmen en een koelere druivenzone.

afbeelding: Witte kalksteenbodems hoog in Chaume de Talvat, Chablis 1er cru

 

Elegantie, stevigheid en ronde zuren

Als het over effecten van kalkbodems op wijnkarakter en -kwaliteit gaat, komen vaak termen als verfijning, elegantie, nervositeit en spanning voorbij. Maar kalk in combinatie met klei wordt bij rode wijnen ook geassocieerd met stevigheid. Veel is al geschreven over het effect van kalkrijke bodems op de zuren van wijn. In Frankrijk hoor je vaak dat kalkbodems wijnen met meer zuren geven. In Duitsland, waar men ter vergelijking wijnen heeft van arme, stenige zure bodems als graniet en leisteen, met heel directe zuren, roemt men juist het neutraliserende effect van calcium op de zuren, die verzachting geeft; Abpufferung der Säure noemt men dat. Dat lijkt logisch; calciumcarbonaat wordt niet voor niets gebruikt om wijnen te ontzuren. En misschien waren Chablis en Sancerre juist daarom toch drinkbaar in koelere tijden.

afbeelding: De wijngaarden van Westhofen in Rheinhessen liggen ook op kalksteen

 

De klasse van kalk

Nu is het wellicht verleidelijk om ten slotte te gaan oreren over de pracht van grootse, onbereikbare Bourgognes. Maar interessanter is het om te kijken naar gebieden waar de renommee van wijnen van kalk van veel recentere datum is. Zoals in Rheinhessen, waar Riesling van de kalkrijke bodems van de Wonnegau pas sinds een jaar of 20 kan wedijveren met die van de rode leisteen van de beroemde Roter Hang. En nu in even groot aanzien staat als die van Mosel en Mittelhaardt, waar ze komen van leisteen en zandsteen respectievelijk. Beroemde producenten van Riesling op kalk, zoals Carolin Spanier (Weingut Battenfeld-Spanier) en Klaus-Peter Keller (Weingut Keller) geven aan dat Riesling van kalkrijke bodems nerveuzer en levendigerzijn dan die van leisteen, zeker in hun jeugd. Beiden waarderen ook hun typerende zoutigheid, die je veel minder terugvindt in Riesling van de Roter Hang bijvoorbeeld. Ik kan niet anders dan dit beamen en zou ook nog de intensiteit van goede Riesling van kalk willen noemen. Het zijn wijnen die ik drink uit Bourgogneglazen trouwens. Toeval? Hoe dan ook, de klasse van kalk vind je terug in zijn wijnen, of het nu gaat om Sauvignon blanc, Chardonnay, Riesling, Pinot noir, Merlot, Tempranillo of Nebbiolo. Wat zou de wijnwereld zijn zonder kalk?

 

over de etymologie van wijngaardnamen
Wijnkennis

Van Prälat tot Pofadder

Over de etymologie van wijngaardnamen

Wijngaarden dragen vaak namen en soms zijn deze prachtig. Van oudsher was het normaal en eerbiedwaardig een wijngaard te vernoemen. Maar ook in wijnlanden buiten Europa kom je bijzondere en veelzeggende wijngaardnamen tegen. En u heeft zich vast wel eens afgevraagd van ze vandaan komen. Lars Daniëls heeft zich verdiept in de herkomst van wijngaardnamen en geeft prachtige voorbeelden.

Het bleek een flinke uitdaging om de boel een beetje te categoriseren. En tijdens het schrijven besefte ik meer en meer dat dit artikel eigenlijk pas het begin kan zijn van een uitgebreidere, meer gestructureerde studie. Vooral als het gaat om wijngaardnamen in klassieke Europese wijngebieden, is er sprake van een zekere, maar veelomvattende thematiek. De Romeinen, religie in het algemeen en de monniken in het bijzonder, vruchtbaarheid, de omgeving, de eigenschappen van de plek; wijngaardnamen kunnen naar van alles verwijzen. Ik heb wat thema’s op een rij gezet en geef daarbij vooral voorbeelden uit de Bourgogne en Duitsland, omdat daar vele historische en beroemde individuele wijngaarden zijn. Tenslotte kon ik het niet laten om een aantal bekende of fascinerende wijngaardnamen wat uitgebreider toe te lichten.

De Romeinen

In veel wijngebieden van Europa, hebben de Romeinen de wijnbouw geïnitieerd. En om hun bijdrage te eren, zijn er veel verwijzingen naar de Romeinen in de wijnbouw. Bijvoorbeeld in Mosel, waar de Romeinen de wijnbouw in de eerste eeuw na Christus introduceerden. Een aantal voorbeelden: meerdere dorpen hebben een wijngaard die Römerberg heet (o.a. Oberbillig, Riol en Burgen), Kinheim een Römerhang en Zell een Römerquelle. Ook Rheinhessen telt meerdere Römerbergen. Ook in de Bourgogne en Loire kom je verwijzingen naar de Romeinen tegen, zoals in het geval van le climat La Romanée van Vosne-Romanée en Chassagne-Montrachet, en de wijngaard Les Romains van Sancerre. Hun god van de wijn (en meer), Bacchus (Grieks: Dionynos), komen we uiteraard ook tegen in wijngaardnamen.

De monniken en de adel

over de etymologie van wijngaardnamen
Erdener-Prälat

Na de Romeinen waren vooral de monniken belangrijk voor de ontwikkeling van de wijnbouw in Europa. Cisterciënzers, Benedictijnen, Kartuizers, Dominicanen en Franciscanen, allemaal hebben ze hun rol gespeeld en de drank vervaardigd, die als het bloed van Christus wordt gezien. In navolging van Noach, die in het Oude Testament wordt gezien als eerste wijnboer, zochten ze goede plekken uit en vernoemden die vruchtbare akkers naar God, de kerk en andere religieuze zaken. Daarvan bestaan enorm veel voorbeelden door heel Europa en zeker ook in Duitsland, zoals de Wiltinger Gottesfuß (Saar) en de Deidesheimer Herrgottsacker (Pfalz). Verder zijn er vele Kirchenstücken en Jesuitengarten. Een bijzonder mooie naam én een bijzonder mooie wijngaard vind ik Prälat (Erden, Mosel), dat oorspronkelijk trouwens een merknaam van de familie Berres uit Ürzig was.

Ook in Frankrijk wemelt het van de religieuze verwijzingen door wijngaardnamen. Vele namen refereren aan vroegere eigenaren, zoals de Muenchberg (Nothalten) en Moenchberg (Andlau en Eichhoffen), beide in de Elzas. In de Bourgogne zijn er meerdere Clos du Chapître (ommuurde wijngaarden van kanunniken), zoals in Aloxe-Corton, Fixin en Gevrey-Chambertin, die toebehoorden aan het kapittel van Langres. La Combe aux Moines (Gevrey-Chambertin) en le Clos de l’Évèque (Mercurey) zijn meer voorbeelden. De Bourgondiërs waren ook fan van beschermheiligen, gegeven namen als Clos Saint-Jacques (Gevrey-Chambertin) en Clos Saint-Pierre (Givry). Ook in Barolo bijvoorbeeld kom je dat soort namen tegen (Bricco San Biagio, Bricco San Pietro).

