Afgelopen week kwamen er twee ‘brieven’ in de elektronische brievenbus van Château Lafleur, producent van een van de beroemdste wijnen van Pomerol. De eerste brief meldde dat de familie Guinaudeau, de eigenaren, met ingang van de oogst 2025 hun wijnen op de markt zouden brengen als ‘Vin de France’ in plaats van als ‘Pomerol’. En dat vanwege de klimaatverandering. Omdat de brief geen verdere uitleg gaf over de achtergrond van deze stap, riep deze meer vragen op dan dat hij antwoorden gaf. Ongetwijfeld was ik niet de enige met vooral veel vragen over het waarom, want alleen ‘klimaatverandering’ zegt niet zoveel, bovendien is Lafleur niet het enige château dat met de gevolgen wordt geconfronteerd. Gelukkig kwam er vrijdag een tweede brief, met een uitleg over de redenen die de familie had voor deze drastische stap.
Château Lafleur is in bepaalde opzichten uniek. Het ligt aan de rand van het centrale plateau van Pomerol, buurman van Pétrus en Vieux-Château-Certan. Wel is de wijn heel verschillend van Pétrus – niet van Vieux-Château-Certan- door zijn hoge aandeel cabernet franc. Ook uniek is dat het een van de weinige – misschien wel het enige – topchâteau in de Bordeaux is waarbij de familie nog zelf in de wijngaard werkt. In dat opzicht meer Bourgogne dan Bordeaux, eigenlijk.
Ik twijfelde eerlijk gezegd of ik aan deze stap eigenlijk wel uitgebreid aandacht zou willen geven. Ik zag – en zie het misschien nog steeds – als een vorm van aandachttrekkerij. Veel bedrijven zijn Lafleur al voorgegaan, en er zullen er vast nog volgen. Artadi en Rioja. De leden van Corpinnat en Cava. Het zijn maar een paar voorbeelden.
Ook speelde een rol dat velen in Bordeaux met dezelfde problemen worstelen. Lafleur noemt ze in de uitleg allemaal op, met de afgelopen zomer als voorbeeld. Wel genoeg regen in de winter, maar een extreem droge maand maart die dat effect teniet deed. Hittegolven in de zomer met temperaturen van ruim boven de veertig graden. Tussen 20 mei en 20 augustus viel er, tijdens de hitte, geen regen van betekenis.
De gevolgen zijn duidelijk: grote waterstress, door te weinig regen, in combinatie met extreme verdamping. Lafleur somt de maatregelen op die zijn genomen om dit probleem aan te pakken. Zoals een lagere hoogte van de rijen, om de bladeren minder te laten verdampen. Een dichter bladerdek bij de druiven, om meer schaduw te creëren. Het geven van water, om de extreme waterstress te bestrijden.
Binnen de regels voor het maken van Pomerol is alles exact gedefinieerd, zoals bijvoorbeeld de rijhoogte, dus als je je daaraan niet houdt, verlies je de appellation. Als ik de brief goed lees en interpreteer, is de grootste ‘overtreding’ dat er water is gegeven op een moment dat dat officieel (nog) niet mocht. De familie schrijft ook dat men zich heeft geërgerd aan de late toestemming om alsnog te mogen irrigeren. Deze kwam op 22 augustus, een paar dagen voor de oogst op Lafleur begon – dus te kort voor de oogst. Een begrijpelijke ergernis.
In de brief worden een paar maatregelen opgesomd die de familie zou willen nemen, maar die niet zijn toegestaan binnen de huidige regels van de appellation. Denk aan lagere plantdichtheid, tot zelfs onder de 5000/ha (nu is 5500 de grens), om het watertekort op te vangen met minder stokken. Of een veel lagere rijhoogte, om minder verdamping te krijgen. Zelfs het mogen toepassen van middelen om de zon te weren en meer schaduw te creëren. Natuurlijk zijn ook andere châteaux hier mee bezig, bijna alle grote namen eigenlijk, maar dan gewoon binnen de regels.
Een van de echte redenen dat ik twijfelde om er over te schrijven, is dat het voor mijn gevoel ook iets lafs heeft. Waarschijnlijk geheel ten onrechte, maar ik kon dat gevoel niet goed onderdrukken. Ik heb in de geschiedenis die ik met Bordeaux heb, al veel mindere jaren meegemaakt. Door vorst, door regen, door kou, hagel, noem maar op. Waarom kun je als producent niet (meer) accepteren dat een jaar minder geslaagd is, in dit geval door de hitte en de droogte? Als je het INAO vraagt om het mogen toepassen van bescherming tegen de zon, dan zou je ook om bescherming tegen de regen kunnen vragen, of verwarming bij koude of vorst. Of vragen of je de druiven in een kas zou mogen zetten. Goed, nu overdrijf ik, maar waar ligt de grens? Natuurlijk, als je je flessen verkoopt voor honderden euro’s per fles, is een mindere oogst niet leuk, maar op een gegeven moment wordt het ook dodelijk saai als je alle invloed van de natuur buitensluit en alleen nog maar goede oogsten hebt, jaar na jaar.
Maar ja, Lafleur verkoopt zijn wijnen toch wel, Vin de France of niet. Zelfs als alle oogsten in de toekomst geslaagd zijn. Gelukkig vind ik ze gewoon te duur.
Ronald de Groot