Dezer dagen leggen we de laatste hand aan onze koopgids bij nummer 8 van Perswijn. We hadden nog nooit zoveel ingezonden wijnen als dit jaar. Het proeven was dus een hele klus, maar zeker ook een plezierige klus. Wat vooral opviel was de enorme diversiteit bij de ingezonden wijnen. En daarnaast de goede kwaliteit, wat uiteraard de nodige keuzestress opleverde. De lijst met uiteindelijke prijswinnaars en eervolle vermeldingen is dan ook enorm gevarieerd. Het gaat echt om wijnen van overal. Onder andere Argentinië, Australië, Chili, Griekenland, Nieuw-Zeeland, Oostenrijk, Portugal, Zuid-Afrika leverden winnaars. Opvallend is de bijdrage van Duitsland, dat tegenwoordig veel hoge kwaliteit maakt. Spanje en Italië doen het ook goed, Frankrijk kan niet ontbreken, met wijnen uit letterlijk alle hoeken van het land.
Dat is prachtig om te constateren, vind ik. Het laat zien dat de wijnmarkt in Nederland volwassen is geworden. En dat het een open markt is, waar iedereen die een goede wijn maakt, een plekje verdient. Of je dat ook krijgt, is vers twee. Want omdat de markt zo open is, moet je wel knokken om erop te komen.
Zo was het voor veel Franse producenten in het verleden nog wel eens ‘vanzelfsprekend’ dat hun wijn in Nederland werd verkocht. Dat is al lang niet meer zo. Ik kan me herinneren dat een Nederlandse importeur me vertelde dat hij een Chileense Gewürztraminer meenam naar de Elzas om ze daar uit te leggen dat ze met dit soort concurrentie te maken hadden. Want daar hadden ze ter plekke geen flauw idee van.
Als je met lokale producenten spreekt, wordt dan vaak gezegd dat de Nederlandse markt zo ‘moeilijk’ is. Want Nederlanders zijn zo op de penning, dat soort argumenten. En dat terwijl sommige Franse producenten hier honderdduizenden flessen per jaar verkopen. En dat in Nederland een gamma Zuid-Afrikaanse topwijnen verkocht wordt waar elk ander land jaloers op kan zijn. Dus kennelijk valt het wel mee met die oer-Hollandse krenterigheid. Het is ook een wat gemakkelijk argument om te zeggen dat het je niet lukt – het ligt niet aan jezelf.
Afgelopen week was ik in Bordeaux. Daar wordt de situatie gewoon catastrofaal genoemd. Elk vertrouwen in de streek lijkt weg, en de consumenten lijken in staking, in afwachting van wat er gaat gebeuren. Maar ja, top-châteaux hebben de prijzen daar dan ook jarenlang opgevoerd met het idee dat de wijnen toch wel verkocht zouden worden. De Europese markt werd, laten we eerlijk zijn, toch wat verwaarloosd. Iedereen had het idee dat China, met zijn miljarden consumenten, de toekomst was voor de verkoop van grote Bordeaux. Helaas, de Chinese markt is inmiddels zo’n beetje helemaal dicht gegaan, de producenten in wanhoop achterlatend.
In de Sauternes, op mijn laatste proeverij afgelopen vrijdag, bespeurde ik naar aanleiding hiervan een aparte stemming. Leedvermaak zou ik het niet willen noemen. Maar wel kreeg je het idee dat ze daar vonden dat het niet zo erg was dat de producenten van rode wijnen met hun ‘grosses têtes’, mensen die naast hun schoenen lopen, ook eens een keertje voelden hoe het is om je wijn moeilijk te kunnen verkopen. Dat is in de Sauternes al jaren het geval. Het is even wennen, laten we maar zeggen.
Wat me op zo’n moment erg verbaast, is dat als de markt tegenzit en de verkopen teruglopen, ook wordt beknibbeld op de promotie. Waarom snijd je in promotiebudgetten op het moment dat promotie juist zo hard nodig is? Onlangs spraken we met Cahors, een streek die het ook moeilijk heeft, over een trip, het leek serieus. Maar uiteindelijk was er alleen budget voor België. Terwijl de Nederlandse markt toch echt interessant is – voor wie er serieus in wil investeren.
Via een producent in Argentinië was ik in gesprek voor een reis met een groep Europese journalisten naar dat land. De producenten staan daar zwaar onder druk, omdat de maatregelen van de nieuwe president, Millei er toe hebben geleid dat de Argentijnen massaal de hand op de knip houden, zodat de binnenlandse markt zo’n beetje kopje onder gaat. Toch willen ze niet in het internationale bezoek investeren. De markt is te moeilijk. Hier breekt mijn klomp. Wijnboer zijn is niet alleen maar mooie wijnen maken. Je moet ze ook nog verkopen. Zelfs in een ‘moeilijke’ markt als de onze. Anders maak je het jezelf alleen maar moeilijk.
Ronald de Groot