Smeltwater en sneeuw: Libanese wijn is frisser dan je denkt - Perswijn
Reportages & Reizen

Smeltwater en sneeuw: Libanese wijn is frisser dan je denkt

“Welvarend, een grote bankensector en besneeuwde bergen. Tot het uitbreken van de burgeroorlog in 1975 was Libanon het Zwitserland van de Levant”, zegt Elie Maamari met een goed gevoel voor geografische context tijdens een masterclass in Zürich. De exportmanager en oenoloog van Château Ksara gaf niet alleen een inkijkje in de historie en de wijnen van het in 1857 gestichte Libanese wijngoed, maar ook in de veelbewogen geschiedenis van het land. 

Libanon is met 2100 hectare wijnstokken een klein wijnland. Een derde ervan gaat ook nog eens naar de productie van arak, het traditionele distillaat van vergist druivensap op smaak gebracht met anijszaad. In 1990 waren er slechts vijf officieel geregistreerde wijngoederen. Misschien omdat het land al een rol speelde in de handel en het transport van wijn in de Fenicische tijd, trekt het land toch de nodige aandacht van de wijnwereld. Momenteel telt Libanon 61 wijngoederen. De châteaux Ksara en Kefraya hebben samen ongeveer de helft van de wijnproductie in handen.

Wijngaarden in de Bekaavallei (Foto: Château Ksara)

Smeltwater en koele nachten

Caves de Ksara werd in 1857 door Franse jezuïeten gevestigd in de Bekaavallei, het centrum van de wijnbouw in Libanon. Op 34° noorderbreedte is wijnbouw misschien niet vanzelfsprekend, maar omdat de bodem van de vallei op een kleine 1000 meter hoogte ligt, is het er lang niet zo warm als je zou verwachten. Elie Maamari, oenoloog en exportmanager van het inmiddels 480 hectare metende wijngoed, zegt dat de temperatuur hard naar beneden gaat zodra de zon verdwijnt achter de Libanon, de bergketen die de vallei aan de westkant van de vochtige warmte van de Middellandse Zee afschermt. “Zelfs in augustus krijg je op de restaurantterrassen ’s avonds een dekentje aangeboden”, verduidelijkt Maamari. Die nachtelijke koelte is goed voor de smaakontwikkeling van de druiven. Verder beschut het Anti-Libanon gebergte de Bekaavallei tegen de extreme hitte en droogte van de woestijn in het oostelijk gelegen Syrië. Tel daar een jaarlijkse neerslaghoeveelheid van zo’n 600 à 700 millimeter bij op, aangevuld met smeltwater van beide bergketens, en je hebt klimatologisch gezien een aantrekkelijk wijnbouwgebied. Soms gooit vorst in het voorjaar of een hagelstorm uit het noorden roet in het eten, maar de vrijwel constante wind in de vallei zorgt ervoor dat schimmelziekten weinig kans hebben. Château Ksara gebruikt dan ook geen pesticiden en herbiciden en is onlangs gestart met de omschakeling op biologische teelt. Kamil Chaoui, duurzaamheidsmanager en de derde generatie van een van de vier families die het wijngoed in 1973 van de jezuïeten overnamen, werkt daarnaast aan een aantal projecten dat het gebruik van water en energie efficiënter maakt.

Politieke bedreigingen

Misschien is in Libanon de politiek wel een grotere bedreiging dan de natuur. Een vijftien jaar durende burgeroorlog (1975-1990), eindeloze etnisch-religieuze spanningen, buitenlandse inmenging, corruptie (die bijvoorbeeld resulteerde in de gigantische kunstmestexplosie in 2021), en waardedaling van de nationale valuta (94% in de afgelopen jaren) lijken een groter gevaar voor het voortbestaan van een wijngoed dan vorst, hagel of meeldauw. Zo ging de oogst in 2006 bijna verloren doordat na het uitbreken van de Israël-Hezbollah oorlog de Syrische seizoenarbeiders geen toegang tot het land meer hadden. Alleen door alle vaste medewerker de wijngaard in te dirigeren kon voorkomen worden dat de oogst aan de stokken zou verpieteren. De huidige dreiging vanuit Israël leidde ertoe dat Ksara als de wiedeweerga flessen, kurken en andere producten moest inslaan om de continuïteit te waarborgen, vertelt Chaoui, die ook operationsmanager is.

Rhône – en inheemse druivenrassen

In 1973, toen het wijngoed in handen kwam van Chaoui en drie andere families die de naam veranderden van Caves de Ksara naar Château Ksara, bestond het grootste deel van de wijnstokken uit grenache, carignan, syrah en cinsaut. Ook dachten de nieuwe eigenaars dat ze wat sémillon en chardonnay hadden. Maar enige jaren geleden toonde de druivengeneticus José Vouillamoz aan dat het de autochtone rassen merwah en obaideh zijn, overblijfselen van voor de Ottomaanse tijd waarin veel lokale rassen verloren gingen. De Merwah die ik proefde was een zeer aangename limoenfrisse witte wijn met een vleug zout, wat venkelzaad, een lichte rokerigheid en een vaag viskeuze textuur.

