In de wijnbouw wordt heel vaak – te pas en te onpas – gesproken over terroir en expressie van terroir. Een lastig begrip. Onlangs nog verscheen er uitgebreid wetenschappelijk onderzoek waaruit naar voren kwam dat het idee dat je kalk in een wijn proeft van een kalkhoudende ondergrond, feitelijk niet aantoonbaar is. Terroir is natuurlijk een typisch Frans begrip, dat zoiets omvat als een combinatie van eigenschappen van de bodem, het microklimaat en de expositie van een wijngaard of van een wijngebied. Sommigen zullen zelfs de mensenhand bij het terroir rekenen.
Wat de invloed van terroir is, is niet altijd goed te zeggen, maar dát er invloed is, is zeker. Zo gedijen sommige druiven, denk aan merlot en pinot noir, het beste op watervasthoudende kleigronden. Cabernet sauvignon staat minder graag met de voeten in het water, dus houdt van ondergronden die goed afwateren. Chardonnay van kalkhoudende ondergronden krijgt meer spanning.
Achter het Franse appellationsysteem zit ook een idee van terroir, maar het verband is vaak nogal losjes. Een streek als de Champagne is een goed voorbeeld. Die is zó groot, met zoveel verschillende ondergronden, exposities en microklimaten, dat je bij een gewone brut champagne moeilijk van terroirwijn kunt spreken. Sommige wijnen van specifieke wijngaarden of bepaalde gemeenten, zoals in de côte des blancs, zijn dan wel weer geschikter voor in dit geval chardonnay. Dan kun je wel spreken van terroirexpressie.
In de Languedoc is er een onderscheid tussen IGP en AOP, net als elders in Frankrijk. AOP is er voor lokale druiven, IGP geeft de vrijheid om te kiezen voor internationale druiven. Een mooie formule. Eén van de bedrijven die ter plekke al decennia wijnen van internationale druiven van grote klasse maakt, is Mas de Daumas Gassac. Op basis van vooral cabernet sauvignon wist de eigenzinnige Aimé Guibert een wijn te maken die door critici de ‘Lafite van de Languedoc’ werd genoemd.
Maar de Revue du Vin de France is niet (meer) overtuigd. De wijn krijgt geen hoge waardering, omdat volgens directeur Denis Saverot van de RVF door het domein een keuze is gemaakt voor druiven die ‘niet meer passen in de tijdgeest’, zo meldt hij in de krant Midi Libre. Tja. Dus het is misschien wel een goede wijn, maar kennelijk is dat voor de RVF geen criterium. In een reactie in de Midi Libre maken de broers Samuel en Roman Guibert, die in 2010 het stokje van hun in 2016 overleden vader overnamen, zich behoorlijk kwaad over deze uitspraak. ‘Wij maken een terroirwijn, en geen cépagewijn’, aldus de broers. ‘Mas Daumas wordt gemaakt van verschillende ondergronden, waaronder bijzondere kleiafzettingen (grès) uit de ijstijd. De druiven dienen alleen maar als middel voor de expressie van dit bijzondere terroir. Dus de wijn wordt niet door de druiven gekarakteriseerd, maar door het terroir. Als Denis Saverot zegt dat de wijn de tijdgeest niet weergeeft, miskent hij dat een grote wijn geen onderwerp moet zijn van de grillen van de mode’.
‘En waarom moet hij onze overleden vader een ‘dwaas’ noemen? Wat heeft het voor zin iemand die al jaren in zijn graf ligt te beledigen omdat hij een megalomaan project met Mondavi heeft afgeblazen?’ Ze spreken van een gebrek aan respect, en benadrukken dat de Languedoc juist zo bijzonder is, omdat het wijnen kan maken naar eigen inzicht, los van de traditie die andere streken beperkt in hun mogelijkheden.
Mij dunkt dat de broers, die spreken namens hun familie, groot gelijk hebben. Wat Denis Saverot van de RVF zegt, komt behoorlijk arrogant over. Hij bepaalt of een wijn volgens de laatste mode is gemaakt, en zo niet, dan serveert hij hem af. Een opmerkelijke manier van wijnen beoordelen.
Assemblage 2022 Mas de Daumas Gassac
Cabernet sauvignon 76%, tannat 5%, merlot 4%, pinot noir 3%, petit verdot 3%, syrah 3%, cabernet franc 2%, 4% overige druiven: nielluccio, montepulciano, saperavi, carménère, tempranillo, abouriou.
Ronald de Groot