Edelen waren eveneens betrokken bij wijnbouw, want hoe kwam je anders de koude, donkere avonden op een kasteel door? Duitsland en de Elzas tellen talloze Schlossbergen. En van koningen tot markgraven, ze komen allemaal terug in wijngaardnamen. Clos du Roi (Beaune), Clos des Ducs (Volnay), Königsfels (Schlossböckelheim), Gräfenberg (Kiedrich) en Centgrafenberg (Bürgstadt) zijn zomaar wat voorbeelden uit de Bourgogne en Duitsland. Ook in Bordeaux is de invloed van kloosters en adelijke families groot geweest. Vele châteaux zijn (deels) naar die families vernoemd, zoals Lafite-Rothschild en Calon-Ségur. Maar omdat de bezittingen veelal groot zijn en de aandacht uitgaat naar de hoogste domeinwijn (grand vin), zijn namen van individuele wijngaarden veel minder bekend.

Mensenwerk

Alhoewel wijn (lang) als iets bovenaards werd beschouwd en de drank was van de Kerk en de adel, was wijnbouw natuurlijk altijd al mensenwerk. Veel van dat werk vind je terug in wijngaardnamen. La Corvée bijvoorbeeld staat voor de dagen van gratis en verplicht werken, die de vazallen aan hun heer verschuldigd waren volgens het feodale recht. En dat komt terug in namen als Clos des Corvées (Nuits-Saint-Georges). Soms deed die landheer, in dit geval de aartsbisschop van Mainz, de wijnboeren een braakliggend stuk land cadeau, dat ze dan nog wel even moesten vrijmaken (rotten in het Middelhoogduits), zoals Berg Rottland (Rüdesheim). Uiteraard zijn ook de ommuringen van wijngaarden (clos) en terrassen met stapelmuurtjes in steile wijngaarden (Terrassen, Mauer) harde mensenarbeid. Vandaar de vele clos in Franse wijngaardnamen en een wijngaard als Neuweierer Mauerberg in Baden.

Zonnig klimaat

Monzinger Frühlingsplätzchen
Monzinger Frühlingsplätzchen

Maar nog meer kom je de natuur tegen in wijngaardnamen. Heel veel wijngaarden zijn vernoemd naar hun opvallende natuurlijke kenmerken. Allereerst zijn er in wijngaardnamen talloze verwijzingen naar hun gunstige klimaat. Sonnenberg is een van de meest voorkomende namen voor wijngaarden in Duitsland –naar het schijnt zo’n 40 maal. Heel bekende Sonnenbergen zijn die van Bad Neuenahr (Ahr) en van Schweigen (Pfalz). Ook een naam als Frühlingsplätzchen (Monzingen, Nahe) verwijst naar het gunstige klimaat; het was een plek waar de sneeuw snel verdween en de lente vroeg zijn intrede deed. Ook zonnewijzers vind je alleen in de zonnigste wijngaarden uiteraard, met als bekendsten Wehlener Sonnenuhr en Brauneberger Juffer Sonnenuhr, beide in de Mittelmosel.

Bijzondere bodems

over de etymologie van wijngaardnamen
Les-Amoureuses. Klei die aan je schoenen plakt als een verliefd stelletje aan elkaar.

Monniken en andere wijnboeren wisten al dat de bodem van een wijngaard er toe doet als het om kwaliteit gaat. En dus zijn er heel veel wijngaardnamen die naar hun bodem en zijn bijzonderheden verwijzen. Dat kan soms in vrij directe zin, zoals in het geval van Les Perrières (Meursault uiteraard, maar ook Beaune en Saint-Aubin), een naam die nog meer dan naar de stenige bodems verwijst naar het feit dat hier vroeger kalksteen is uitgegraven voor de bouw. Blanchot (Chablis Grand Cru) refereert aan de witte kalkstenen in de wijngaard en La Crau, het beroemdste terroir van Châteauneuf-du-Pape, aan een ‘dorre vlakte met heel veel stenen’. In andere gevallen kan de referentie veel indirecter zijn, en mooier. Zo komt de naam Les Amoureuses, een van de beste en duurste 1er crus van de Bourgogne (Chambolle-Musigny), niet van een verliefd stelletje dat ooit in de wijngaard werd betrapt, maar van de klei die aan je schoenen blijft plakken als verliefden aan elkaar. Duitsers zijn wellicht wat minder poëtisch als het gaat om wijngaardnamen die naar bodems en geologie verwijzen, getuige namen als Braunerd, Roterd en Weißerd. Typisch voor gebieden met verweerde leisteenbodems is de Keltische term Lay (soms Ley) in de naam van een wijngaard, hetgeen het meest duidelijk wordt in de naam Schieferlay (Dernau, Ahr) en Schieferley (Bad Neuenahr, Ahr). Fascinerender is de Blaufüsser Lay in Winninger Uhlen, met zijn blauwe leisteen. Ook in Oostenrijk hebben wijngaarden dikwijls namen die wat zeggen over hun bodems, zoals Steinmassl (Kamptal). Een van de beste wijngaarden van het Kamptal, Lamm, verwijst naar de leem in de bodem.

Flora en fauna

Ook de specifieke vegetatie in en om een wijngaard heeft enorm veel wijngaardnamen opgeleverd, overal ter wereld. Een paar voorbeelden uit Europa. In de Bourgogne moet je bijvoorbeeld denken aan Les Épenots (Pommard) en les Épinottes (Chablis), die verwijzen naar doornige struiken, en aan Meursault Genevrières, dat verwijst naar jeneverbesstruiken. In Duitsland zijn vele Rosengarten –rozen worden vaak bij wijngaarden geplant als ziekte-indicatoren–, in de Franse Midi kom je veel verwijzingen naar le garrigue en olijfbomen tegen en in Barolo wijngaarden als Bricco delle Viole (naar de viooltjes op de heuveltop) en Boschetti (struikgewas). De amandelboom, die wellicht al met de wijnstok vanuit het Midden-Oosten naar Europa kwam, lijkt een bijzondere plaats in te nemen, wellicht om de associatie met de reinheid van Maria. Van de diverse Les Amandiers in de Languedoc en zuidelijke Rhône, via Sous l’Amandier in Saint-Joseph en Sous Les Amandiers in Chignin-Bergeron tot alle Mandelgarten en Mandelbergen van de Duitse Pfalz, amandelbomen zijn geliefd in wijngaarden en hun naamgeving.

Misschien boeiender dan de vegetatie zijn de wilde dieren die wijngaardnamen hebben opgeleverd. Sommige als Clos des Mouches (Beaune) en Bienenberg (Malterdingen) zijn minder spannend dan andere, zoals de Bechtheimer Geyersberg. Echt exotisch wordt het pas in gebieden waar nog echt gevaarlijke wilde dieren leven, zoals in Californië en Zuid-Afrika. Op Howell Mountain (Napa Valley) ligt een wijngaard genaamd Rattlesnake Ridge en aan de westkant van Kasteelberg (Swartland) ligt een wijngaard genaamd Pofadder. Daar wil je niet door gebeten worden.

Ligging, vorm en opbrengst

over de etymologie van wijngaardnamen
Sorì Tildin, Barbaresco

Termen die de situatie of ligging van een wijngaard duiden, zijn ook altijd populair geweest voor wijngaardnamen. De Italianen en met name de Piemontesi hebben een aantal specifieke aanduidingen. Zo verwijst bric of bricco in een wijngaardnaam naar een ligging op de top van een heuvel, zoals in Bricco di Treiso en Bricco di Neive, beide in de DOCG Barbaresco. Ook een mooie term is sorì, die staat voor het deel van de helling waar de sneeuw het eerst smelt, een expositie pal op het zuiden dus. Je komt de term o.a. tegen in Sorì San Lorenzo en Sorì Tildin van Gaja, ook in Barbaresco. In Frankrijk kom je combe, dat ‘dal’ betekent, tegen in wijngaardnamen. Bekende Bourgondische voorbeelden zijn La Combe d’Orveau (Chambolle-Musigny) en Les Combettes (Puligny-Montrachet), maar ook in het zuiden kom je de term tegen, zoals in Les Combes d’Arnevel (Châteauneuf-du-Pape). De naam van de beroemdste wijngaard van de Wachau, Achleiten, verraadt ook veel over zijn situatie. Ach komt van aqua (= water) en Leiten verwijst naar de steile helling, waar het water snel wegloopt.

