Zo, inmiddels heb ik weer voet gezet op Nederlandse bodem. Voor wat het weer betreft bepaald geen vooruitgang, helaas. Mijn bezoek aan Argentinië, waarover ik vorige week schreef, was kort, maar krachtig. Maar lang genoeg om te constateren dat Argentinië en Chili op veel vlakken totaal verschillend zijn. Dat is zo op wijngebied, maar ook economisch en politiek terrein. Toevallig worden er op het moment dat ik dit schrijf in Argentinië presidentsverkiezingen gehouden. Vannacht om 1 uur werd bekend gemaakt dat – tot veler verbazing – Millei, met als geuzennaam ‘El Loco’, de gek, was gekozen tot de nieuwe president, met zo’n 55% van de stemmen. De peilingen wezen eerder op een nek-aan-nek-race. Maar als je onderweg met taxichauffers sprak, moest je concluderen dat zijn ideeën op bepaalde punten niet eens zo gek waren. Afschaffen van de peso bijvoorbeeld en alleen nog dollars gebruiken. Je voelde dat Argentijnen klaar waren voor een radicale verandering. Door de inflatie van meer dan 140% zijn pesos in Argentinië weinig waard en zeer onstabiel, door de razendsnelle ontwaarding. Dus wil iedereen dollars hebben, omdat die stabieler zijn. Op dit moment is de officiële wisselkoers 365 pesos voor een dollar. Maar op straat gaat de hoeveelheid pesos die je voor een dollar krijgt richting de 1000. Een waanzinnige en onhoudbare spread. Nu maar zien of Millei de peso echt gaat afschaffen.
Wijnbedrijven in Argentinië hebben hier in elk geval veel last van – net als andere exportbedrijven. Betalingen vanuit het buitenland lopen via de officiële wisselkoersen, en hun betalingen in Argentinië zijn in pesos. Ze kunnen er dus flink bij inschieten. De realiteit is dat niet alleen de burger graag dollars wil, maar dat de met schulden overladen Argentijnse Staat ook keihard dollars nodig heeft. Als op dollars wordt overgestapt, gaat deze inkomstenbron voor de staat verloren, maar wordt export een stuk lonender.
Paradoxaal genoeg lijkt het met de wijnbedrijven in Argentinië wel goed te gaan. Het voordeel is dat ze een veel grotere thuismarkt hebben dan de Chileense. Er zijn al veel meer Argentijnen dan Chilenen, bovendien is de wijnconsumptie per hoofd van de bevolking ook meer dan het dubbele. Ook is er meer diversiteit bij de bedrijven zelf, omdat niet een paar groten de markt domineren, zoals in Chili. Daardoor krijgen bedrijven in Mendoza het voor elkaar hun topwijnen voor hoge prijzen te verkopen, geholpen door toerisme van hoog niveau. Elk zichzelf respecterende bodega heeft een fatsoenlijk tot in enkele gevallen zeer goed restaurant. En vaak ook nog een hotel, bij een paar bodega’s zelfs zeer luxueus. Door een directe verbinding tussen São Paulo en Mendoza komen er veel Braziliaanse toeristen naar deze Argentijnse streek, wat de verkopen van duurdere wijnen ook weer stimuleert. Ter plekke betalen de Brazilianen veel minder voor de wijnen dan thuis, door torenhoge belastingen.
Inmiddels heeft Argentinië zelfs de Michelin-gids ingehuurd om de restaurants van sterren te voorzien, zo kregen we te horen bij het fijne restaurant van het wijnhuis Susan Balbó. Hiervoor laat Michelin zich overigens door Argentinië betalen, zo werd me ter plekke gemeld. Hier is men er van overtuigd dat toerisme van hoog niveau en wijnen van hoog niveau goed samengaan.
Ook hebben de bodega’s in Mendoza in het hoger gelegen Uco Valley een systeem van herkomstbenamingen opgetuigd dat recht doet aan de hoogte, de expositie en de ligging van de wijngaarden. Daarmee zijn ze aardig ver gevorderd in een streven naar het maken van wijnen met een terroir-expressie, waar tegenwoordig duidelijk behoefte aan is. Malbec en chardonnay van hoogtes tot 1400 of zelfs 1600 meter leveren bijzondere wijnen op. De crisis in de wijnverkopen slaat ook hier toe, door dezelfde problemen als die in Chili, maar met een veel grotere thuismarkt. Per saldo lijkt de uitgangspositie van de Argentijnse bedrijven toch wat gunstiger.
Ronald de Groot