Afgelopen maandag was ik op stap naar Pic Saint-Loup. Een bijzonder stuk Languedoc. Het is daar veel groener dan elders in de streek, omdat de hoge pieken hier zorgen voor beduidend meer regenval. Emotioneel was het bezoek aan Yves en Martin Orliac van Domaine de l’Hortus. Afgelopen september waren we de laatste journalisten die hun zus Marie hadden gezien voor ze omkwam in een gistingsvat in haar wijnkelder. Je voelt het verlies, het creëert een soort band. Het was een mooi, emotioneel bezoek aan een prachtig domein.
Later die dag ontmoetten we de flamboyante Australische wijnmaker Karen Turner op het nieuwe domein Uma. Als we de verschillende rosé’s proeven, dan bekent ze ons dat ze wel licht gekleurde rosé moet maken, maar er zelf eigenlijk niet zo van houdt. Dat kunnen we prima begrijpen. Maar dan tovert ze een fles tevoorschijn met een kleur tussen rood en rosé in. De naam is dat ook. ‘Dit is onze Rosé Rouge.’ Deze donkere rosé, dat is helemaal haar smaak.
Wat we hier kunnen constateren, is dat de smaak van de wijndrinker continu in beweging is. En dat eigentijdse wijnbedrijven daarop voortdurend proberen in te spelen. Dit soort tussenvormen tussen rood en rosé is nadrukkelijk bedoeld voor wijndrinkers die in de zomer liever geen rood drinken, maar wel een (gekoelde) wijn met smaak. Met succes.
Deze trends leggen een al langer bestaand probleem bloot. Hoewel er ongeveer evenveel wijn wordt geproduceerd als geconsumeerd, is er van sommige wijnen niet genoeg en van andere te veel. Wit is bijvoorbeeld erg gevraagd, en zeker na de nachtvorsten van de afgelopen jaren, vooral die van ’21, is er eigenlijk steeds een tekort. Rosé is eveneens lastig te krijgen. Rood, zeker rood met tannine, is er juist te veel.
Probleem is dat je een wijngaard plant voor jaren, dus dat je het niet zomaar kunt bijsturen. Maar uiteindelijk is dit ook een nachtmerrie voor bureaucraten, zoals die in Frankrijk. Dat probleem wordt genadeloos aangestipt in een interview van Vitisphere met Michel Chapoutier, in zijn functie van ‘président des négociants Français’. Chapoutier wil dat bij een programma om wijnen van de markt te halen door destillatie ook wordt gekeken naar wélke wijnen moeten worden gedestilleerd. Hij verwijst naar de oogst van 2020, waarbij 2,6 miljoen hectoliter is gedestilleerd met een subsidie van 211 miljoen euro. Dat gebeurde ‘blind’, dus niemand weet welke wijnen uit welke streken zijn gedestilleerd. Hij vindt dat deze cijfers per regio en type wijn moeten worden bekeken. Want nu moeten de rendementen worden beperkt van álle wijnstreken, om destillatie te voorkomen, omdat niemand officieel weet welke wijnen voor destillatie worden aangeboden. Chapoutier vindt dat alleen van regio’s en wijnen waar te veel wordt geproduceerd, lagere rendementen opgelegd zouden moeten krijgen. Nu worden degenen die commercieel succes hebben met hun wijnen beperkt in hun opbrengsten. Een oneerlijke situatie, aldus Chapoutier. De succesvolle streken zouden juist in staat moeten worden gesteld de normale rendementen te oogsten. Hij heeft een punt, lijkt me. Maar hoe gaan de Franse bureaucraten dit oplossen? Ze willen zo graag iedereen gelijk behandelen, bang als ze zijn voor protesten.
In de Bordeaux zien ze de bui al hangen. Daar hebben inmiddels 420 producenten met een totaal bezit van 3600 hectare zich aangemeld om de wijngaarden laten te rooien. Bordeaux wil zo’n 9500 hectare wijngaarden kwijt. Er zijn inmiddels bedrijven die voorstellen er olijfbomen voor in de plaats te zetten. Tja, je moet wat. Ook deze trend lijkt niet te keren. Behalve minder rood, wordt er ook in zijn totaliteit de komende jaren minder wijn gedronken.
Laten we vooral hopen dat als er minder wordt gedronken, het vooral beter is. Maar dat het minder gaat worden, en dat het consequenties zal hebben voor de producenten, dat staat vast.
Ronald de Groot