Erg leuk zijn ook namen die duiden op de vorm van een wijngaard. Zo is er in Fixin (Bourgogne) een wijngaard genaamd Queue de Hareng. En van de Kallstadter Saumagen (Pfalz) wordt wel beweerd dat zijn vorm op het gelijknamige nationale gerecht van de Pfalz lijkt, en dat de wijngaard zo aan zijn naam kwam.

Voor twee namen die –min of meer– met de opbrengst van een wijngaard hebben te maken, gaan we weer naar de Wachau. In Spitz ligt de 1000-Eimer Berg, die zijn naam kreeg omdat er 1000 emmers (van ± 56 liter per emmer) geoogst werden. En in de Kellerberg ligt een perceel dat zo moeilijk te bewerken was, dat iedere penning die men er verdiende, een kus verdient: Küss den Pfennig.

Verwijzingen naar vroeger

Tenslotte heb ik een verzamelcategorie gemaakt, waarin nog allerlei verwijzingen aan bod komen. Zoals die naar vroegere landeigenaren, los van kerk en adel. In Barolo en Barbaresco is het heel gebruikelijk dat wijngaarden simpelweg de namen van de families dragen, die het land van oudsher bezaten. Slechts enkele voorbeelden zijn Ravera in Monforte d’Alba (Barolo) en Giacosa in Treiso (Barbaresco). Niet alleen in Europa zijn wijngaarden naar originele landeigenaren vernoemd, ook in de VS. Chalone Vineyard, in Monterey County ten zuiden van San Francisco, komt van de Chalon, een stam van het indianenvolk Ohlone of Costanoan, de oorspronkelijke bewoners van dit deel van Californië. En bijvoorbeeld ook in Nieuw-Zeeland zie je veel namen die naar de inheemse bevolking, de Maori, verwijzen.

Fascinerend kunnen ook referenties zijn aan wat er vroeger was op de plek van een wijngaard. De mysterieuze naam l’Homme Mort, een deel van de 1er cru Fourchaume in Chablis, verwijst waarschijnlijk naar vlakbij gelegen een kerkhof uit de Merovingische tijd. En de Schlossböckelheimer Kupfergrube (Nahe) ontstond op de plek waar voorheen koper werd gewonnen, pas begin 20e eeuw.

Arbitraire lijst met mooie wijngaardnamen

Zoals ik al in de introductie al schreef, volgt nog een aantal bekende en minder bekende wijngaarden met bijzondere namen en een bijzondere betekenis.

Frankrijk:

Murgers des Dents de Chien, Saint-Aubin 1er cru, Bourgogne

Murgers zijn gestapelde muurtjes van stenen die uit de wijngaard komen bij de aanleg ervan. Ze gaven vaak de grenzen aan. In dit geval waren ze blijkbaar zo slecht gestapeld, dat ze op de tanden van een hond leken.

Pisse-Vieille, Brouilly, Beaujolais

Een oude, hardhorende vrouw die van de biecht kwam, begreep het advies van de priester verkeerd. Die zei: ‘Ne pêchez plus, vieille’ (zondig niet meer, oudje), maar zij verstond ‘Ne pissez plus’ (pis niet meer). Na uren ophouden, kwam eindelijk het verlossende woord dat ze het verkeerd had verstaan: ‘Pisse-Vieille, le curé l’a dit!’. En dat zou ze hebben gedaan op de plek waar nu de wijngaard is.

Duitsland:

Gärkammer, VDP.Grosse Lage, Walporzheim, Ahr

Een van de kleinste grand cru-wijngaarden van Duitsland (slechts 0,68 ha) doet zijn naam alle eer aan. Tussen de rotsen en terrasmuren van leisteen en Grauwacke wordt het zo warm, dat gären (fermenteren) schier vanzelf gaat.

Ungeheuer, VDP.Grosse Lage, Forst, Pfalz

Das Ungeheuer betekent het monster/gedrocht en bij de ingang van het dorp Forst staat een beeld dat een Ungeheuer moet voorstellen. Maar de naam van de wijngaard komt simpelweg van een ambtenaar uit eind 17e eeuw, die Johann Adam Ungeheuer heette. Rijkskanselier Otto von Bismarck hield van de wijn: ‘Dieses Ungeheuer schmeckt mir ungeheuer.’ (dit gedrocht smaakt me enorm goed)

Oostenrijk:

Ried Mordthal, 1ÖTW Lage, Ruppertsthal, Wagram

Doordat op de plek van de huidige wijngaard botten van mammoeten en werktuigen zijn gevonden, die op mammoetjacht duiden, kreeg de wijngaard zijn lugubere naam: het moorddal.

Italië:

Vigna Rionda, MGA Serralunga d’Alba, Barolo

Een van de meest begeerde wijngaarden van Barolo is vernoemd naar zijn halfronde vorm. Een waar druivenamfitheater, in de volle zon.

Spanje:

Clos Mogador, Priorat

Een van de bekendste wijngaarden in Spanje werd vernoemd naar –jawel– een Frans saga romanesque, over het wel en wee van een familie uit de omgeving van Avignon, die leefden op een (fantasie)domein, genaamd Mogador. Het verhaal Les Gens de Mogador, dat in de jaren 70 als TV-serie uitkwam, zou de familiegeschiedenis van de van oorsprong Franse eigenaar van Clos Mogador, René Barbier III, weerspiegelen.

Zuid-Afrika:

Ramnasgras, Paardeberg, Swartland

Ik móest een van Adi Badenhorst’s wijngaarden noemen. Ramnasgras is de naam van een oude wijngaard met cinsault (1966) op zijn farm Kalmoesfontein, vernoemd naar wat Adi ‘een heerlijke soort wilde mosterd noemt’. Niet iedereen is echter blij met ramnasgras, dat elders wordt beschreven als wilde radijs en als een zeer invasieve soort wordt gezien.

Verenigde Staten van Amerika:

To Kalon, Oakville, Napa Valley

De beroemdste (en meest omstreden?) wijngaard van de VS heeft een fascinerende naam. To Kalon is Grieks voor ‘plek van hoogste schoonheid’ en de naamgever is de oorspronkelijke eigenaar, meneer Crabb, die er in 1868 de eerste wijnstokken plantte.

Australië:

Hill of Grace, Eden Valley

De beroemdste wijngaard van Australië (heuvel van gratie) is vernoemd naar de Lutherse kerk Gnadenberg (Duits voor Hill of Grace) aan de voet van de 4 ha grote wijngaard bij Parrot Hill. Die werd gebouwd in hetzelfde jaar (1860) als de eerste wijnstokken werden gepland. Gnadenberg –tegenwoordig Godnów– ligt in Silezië (nu Zuidwest-Polen), de geboorteregio van de familie Henschke die zich in 1847 in Eden Valley vestigden.

