Tijdens het proeven hier in Amsterdam hebben we het er regelmatig over. Hoe zal het in de toekomst gaan met de wijnjournalistiek? Dat vinden we met elkaar een lastige vraag om te beantwoorden. Een vraag die aan het begin van het jaar, tijdens de steeds populairdere dry January, nog klemmender is. De druk op wijndrinkers om te minderen of zelfs te stoppen lijkt toe te nemen, dus is er nog wel droog brood te verdienen met schrijven over wijn? Natuurlijk is dat een vraag die ook vroeger al speelde. Het Nederlandse taalgebied is klein, dat maakt het extra lastig.
Het is een vraag die nog eens extra actueel is met overlijden van een bekende wijnschrijver als Gert Crum, afgelopen vrijdag. Met hem is een van de laatste ‘klassieke’ wijnschrijvers van ons land weggevallen. Niet de laatste der Mohikanen, maar wel bijna. We hebben Hubrecht Duijker nog, die dezelfde gezegende leeftijd heeft als Joe Biden of Paul McCartney, zoals Hubrecht zelf ook graag opmerkt. Met name Hubrecht en ook Gert konden nog diepgravende wijnboeken schrijven, mede omdat deze in andere talen werden vertaald, zodat ze een goede oplage konden halen. Zeker voor Gert moesten de inkomsten ook uit andere bronnen komen. Les geven over wijn bijvoorbeeld, en presentaties – waar hij overigens bijzonder goed in was. Weinigen konden met zoveel passie spreken over zijn geliefde Bourgognestreek als hij.
We moeten ook constateren dat de mogelijkheden om over wijn te schrijven niet echt toenemen, om het mild uit te drukken. Ooit maakten wij de Wijnalmanak, een erfenis van Hubrecht Duijker en daarna Harold Hamersma. Maar dit soort gedrukte gidsen heeft zijn tijd inmiddels gehad. De gids voor ‘Omfietswijnen’ van Nicolaas Klei beleefde in 2020 zijn laatste editie. Harold Hamersma is met zijn Grote Hamersma online gegaan. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Nu is er online ook nog wel het een en ander te schrijven, maar om daarmee geld te verdienen, is voor velen een lastige opgave. Harold Hamersma is daar heel goed in, maar hij is in ons land een van de weinigen. Veel reclamegelden op internet gaan naar de grote tech-bedrijven, dus dat betekent dat alleen de ‘kruimels’ overblijven. En Nederlandse wijnliefhebbers zijn ook sterk internationaal georiënteerd, zodat zeker Engelstalige websites direct concurreren met Nederlandse.
Van columns in kranten of tijdschriften kun je ook niet leven, dat is alleen leuk in combinatie met andere verdiensten. Wij van Perswijn kunnen wel leven van het schrijven over wijn, maar alleen omdat we een eigen blad hebben, met abonnees en eigen reclame-inkomsten. Wij merken ook dat er wél ambitie bestaat om over wijn te schrijven. Want met grote regelmaat worden we benaderd door liefhebbers die graag een wijnverhaal voor ons schrijven. Eigenlijk moeten we die altijd teleurstellen. Maar op die manier is het lastig voor een nieuwe generatie om als wijnschrijver of -journalist aan de bak te komen. Helaas kunnen we dat probleem niet verhelpen. Het lijkt zelfs een onvermijdelijke ontwikkeling, in dit digitale tijdperk.
En het maken van standaardwerken, zoals die van Gert Crum of Hubrecht Duijker, lijkt daarmee voorgoed voorbij. Daarmee is het heengaan van Gert niet alleen een persoonlijke tragedie, maar markeert het in zekere zin ook het einde van een tijdperk. Salut Gert, met dank voor de enorme passie, voor Bourgogne natuurlijk, maar ook voor Champagne.
Ronald de Groot