Als je in Frankrijk zit, zoals ik op dit moment, en de temperaturen liggen elke dag ruim boven de dertig graden, dan wordt het soms erg verleidelijk om even helemaal niets te doen. Even geen overpeinzing schrijven, bijvoorbeeld. Het idee dat je op een gegeven moment AI in kunt zetten, lijkt in dat opzicht een wenkend perspectief. Ik heb het wel eens eerder geprobeerd, een overpeinzing laten schrijven door AI, maar dat was geen succes. Maar het schijnt dat de ontwikkelingen heel snel gaan. Een vriend hier, met wie ik afgelopen week in de auto zat op weg naar een proeverij in de Corbières, kon het niet laten een proefballonnetje op te laten. Hij sprak het volgende in op zijn telefoon: ‘Hoe oud is Ronald de Groot van het wijnblad Perswijn?’ Het antwoord was behoorlijk consistent: ‘Het is niet exact te achterhalen hoe oud Ronald de Groot is op basis van de beschikbare informatie. Er is geen geboortedatum van hem te vinden.’ Kijk, dat is het voordeel als je niet op – bijvoorbeeld – Facebook zit. Gemini vervolgt: ‘Wel is bekend dat hij in de jaren tachtig “echt actief” werd in de wijn, en mede-oprichter en hoofdredacteur van Perswijn sinds de oprichting in 1988. Dit suggereert dat hij al ruime ervaring heeft in de wijnwereld.’ Hm. Helemaal niet slecht. Maar hoe oud? Dat weet Google niet.
Bij de gemini-app van mijn medereiziger werd er nog uitgebreider op ingegaan. Inclusief citaten uit eerdere overpeinzingen, die zijdelings iets zeiden over mijn mogelijke leeftijd. Dat is wat AI doet, het internet afstruinen en overal stukjes vandaan plukken. In dit geval nog netjes met bronvermelding, maar veelal ook niet. Geen tekst op het web is veilig voor AI. Het zo vrijelijk gebruiken van andermans teksten vind ik een van de grote bezwaren tegen AI. Teksten hebben een eigenaar: de auteur. Daar is domweg geen respect (meer) voor.
Maar goed, mocht ik op het idee komen AI zo’n overpeinzing te laten maken, dan zal ik toch zelf het onderwerp moeten aandragen, vrees ik. Of zou AI dat zelf nu ook al verzinnen? En daarna een stukje schrijven in mijn stijl? Dat zou heel bijzonder zijn, maar je weet nooit.
Zo’n onderwerp kan het druivengebruik zijn in Franse wijnappellations. Bij onze proeverij in de Corbières werden we maar weer eens geconfronteerd met de beperkingen die de appellations opleggen aan de druiven die gebruikt mogen worden. De belangrijkste is waarschijnlijk wel dat dit soort appellationwijnen nooit van één druif mogen worden gemaakt, er moet altijd sprake zijn van een blend van meerdere, minimaal twee.
Is dat een handicap of niet? Lastig te zeggen. Voor bekende appellations is de waarde van de appellation groot. Voor minder bekende speelt dat minder. Bij de Corbières bijvoorbeeld, zou je dat kunnen denken. Het doel van de verplichting is dat je alleen zo een ‘getypeerde’ wijnen kunt maken, met eigen, lokale druiven. Als je exotische druiven, zoals bijvoorbeeld cabernet voor rood of chardonnay voor wit gaat toestaan, gaat dat karakter verloren. Maar veel consumenten willen eendruifswijnen, en die kun je op die manier dus niet maken.
Maar met de komst van resistente of nieuwe druiven van elders kan dit systeem ook voordelen bieden. Want omdat bij appellationwijnen geen druiven op het etiket staan, hoeven ook eventuele resistente of andere druiven in de toekomst niet vermeld te worden. Bordeaux heeft voor een aantal experimentele rassen – overigens niet per se resistent – zelfs verboden deze op het etiket te vermelden. Kennelijk uit angst dat de consument zou denken dat Bordeaux Bordeaux niet meer is. Dat gaat wel weer ver. Maar dat dit nadeel ook als een voordeel kan uitpakken, lijkt me niet onwaarschijnlijk.
Ronald de Groot