 

Geen witblits op ’t Voetpad

In Zuid-Afrika zijn vele mooie, fascinerende wijngaardnamen te vinden. En producenten als Adi
Badenhorst en Eben Sadie zijn de meesters van de mooie namen: Dassiekop, Ramnasgras, Pofadder
en natuurlijk ’t Voetpad. Ik vroeg Eben, een meesterlijk verteller, naar de betekenis van ’t Voetpad, 
een wijngaard bij Piketberg in Swartland. En zijn antwoord was te mooi om u te onthouden:
’t Voetpad is uiteraard afgeleid van het oud-Hollandse woord voetpad, dat in meer filosofische termen 
ook een wandelpad of een route betekent. De boerderij was een oude halfweghalte voor vermoeide 
reizigers die vroeger van Moorreesburg naar Redelinghuys reisden. Ze kampeerden daar buiten, lieten 
hun paarden uitrusten, bleven slapen. En ze dronken menig fles van het toen verboden distillaat 
Witblits (Witte bliksem). Het was toen wettelijk niet toegestaan zelf te distilleren, aangezien de 
KWV (staatsbedrijf) het alleenrecht had. De politieagent van destijds werd eens op pad gestuurd om te 
gaan inspecteren en uit te zoeken waar men op de boerderij de 'witblits' verborg. Men voerde hem helemaal 
dronken en zette hem vervolgens op zijn paard. Het paard liep de ganse nacht door terug naar het politiebureau
 in Redelinghuys en de volgende ochtend werd hij voor zijn huis wakker. Hij was te bang om de ambtenaren te 
vertellen wat er was gebeurd en meldde alleen: “Er was geen Witblits op de boerderij van ’t Voetpad.”

 

Lars Daniels

Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Wijnbreinbrekers – Huglin-index

De Huglin-index (HI) is een warmte-index, ontwikkeld door Pierre Huglin, speciaal voor de wijnbouw. Alsacien Huglin presenteerde deze in zijn boek ‘Biologie et Écologie de la Vigne’ (1986). De index gaat uit van temperatuur, met als beginsel dat een wijnplant onder de 10º Celsius niet actief is. Hij kijkt naar de gemiddelde maximale dagtemperatuur (TX) en de gemiddelde dagtemperatuur (TG), en dit gedurende 6 maanden van het groeiseizoen (april t/m september voor het noordelijk halfrond, oktober t/m maart voor het zuidelijk halfrond). Dit doen andere klimaatindices, zoals de Winkler Index, min of meer ook, maar Huglin houdt ook rekening met de breedtegraad van het wijnbouwgebied. Daarom is er een correctiefactor (l) voor de verschillen in daglengte tussen gebieden vanaf 40º en meer NB of ZB. Deze varieert van 1,02 tot 1,06 voor liggingen tussen 40º en 50º, de zone waarin –op het noordelijk halfrond in ieder geval– de meeste van ’s werelds bekende wijnbouwgebieden liggen. 

De Huglin-index houdt ook rekening met de breedtegraad van het wijnbouwgebied

Alle belangrijke druivenrassen kregen eveneens een Huglin-index, die aangeeft wat de minimale warmtesom van een wijnbouwgebied moet zijn, wil het bewuste druivenras er rijp kunnen worden. Dus hoe hoger de HI, hoe warmer een gebied is en hoe meer warmte een variëteit nodig heeft. Zo heeft de Rheingau een HI van ± 1800 en riesling een HI van 1700; riesling wordt er in principe dus goed rijp. Avignon heeft een HI van bijna 2500, terwijl grenache noir maar een HI van 2100 heeft; de kans op overrijpheid en veel alcohol is daar dus groot. In Bordeaux, met een HI van iets meer dan 2100, zijn de tijden van groene Cabernet al even verleden tijd en Rioja is met een HI van ca. 2350 perfect voor tempranillo.

De Huglin-index is te berekenen via de volgende formule (échte nerds zoals ik hebben zo’n formule uiteraard in excel en houden voor ieder wijngebied de HI bij;-)):

NieuwsWijnkennis

Wijnbreinbrekers – Biotype

Nu ik in Piemonte ben, leek me het passend om deze Wijnbreinbreker te plaatsen. In Italië, en niet in de laatste plaats in Piemonte, hoor je namelijk vaak de term biotypen vallen, als het gaat om allerlei versies van een druivenras. Maar wat bedoelt men ermee?

Biotype staat voor een groep organismen met dezelfde genetische samenstelling. Een tweede betekenis, die van fysiologische vorm, wordt relatief veel gebruikt woord als het gaat om verschijningsvormen van een druivenras. Vooral in Italië zijn ze er dol op: sangiovese heeft biotypen als sangiovese grosso, catarratto heeft comune en lucido en nebbiolo lampia en michet.

Wetenschappers zijn niet gecharmeerd van deze term, die vaag is.

Wetenschappers zijn niet gecharmeerd van deze term, die vaag is. Zij praten liever over intra-soortelijke genetische diversiteit als gevolg van natuurlijke mutaties. Die celveranderingen vinden o.a. plaats in de stamcellen (meristeem) van de knoppen, waardoor latere bladeren en druiven een andere verschijningsvorm kunnen hebben (andere bladvorm of kleur van druiven). Als die mutaties via vegetatieve vermeerdering worden overgenomen (door stekken te nemen van vruchthout), kunnen nieuwe planten ontstaan die op bepaalde punten afwijken van de moederplant. Deze selecties of klonen zijn genetisch niet 100% identiek aan de moederplant, maar ze behoren nog steeds tot dezelfde variëteit en eenvoudig DNA-onderzoek (‘genetische vingerafdruk’) kan de verschillen niet aantonen. Indien mutaties erg opvallen, zoals veranderingen van kleur, zijn ze vaak bewust verder vermeerderd en kunnen duidelijke subvariëteiten ontstaan, die we als aparte druivenrassen zijn gaan zien, zoals pinot noir, pinot gris en pinot blanc. Maar voor wetenschappers is er maar één variëteit en dat is pinot. Ecotypen is ook een woord dat voorkomt, gebruikt voor varianten van dezelfde variëteit die van elkaar (zouden) afwijken door verschillende ecologische omstandigheden. Nebbiolo heeft ecotypen als picoltener (nebbiolo in Valle d’Aosta), spanna (in Alto Piemonte) en chiavennasca (in Valtellina). Maar omdat ze nauwelijks verschil in karakter vertonen, worden ze ook simpelweg synoniemen van nebbiolo genoemd. Trouwens, iemand die daar alles vanaf weet, is Dr. Anna Schneider, hier uit Piemonte.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Silvaner/Sylvaner – geluk bij een ongeluk

De afgelopen vijftig jaar is er veel veranderd in de wijnwereld. Qua druivenrassen zijn er duidelijke winnaars, maar ook verliezers. Silvaner valt in de laatste categorie. Jammer en onterecht, maar misschien is het een lucky loser?

Savagnin en Österreichisch Weiß. Dat zijn de ouders van silvaner/sylvaner. Een Oostenrijkse oorsprong lijkt duidelijk. Maar in Oostenrijk staat het oude druivenras nauwelijks nog aangeplant, verdrongen door grüner veltliner en Lenz Mosers Hochkultur. In andere gebieden van het voormalige Heilige Roomse Rijk staat silvaner nog wel, met name in delen van Duitsland, de Elzas en Zuid-Tirol.

