Overpeinzingen: Boze boeren - Perswijn
Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Boze boeren

Boeren blijven de gemoederen bezig houden. En ze houden vooral de politiek in hun greep. Hoe ze het doen, ik weet het niet, maar het lukt ze voortdurend. De Volkskrant deed vrijdag verslag van Het Grote Landbouwdebat, een door LTO georganiseerde discussieavond tussen boeren en vertegenwoordigers van elf politieke partijen.  Rode draad in de discussie is dat boeren beloond zouden moeten worden voor hun ‘landschapsbeheer’. Organisator LTO streeft naar een norm van 3.000 euro per hectare. Volgens Pieter Grinwis (ChristenUnie) lijdt de overheid aan een ‘kruideniersmentaliteit’. ‘Als de boer voor het landschap zorgt, is het toch logisch dat hij daarvoor betaald wordt?’ Zou deze politicus wel eens bij een echt Nederlands weiland hebben gestaan, de klassieke monocultuur van raaigras, die door experts voor het dierenleven een ‘groene woestijn’ wordt genoemd? Ik denk het niet. Harm Holman (NSC) oppert volgens de Volkskrant dat boeren toch minstens hetzelfde per hectare zouden moeten ontvangen als een organisatie als Natuurmonumenten. Alsof de boeren niets verdienen aan hun suikerbieten, tarwe of vee.

Voor een simpele boerenlul uit Amsterdam lijkt het er vooral op dat boeren verslaafd zijn aan subsidie. De overheid mag ‘lappen’ als de boeren niet genoeg verdienen. In dezelfde Volkskrant schreef columnist Frank Kalshoven in oktober 2022 dat boeren per bedrijf € 19.000 gemiddeld ontvangen aan subsidies en toeslagen (cijfers 2020). Daarbovenop mogen ze ook nog ‘gratis’ CO2 uitstoten, waar ‘gewone’ bedrijven voor moeten betalen. Als er op grote schaal ziektes onder het vee uitbreken, draagt de overheid de kosten.

Boeren weten zich zo op een listige manier te onttrekken aan simpele economische wetten, zo lijkt het. Hier in Amsterdam sloten onlangs verschillende restaurants de deuren, zoals de sympathieke Auberge Jean et Marie en hier aan de Middenweg, even verderop, Café Cliché van topchef Sidney Schutte (Spectrum). Covid-schulden, te lage marges worden genoemd als oorzaken. Maar anders dan bij de boeren steekt niemand een vinger uit. De fiscus vordert schulden terug, en anders ga je maar failliet. Niet dat ik daar op tegen ben, maar het verschil met de agrarische sector is op zijn zachtst gezegd bijzonder.

De directe aanleiding voor deze overpeinzing waren eigenlijk krantenkoppen uit de Languedoc. Daar hadden de wijnboeren een ontmoeting met de nieuwe prefect, zeg maar de ‘baas’ van de regio. Hier hetzelfde patroon. De boeren klagen steen en been. Zonder irrigatie kunnen ze niet rondkomen, de hitte en de droogte eisen een zware tol en zorgen voor lagere rendementen. Geëist wordt dat er een systeem komt om water uit de Rhône naar het gebied te krijgen, om te kunnen gebruiken voor bevloeiing. Ondertussen kwam er in sommige dorpen in de Languedoc geen druppel water uit de kraan en moest drinkwater met tankwagens worden aangevoerd. De prijzen van elektriciteit zijn hard gestegen en de markt vraagt om wit en rosé, wijnen die meer koeling nodig hebben. Het idee om de kosten te verwerken in de prijs komt blijkbaar niet bij ze op.

Afgelopen donderdag werden de protesten nog maar eens kracht bijgezet door het vernielen van Spaanse wijn bij de grens met Spanje. Wegens, tja, wat is het, oneerlijke concurrentie? Stel dat in Amsterdam horeca-ondernemers de zaak van hun concurrent even komen ‘verbouwen’ omdat die te lage marges zou rekenen. Daar zouden we vreemd van opkijken.

En hoezo, oneerlijke concurrentie? Als je kijkt naar wijnbouw in landen als Zuid-Afrika of Australië, zie je dat de tucht van de markt daar onverbiddelijk is. Wijnboeren in Zuid-Afrika leggen zelf waterreservoirs aan om de wijngaarden bij droogte van water te voorzien. Het idee dat de overheid dat voor ze zou doen, is daar ondenkbaar. Sterker nog, het zwaard van Damocles van mogelijke nationalisering hangt ook nog boven hun hoofden. Regelmatig valt in Zuid-Afrika de elektriciteit uit, leef er maar mee. In Australië wordt gevochten om waterrechten in het bassin van de Murray-rivier. Toen China de markt voor Australische wijnen dicht zette, waren veel boeren gewoon out of business.

Rode draad bij Nederlandse of Franse boeren is dat de overheid hun problemen maar moet oplossen. Lees: de belastingbetaler. En die steun moet worden afgedwongen met protesten op de snelweg, met sabotage of met trekkers.  Op de een of andere manier behouden ze ook nog de steun van het grote publiek. Ik vrees dat ik er niets meer van begrijp. Ik denk dat ik even afhaak.

Ronald de Groot

Reageer op dit item

nl Nederlands