Médoc in de Bekaa

In de jaren 80 en 90 bewoog het wijngoed mee op de wereldwijde golf van cabernet sauvignon, merlot en petit verdot aanplantingen. “Médoc in the Bekaa”, grapt Maamari. “Maar”, gaat hij verder, “door het warmer wordende klimaat zijn wij nu weer op de weg terug.” In 2022 kwamen er 4 hectare grenache noir, grenache blanc, syrah en carignan bij, in 2023 waren dat er 7 en voor volgend jaar staan 11 hectare gepland. “Het zijn rassen die beter gewend zijn aan de omstandigheden in de Bekaavallei.” We zien dat terug in de Old Vine Carignan, een in cementen tanks gefermenteerde en gerijpte wijn. Het sprankelende fruit wordt benadrukt door 20 procent te onderwerpen aan macération carbonique. Met zijn zeer bessige, iets florale en licht kruidige karakter, en koele, zijdeachtige maar presente tannine is het voor zijn prijs (circa 15 euro) een prachtige wijn.

Sneeuw bepaalt de jaargang (Foto: Château Ksara)

Sneeuw bepaalt de jaargang

Ook de Château Rouge, Ksara’s bekendste wijn, een Médoc blend, mag er wezen. Zeker de jaargang 2006 had, ondanks zijn zeventien jaren, een zeer frisse onderstroom, versterkt door een vleugje mint, en behoorlijk wat primair fruit. De tannine was nog altijd voelbaar en filigraan. Wat gedroogde besjes verraadden de leeftijd van de wijn. De jaargang 2010 was voluptueuzer met een dichtere, veloursachtige tanninestructuur en leerachtige tonen, terwijl de wat kalkachtig minerale jaargang 2016, hoewel jong, er tussenin leek te liggen.

Maamari benadrukt dat de wijnen elk jaar op dezelfde manier en van druiven van dezelfde wijngaard worden gemaakt. Het enige wat van jaar tot jaar verschilt is het weer. En als ze gelijktijdig rijp zijn, worden merlot en petit verdot samen gefermenteerd. “Dat geeft meer complexiteit”, zegt Maamari. Van de drie wijnen die ik proefde, was dat alleen in 2016 het geval. De wijn is dus niet alleen een expressie van zijn locatie, maar ook van zijn jaargang. Opvallend genoeg speelt het winterweer hierin een rol, volgens Maamari. Hij houdt nauwkeurig bij hoeveel sneeuwperiodes er ieder jaar zijn en hoeveel dagen er sneeuw op de stokken ligt. De jaargang 2006 omschreef hij als lang en koud in vergelijking met 2010 en 2016, maar met minder sneeuwdagen. Of dat de reden is dat de 2006 nog zo fris was…? Een interessante hypothese, wellicht gestaafd door het feit dat de zomer van 2006 juist de warmste van de drie was.

Schatten uit de kelders van Château Ksara (Foto: Bart de Vries)

De hoogtepunten van de avond waren ongetwijfeld de Château Rouge 1986 en de Clos St. Alphonse 1959. Beiden stammen nog uit de periode van voor de grote herbeplanting met de Bordeauxrassen. De eerste (van respectievelijk 40, 30, 20 en 10 procent carignan, grenache, cinsaut en syrah), al gemaakt door oudgediende Maamari, stond nog bol van de zure kersen en granaatappel, maar was ook duidelijk het tertiaire tijdperk ingerold: gedroogde vijgen, sousbois en grotendeels gepolymeriseerde tannine. De Clos St. Alphonse (van carignan, cinsaut en grenache in onbekende verhouding) is nog gemaakt door een van de jezuïeten en genoemd naar de beschermheilige van het klooster. Tabak, ietsje zoetheid, leer – een heerlijke rijpe wijn, maar verwar hem niet met de huidige Clos St. Alphonse die, à tien euro, niet bedoeld is om meer dan zestig jaar op te leggen.

Eindeloze keldergangen (Foto: Château Ksara)

Schatten in eindeloze keldergangen

Château Ksara heeft een uitgebreide collectie van zijn eigen wijnen, die meer dan een eeuw teruggaat. Dat die zo lang goed blijven, komt waarschijnlijk doordat ze in de 2,1 kilometer lange, deels nog door de Romeinen aangelegde, onderaardse keldergangen worden bewaard. Met een constante temperatuur van zo’n 13 graden Celsius en een luchtvochtigheid van 70 à 75 percent is dit een ideale bewaarplaats voor de circa 1,1 miljoen flessen. De keldergangen werden in 1898 door de jezuïeten herontdekt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen het Ottomaanse Rijk, waar Libanon een onderdeel van was, samen met de Duitsers en de Habsburgers tegen de Fransen, Engelsen en Russen vocht, kregen 400 Libanese gezinnen onderdak in het klooster. Daar werkten zij aan de uitbreiding van de gangen, en maakten die gereed voor het gebruik als wijnopslag. Iedere keer weer laat de politiek zijn sporen na in de Libanese wijnwereld, meestal ten kwade, soms ten goede.

 

Bart de Vries

Uitgelichte foto: Château Ksara

Importeurs

Nederland – AndereWijn

België – via Verbruggen-Sodivin, momenteel geen website

 

Wilt u meer over Libanese wijn lezen? Stefaan Soenen reisde door Libanon en bezocht enkele wijnhuizen.

Reageer op dit item

nl Nederlands