Castell en Stein

Het was in Franken in Duitsland, midden zeventiende eeuw, dat de naam sylvaner voor het eerst werd genoteerd; daarvóór stond de variëteit simpelweg als Österreicher bekend. Twee jaartallen en plekken zijn sterk verbonden met de introductie van silvaner: in 1659 werd silvaner aangeplant in Castell, voor zover bekend voor het eerst in Duitsland, en in 1665 liet de abt van klooster Ebrach, Alberich Degen, silvaner planten in de wijngaard die er wereldberoemd om werd: Würzburger Stein. Hij gaf de druif ook zijn huidige naam door hem te vernoemen haar de Romeinse godheid van de bossen, Silvanus. Vanaf eind achttiende eeuw wordt silvaner ook in de Elzas als sylvaner aangeplant. Het is niet helemaal duidelijk op welk moment hij in Zuid-Tirol en in Zwitserland arriveerde, waar silvaner vooral in Wallis staat en Johannisberg of Gros-Rhin wordt genoemd.

afbeelding: De schatkamer van Bürgerspital zum Heiligen Geist in Würzburg ligt vol met Silvanerhistorie (foto: Lars Daniëls)

Klonen

In oude wijngaarden in Franken, maar her en der ook in de Elzas, komen nog de vier verschijningsvormen van silvaner voor: groen, geel, rood en blauw. Dat de meeste silvaner die nu staat aangeplant klonale selecties zijn van groene silvaner, heeft waarschijnlijk te maken met zijn betrouwbare opbrengsten. Nog voor de beide wereldoorlogen begon men in Duitsland te selecteren met als doel een hogere en zekerdere opbrengst. Bepaalde silvanerklonen kunnen heel veel opbrengst geven, zeker op groeikrachtige wortelstokken als SO4 en Kober 125 AA. Ze vierden hoogtij in de jaren 60, 70 en 80 en stonden aan de basis van merkwijnen als Liebfraumilch.

De selecties uit Würzburg zijn doorgaans minder ertragsfähig, zoals de standaardkloon van Grüner Silvaner (Wü 92), en geven van oorsprong de hoogwaardigere wijnen. De huidige klimatologische omstandigheden stellen nieuwe eisen aan plantmateriaal. Vandaar dat nieuwe topklonen (bijvoorbeeld Wü 0318) minder opbrengen, wat later rijpen en druiven geven met meer zuren.

In de wijngaard

De vroegere populariteit van silvaner had duidelijke redenen. In vergelijking met riesling rijpt hij eerder, levert hij meer opbrengst op en geeft wijn met minder zuren. Allemaal voordelen als het om volume gaat. Voor goede kwaliteit moeten de opbrengsten flink beperkt worden en om genoeg zuren te behouden bij goede fruitigheid en vulling luistert het oogstmoment heel nauw.

Silvaner verhout minder goed dan riesling en doordat hij vroeg uitloopt, kan voorjaarsvorst gevaar opleveren. Ook chlorose kan een probleem zijn, in een bodem met te veel kalk. De gevoeligheid voor schimmels is eveneens een nadeel; dat heeft de druif bijvoorbeeld in Oostenrijk parten gespeeld, ten faveure van de minder gevoelige grüner veltliner.

afbeelding: Bijna rijpe silvaner in Würzburger Stein (foto: Lars Daniëls)

In het glas

Hoe Silvaner of Sylvaner smaakt, hangt van veel zaken af, zoals terroir (klimaat, bodem), opbrengst en traditie. Die uit de Elzas is dikwijls wat hartiger en soms zoeter dan die uit Duitsland en het Eisacktal. Binnen Duitsland is de diversiteit enorm, van zeer droog tot edelzoet. Het duidelijkst is het verschil tussen technische Silvaner van hoge opbrengsten en terroirgetypeerde wijnen van topwijngaarden. De eerste, van koele gisting met geselecteerde gisten in roestvrijstalen tanks, is schoon, fris en sappig, maar nietszeggend en saai, met een aroma van groene appels en peren, wat peper en vaak vegetale geuren. De van nature geconcentreerde topwijnen, van spontane gisting, zijn ook fris en sappig, maar ruiken naar kweepeer, perzik, groene kruiden, specerijen en soms wat vuursteen. Ze hebben een gelaagde, volle smaak, met genoeg frisheid, wat amandelbitter en ziltheid. Tanks van rvs spelen een rol, maar veel belangrijker zijn groter oud hout en zelfs betonnen eieren.

Afname

Wereldwijd staat iets meer dan 6000 hectare silvaner aangeplant; in 2000 was dat meer dan 11.000 hectare. Een forse afname dus, in de afgelopen twintig jaar. Maar die was al gaande. Rond 1970 bedroeg silvaners aandeel van de totale aanplant in Duitsland 22,8%, zo’n 17.000 hectare; in 2022 was er nog 4419 hectare over. In de Elzas bedroeg de aanplant rond 1970 circa 2800 hectare, nu minder dan 1000 hectare. De afname van het areaal had overigens niet alleen te maken met het instorten van de markt voor goedkope, zoetige Duitse wijn. Ik heb ook het idee dat het succes van Weissburgunder Silvaner dwarszit. Want wat eenvoudige Silvaner kan, doet eenvoudige Weissburgunder beter, met zijn frisse, sappige, fruitige wijnen.

afbeelding: Escherndorf met de wijngaard Lump, Franken (foto ©deutscheweine.de)

Duitsland

De geschiedenis van silvaner is sterk verbonden met Duitsland in het algemeen en Franken in het bijzonder, waar nog een aanplant van 1559 hectare is. Toch staat er in Rheinhessen nog meer: 1932 hectare. Dat is een overblijfsel van de naoorlogse periode, toen decennialang opbrengst belangrijker was dan kwaliteit, zeker in Rheinhessen – op een paar plekken als de Roter Hang na.

Tegenwoordig wordt er in Rheinhessen een aantal van de beste Silvaners van Duitsland gemaakt. Maar Franken heeft zonder twijfel de beroemdste silvanerwijngaarden ter wereld, zoals Würzburger Stein, Escherndorfer Lump, Homburger Kallmuth en Iphöfer Julius-Echter-Berg. Het meer continentale klimaat van Franken en de bodems op muschelkalk (kalksteen/kalkmergel) of Keuper (kalkmergel, klei- en zandsteen, gips) vormen ideale natuurlijke omstandigheden voor silvaner. De bodem moet wel een bepaalde diepte hebben en genoeg water vasthouden, want silvaner heeft water nodig. Ook lokaal in Baden, de Pfalz en Sale-Unstrut wordt goede Silvaner gemaakt. Duitsland telt talloze goede producenten van Silvaner en nog meer goede wijnen. Hier zijn er tien die je niet mag missen:

Keller, Silvaner Feuervogel (Clarijs Fine Wine Selections)

Thörle, Silvaner Probstey (Les Généreux)

Rainer Sauer, Am Lumpen 1655 Silvaner Grosses Gewächs (Anfors Imperial, Markvandewijn)

Am Stein, Stettener Stein Silvaner Grosses Gewächs (De Wijntherapeut)

Bürgerspital zum Heiligen Geist, Stein-Harfe Silvaner Grosses Gewächs (DokterMaler)

Weltner, Hoheleite Silvaner Grosses Gewächs (Winterberg Wijnen)

Zehnthof Luckert, Maustal Silvaner Grosses Gewächs (Champagnist, Herman Wines)

Rudolf May, Rothlauf Silvaner Grosses Gewächs (Karakter Wijnimport)

Nagel, Silvaner Reservenagel (De Kleine Wijnboer)

Horst Sauer, Escherndorfer Lump Silvaner Trockenbeerenauslese (Henri Bloem, Wijnkameel)

afbeelding: Julius-Echter-Berg bij Iphofen in Franken (foto: Lars Daniëls)

Elzas

Net als in Duitsland was silvaner – hier gespeld als sylvaner – in de Elzas ooit veel meer aangeplant en belangrijk in economisch opzicht. Dat had deels dezelfde redenen als in Rheinhessen, alleen heette de Liebfraumilch van de Elzas Edelzwicker. Langzaam maar zeker verloor sylvaner terrein, vooral aan pinot gris, pinot blanc en auxerrois. Maar er waren altijd mensen als André Ostertag, die tien jaar terug al sprak van een aanstaande revival van Sylvaner, met dank aan producenten als Loew, Weinbach, Muré en Dirler-Cadé.

Geheim is dat wat er nog staat aan sylvaner oud en heel goed is. Volgens bepaalde bronnen gaat het om zo’n 900 hectare, volgens het Comité Interprofessionnel des Vins d’Alsace om 1150 hectare. Het beroemdste terroir is de Zotzenberg van Mittelbergheim, de enige grand cru voor Sylvaner, sinds 2005. Ook deze wijnen moet je eens gedronken hebben:

Barmès-Buecher, Sylvaner Rosenberg (Karakter Wijnimport)

Muré, Sylvaner Steinstuck (Verbunt Verlinden)

Albert Boxler, Sylvaner (HermanWines, Bâtard Vintrepreneurs Amsterdam)

Dirler-Cadé, Sylvaner Vieilles Vignes (Wijnkoperij Okhuysen)

Loew, Premières Vendanges de Marguerite Sylvaner rosé (Les Généreux)

afbeelding: De grand cru Zotzenberg in de Elzas (foto: ©ZVARDON-ConseilVinsAlsace)

Südtirol

Buiten Duitsland en de Elzas is er nog een gebied – Wallis laat ik voor wat het is – met een zekere silvanertraditie: Eisacktal/Valle Isarco in Südtirol/Alto Adige. De aanplant bedraagt slechts 68 hectare, maar de hooggelegen wijngaarden (500-700 meter) bij Brixen leveren briljante wijnen op, zoals die van Köfererhof, Kuen Hof, Pacherhof en Kloster Neustift. Drie favorieten:

Köfererhof, Sylvaner R (ad Bibendum)

Kuen Hof – Peter Pliger, Sylvaner (Karakter Wijnimport)

Eisacktaler Kellerei, Sylvaner Aristos (meerdere verkopers)

Lucky loser?

Er is te veel wijn op de wereld. En niet iedere variëteit kan een winnaar zijn. Silvaner heeft veel terrein verloren in de afgelopen vijftig jaar. Maar waar hij nu nog staat, doet hij het heel goed. De producenten die ermee werken, zijn gedreven, begrijpen de druif en waarderen hem. In Franken worden nog steeds prachtige wijnen gemaakt van muschelkalk en Keuper, misschien wel meer dan ooit – en zeker in meer stijlen dan ooit, met naast de klassieke versies ook natuurwijnen, orange wines en in barrique gemaakte wijnen. In Rheinhessen maken topproducenten als Keller, Wittmann, Bischel en Thörle steengoede wijnen van wijngaarden met lang niet altijd het meest kwalitatieve plantenmateriaal. Door hun ouderdom en vaak biologische bewerking zijn ze echter waardevol geworden. Ook in de Elzas lijkt een bescheiden renaissance gaande. Een aantal van de meest gerenommeerde producenten draagt Sylvaner een warm hart toe en plant weer wat aan. Voorbeelden zijn Maxime Barmès en Véronique en Thomas Muré.

Volgens Jean Boxler reageert de druif onverwacht goed op de klimaatverandering, las ik. Dat geeft hoop voor de toekomst. Maar laten we in ieder geval behouden wat er staat aan silvaner/sylvaner. En genieten van prachtige wijnen van een (nog?) ondergewaardeerde druif.

 

Lars Daniëls, Magister Vini.

 

NB: dit artikel verscheen eerder in de printversie van Perswijn (2024-3)

Wijnkennis

Qvevri, anfore, tinajas en talhas

Qvevri of kvevri zijn aardwerken kruiken die van oorsprong uit Georgië stammen (in het Georgisch: ქვევრი). Na het vormen en bakken, worden ze doorgaans ingegraven in de grond en gebruikt voor gisting, rijping en opslag van wijn, nog steeds. Ze worden vaak amforen genoemd –tot ergernis van puristen–, maar hebben geen oren en geen vlakke onderkant. Bovendien zijn qvevri doorgaans niet helemaal waterdicht en dus vaak van binnen gecoat met bijenwas. Ook bepaalde traditionele amforen uit Portugal, zogenaamde talhas, hebben een coating, van dennenhars en bijenwas. En de wijn werd (en wordt soms nog steeds) afgedekt met een laag olijfolie, tegen oxidatie en verontreiniging.

Talhas kunnen trouwens eeuwen meegaan.

Amforen zoals die nu nog gemaakt worden in Italië (vooral Toscaanse anfore) en Spanje (tinajas) zijn met een inhoud van 200-900 liter beduidend groter dan Romeinse amforen uit de Oudheid. Ze komen van specifieke klei met een bijzondere minerale samenstelling en zijn doorgaans hard gebakken; ze zijn waterdicht maar ademen wel. De diverse soorten en vormen van aardewerk zijn vanaf eind jaren 90 weer populairder geworden bij wijnmakers, tegenwoordig over de hele wereld. Zeker voor orange en amber wine zijn ze in trek, maar wijnen uit amforen worden ook meer en meer gebruikt als onderdeel van een assemblage (met ook wijn uit RVS, hout e.a.). Ervaringsdeskundigen roemen de puurheid van smaak en de fijne textuur van de wijnen uit aardewerk. Goede kruiken laten voldoende zuurstof door maar geven geen smaak af; ze kunnen dus dienen als alternatief voor hout. Door hun eivorm is het contact met de gisten anders dan in een barrique. In feite vormen de verschillende aardewerken vaten die al heel lang voor wijnbereiding worden gebruikt de inspiratie voor moderne betonnen eieren, als die van Nomblot.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Wijnkennis

Wijnbreinbrekers: Mycorrhiza

Mycorrhiza is een vorm van symbiose tussen bodemschimmels en de wortels van planten, ook druivenplanten, waarbij wederzijds voedsel wordt uitgewisseld. Deze symbiose krijgt steeds meer aandacht in de wijnbouw. Schimmels spelen een grote rol in het plantenrijk: dankzij hen ontstonden zo’n 400 miljoen jaar geleden de eerste landplanten. De symbiose bestaat eruit dat de plant suiker afstaat aan de schimmel, die daardoor kan groeien en een uitgebreid mycelium (netwerk van schimmeldraden) kan vormen. In ruil daarvoor kan de gastheer makkelijker water opnemen en minerale voeding als fosfor en stikstof, ook van plekken in de bodem waar zelfs fijne wortels niet kunnen komen.

Mycorrhiza’s verhogen de tolerantie voor waterstress, bodemverzilting en ijzerchlorose

Daarmee dragen mycorrhiza’s bij aan de groei van de plant en verhogen zijn tolerantie voor waterstress, bodemverzilting en ijzerchlorose. Ook beschermen ze planten tegen opname van zware metalen – een voordeel in door koper vervuilde bodems – en tegen bepaalde wortelziekten en nematoden. Ten slotte is deze symbiose goed voor de bodemstabiliteit en slaan de schimmels koolstofdioxide op. Genoeg redenen om mycorrhiza’s in de wijngaardbodem te krijgen en te houden. Dat eerste kan bijvoorbeeld door het inoculeren van nieuwe aanplant met schimmels of door het gebruik van de juiste bodembedekkers. Het laatste bereik je door minder stikstofbemesting, beperkt fungicidegebruik en voorzichtigheid bij intense bodembewerking als ploegen.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Symington Vintage Ports - Quinta do Vesuvio
Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Symington Vintage Ports 2022

Ondanks het feit dat het oogstjaar 2022 zelfs voor de portproducenten in de Douro extreem was door hitte en droogte brengt Symington Family Estates toch acht vintage ports op de markt. Geen ‘klassieke’ vintage ports, maar single quinta vintage ports, afkomstig van zeven verschillende quinta’s.

Symington Vintage Ports - Blik vanuit de wijngaarden
Blik vanuit de wijngaarden op de beide tegenover elkaar gelegen quinta’s

Ooggetuige

Bakken Touriga Franca
Rijpe touriga franca

Tijdens de oogst van 2022 bracht ik op uitnodiging van de familie Symington een aantal dagen in Porto en de Douro door, waar ik logeerde in het familiehuis van de Symingtons op Quinta do Bomfim, de belangrijkste quinta voor Dow’s, vlakbij het dorp Pinhão. De oogst was op het moment van mijn bezoek, 20 september, na een onderbreking van tien dagen vanaf 9 september vanwege een periode met zeer welkome regen, net weer opgestart en in volle gang en het is altijd heerlijk om een wijnbedrijf in full swing te zien, het verwerken van de druiven te bekijken en de geur van de gistende most op te snuiven. Op dat moment werd ingeschat dat de oogst 2022 bij de bedrijven van Symington door droogte en warmte uiteindelijk zo’n 20% kleiner zou gaan uitpakken dan normaal. Het volume van de oogst zou weliswaar klein zijn, de kwaliteit leek echter goed. Ik zag kleine trossen zeer gezonde en geconcentreerd touriga franca binnenkomen met een voor dit ras dikke schil, maar met relatief weinig sap.

Het oogstjaar

Symington Vintage Ports - Quinta do Vesuvio 3
Quinta do Vesuvio

De groeicyclus van 2022 was een van de meest uitdagende ooit in de Douro, want zelfs voor dit van oudsher warme wijngebied, waar men op het gebied van warmte en droogte wel iets gewend is, waren de omstandigheden ongekend. De drie maanden voorafgaand aan de oogst behoorden tot de heetste en droogste uit de geschiedenis. In Pinhão, in de subregio Cima Corgo, het centrale deel van het wijngebied, werd op 14 juli een temperatuur van 47 °C geregistreerd, de hoogste temperatuur ooit in het land gemeten.

Tussen november 2021 en augustus 2022 viel er op Quinta do Bomfim in de Cima Corgo slechts 170 mm regen. Een afname van 70% vergeleken met het dertigjarig gemiddelde. In diezelfde periode viel er op Quinta do Vesúvio en Quinta  da Senhora da Ribeira, die beide tegenover elkaar stroomopwaarts, oostelijk van Pinhão en Quinta do Bomfim in de warmere subregio Douro Superior in de richting van de Spaanse grens liggen, slechts 136 mm regen, wat 66% minder was dan het langjarig gemiddelde.

Aangezien het al het vierde opeenvolgende jaar met regenval beneden het langjarig gemiddelde was, werd de droogte van de bodems nog extra verergerd door hogere temperaturen dan gemiddeld in de zomermaanden, inclusief de warmste julimaand sinds 1931 met een gemiddelde temperatuur van 28,3 °C.

De oogst

Symington Vintage Ports - oogst
Oogst in de Douro

Metingen in augustus lieten lage suikerwaarden en zuurgraadniveaus zien vanwege de droogte. De fenolische rijpheid was echter vergevorderd en de schillen van de touriga nacional en touriga franca suggereerden dat er wijnen met een goede structuur geproduceerd zouden kunnen worden.

De oogst in de Douro Superior begon op 22 augustus – het vroegst dat de Symingtons ooit met de pluk in de Douro zijn begonnen – met vroeger rijpende rassen in lager gelegen wijngaarden, zoals alicante bouschet, tinta amarela, sousão en de oude wijngaarden beplant met gemengde druivenrassen, de zogenaamde field blends. De zuurgraad was uiteraard lager, maar de kleur van het sap in de lagares was goed. In totaal heeft de familie Symington 131 hectare zeer oude wijnstokken verspreid over de diverse quinta’s. De diepe wortels van die oude stokken zorgden ervoor dat ze ondanks de extreme omstandigheden toch water konden vinden om hun druiven te laten rijpen. Het keerpunt kwam in de eerste week van september toen de gemiddelde dagtemperaturen daalden tot tussen de 22°C en 25°C, waardoor de rijping meer gelijkmatig en geleidelijk kon verlopen. De helft van de touriga nacional werd geplukt in de eerste periode van september. Zoals hierboven al aangegeven volgde tussen 9 en 20 september een periode met regen die zeer welkom was. Het oogsten werd tien dagen gestaakt – de langste oogstpauze ooit voor de Symingtons – waarin, afhankelijk van de locatie van de quinta tussen de 30 en 42 mm regen viel, waarna de temperatuur weer geleidelijk steeg, ideaal voor de laatste fase van de rijping van de touriga franca en de resterende touriga nacional. Pas daarna werd begonnen met het plukken van de allerbeste percelen van deze beide druivenrassen, wat fijne en diepgekleurde wijnen opleverde.

Het resultaat

Symington Vintage Ports - Pigeage
Pigeage in de lagare op Quinta do Vesuvio

Uiteraard was de impact van de extreme droogte en hitte op de wijnstokken aanzienlijk en waren de geoogste trossen en bessen kleiner dan normaal. Maar net zoals ik op 20 september op Quinta do Bomfim zeer gezonde en geconcentreerd touriga franca zag binnenkomen, kwam er ook op verschillende andere quita’s van Symington gezond fruit van de traditionele druivenrassen voor port in de gistkuipen.

De oogst 2022 in de Douro was er een waarin de omstandigheden de veerkracht van de wijnstokken en hun vermogen om zich aan te passen aan een nieuwe realiteit werkelijk tot het uiterste testten. Verrassend en zelfs verbazingwekkend is de constatering dat de wijnranken nog steeds goed kunnen presteren met veel minder water en hogere temperaturen dan men ooit voor mogelijk had gehouden. De traditionele, inheemse druivenrassen van de Douro toonden hun veerkracht en flexibiliteit en pasten zich aan door trossen te produceren die 10 tot 15% lichter waren dan gemiddeld.

Iets soortgelijks kan worden gezegd over de mensen in dit wijngebied. De wijnbouwers en wijnmakers hebben naar hun beste vermogen gereageerd om onder deze uitdagende en tot op heden ongekende omstandigheden het fruit in de wijngaard goed te beschermen en druiven te telen en te vinifiëren op het optimale rijpheidsniveau. Natuurlijk, de klimaatverandering is al even aan de gang en de oogst 2022, hoe recordbrekend ook, kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Zeker een ervaren wijnmaker als Charles Symington is inmiddels wel enigszins gewend aan bijzondere omstandigheden. Die ervaring, in combinatie met hard werken, resulteerde uiteindelijk in een oogst van kleine, zeer geconcentreerde, maar perfect gezonde druiven. Het resultaat is weliswaar niet goed genoeg voor een klassieke vintage port, maar de drie single quinta ports van Symington die ik proefde, kunnen de toets der kritiek absoluut doorstaan.

De Quinta’s

Symington Vintage Ports - Quinta do Senhora da Ribeira
Quinta do Senhora da Ribeira

Zoals hierboven al aangegeven liggen Quinta do Vesúvio en Quinta  da Senhora da Ribeira tegenover elkaar in de subregio Douro Superior, het warmste en droogste gedeelte van de Douro, in de richting van de Spaanse grens. Quinta da Senhora da Ribeira ligt op de noordelijke oever van de rivier en Quinta do Vesúvio op de zuidelijke. Deze laatste is met een oppervlakte van 326 ha, waarvan 137 ha beplant met wijnstokken, de grootste van de twee. De wijngaarden liggen op een hoogte van 110 tot 450 meter op zeven heuvels en hebben veelal een noordelijke en noordwestelijke expositie. Het huis, de kapel en de wijnmakerij dateren uit 1827 en de Familie Symington kocht het domein in 1989. De druiven worden hier al twee eeuwen – met uitzondering van de Covid-19 jaren – met de voeten getreden in open granieten lagares. De Capela do Vesúvio is vernoemd naar de prachtige kapel van het landgoed en de aangrenzende wijngaard met oude stokken, een van de drie percelen op het domein waar de druiven voor deze wijn vandaan komen. De oogst 2022 is, na 2007, 2011, 2016 en 2017, pas de vijfde editie van deze wijn.

Quinta  da Senhora da Ribeira is eveneens een domein met een hoog percentage aan oude wijngaarden. De druiven worden hier deels op klassieke wijze in granieten lagares met de voeten getreden, maar ook voor een belangrijk deel verwerkt in moderne robot-lagares. De totale oppervlakte van de quinta bedraagt 43 ha waarvan er 25 zijn beplant met druivenstokken, die liggen op een hoogte tussen de 105 en 420 meter met voornamelijk een oostelijke en zuidoostelijke expositie.

Tot ver in de twintigste eeuw was deze quinta vanuit Porto niet over de weg te bereiken maar alleen middels een treinreis naar het Vesúvio-station aan de overkant, gevolgd door een overtocht over de rivier per boot. Ook quinta Senhora da Ribeira (Vrouwe van de rivier) dankt de naam overigens aan een gelijknamige kleine eeuwenoude kapel op deze plek.

De wijnen

Symington Vintage Ports - monsterflessen
Monsterflessen Vintage 2022

Symington Family Estates heeft acht single quinta vintage ports gedeclareerd die afkomstig zijn van zeven verschillende quinta’s. Die wijnen worden op twee verschillende momenten op de markt gebracht, vier nu, en primeur, en vier andere op een nader te bepalen later moment na rijping in de eigen kelders.

En primeur gaat het om:

Quinta do Vesúvio 2022

Capela da Quinta do Vesúvio 2022

Dow’s Quinta da Senhora da Ribeira 2022

Graham’s Quinta do Tua Vinhas Velhas 2022

(Deze laatste wijn, die voor het eerst is gemaakt, wordt echter niet in de vrije verkoop gebracht, maar is exclusief bestemd voor leden van de Matriarca wijnclub in de UK, een club van liefhebbers van Portugese wijn die eind 2023 door de Symingtons is opgericht, en voor proeverijen in de Graham’s Lodge in Vila Nova de Gaia.)

In een later stadium zullen nog de volgende wijnen worden uitgebracht:

Graham’s Quinta dos Malvedos 2022

Dow’s Quinta do Bomfim 2022

Warre’s Quinta da Cavadinha 2022

Cockburn’s Quinta dos Canais 2022

 

Ik kreeg monsterflessen van drie single quinta ports van Symington die nu en primeur verkocht worden toegestuurd.

 

Dow’s Quinta da Senhora da Ribeira 2022

55% touriga nacional, 26% touriga franca, 19% sousão; zuurgraad 4,77; pH 3,60; alcohol 20%; gebotteld mei 2024; productie: 1.030 kisten (12 x 75cl) – 16% van de totale wijngaardproductie van Senhora da Ribeira in 2022

in de geur open en heel aromatisch, opvallend floraal met rozen, viooltjes en veldbloemen naast vers rood fruit – kersen en bosaardbeien – en specerijen zoals witte peper; de smaak is zuiver en sappig met een goede vulling, wat zwoelheid en warmte in combinatie met zuren en een verrassende frisheid en mooi rijpe tannine; dit is de elegantste en meest delicate van de drie.  16½ pnt

Quinta do Vesúvio 2022

45% touriga nacional, 33% touriga franca, 22% alicante bouchet; zuurgraad 4,70; pH 3,63; alcohol 20%; gebotteld mei 2024; productie: 1.710 kisten (12 x 75cl) – 4% van de totale wijngaardproductie van Vesúvio in 2022

een open, geconcentreerd en stevig aroma met chocolade, zwart fruit – bramen, pruimen, bosbessen – en kruidigheid; een geconcentreerde, stevige smaak, heerlijk zoetfruitig, met meer kracht, structuur, diepte en grip dan de Quinta da Senhora da Ribeira, maar ook met voldoende frisheid en elegantie plus goede, rijpe tannine in de lange afdronk. 17 pnt

Capela da Quinta do Vesúvio 2022

31% touriga nacional, 23% field blend van oude stokken, 19% touriga franca, 15% sousão, 12% alicante bouchet; zuurgraad 4,60; pH 3,64; alcohol 20%; gebotteld mei 2024; productie 720 kisten (6 x 75cl), 300 magnums en 200 tappit hens (2,25l) – 1% van de totale productie op Quinta do Vesúvio in 2022

wat minder explosief aromatisch in de geur met veel donker fruit, cacao, chocolade, groene thee, tabak en peperige kruidigheid; de smaak is intens, compact, breed, krachtig en stevig, boordevol structuur en concentratie, met geweldige, rijpe tannine, prachtige zuren naast het zoet, een enorme lengte en heel veel potentie voor de toekomst; maar… wat is jonge vintageport van hoog niveau in zijn jeugd toch heerlijk en verleidelijk! 17½ pnt

Importeurs:

Dow’s Quinta da Senhora da Ribeira: DGS Wijn

Quinta do Vesúvio en Capela da Quinta do Vesúvio: André Kerstens

www.symington.com

www.dows-port.com

www.quintadovesuvio.com

 

Tekst: Frank Jacobs

Foto’s: Symington Family Estates; Frank Jacobs

 

Geproefd & BeoordeeldWijnkennis

Uit de oude doos: Chili uitgelegd door Lars Daniëls (2020)

In tijden van corona heeft Lars Daniëls een aantal langere video’s gemaakt. In dit uitgebreide video-artikel gaat over Chili, vertelt hij dat Chileense wijn nu diverser, authentieker, spannender en dus beter is dan ooit. Lars neemt u mee naar het landschappelijk en klimatologisch enorm gevarieerde land en legt uit hoe de Chileense producenten tegenwoordig steeds beter gebruik maken van de mogelijkheden die die variatie biedt. Het gaat over invloed van de koude oceaan en de hoge Andes, maar ook over verschillende bodems. En uiteraard komt de belangrijke herontdekking van de oude wijngaarden aan bod. Tenslotte presenteert hij een viertal wijnen die volgens hem model staan voor de eigentijdse Chileense wijnbouw. Ga er rustig voor zitten, het is een heel compleet verhaal.

1 2 3
Page 1 of 3
nl Nederlands