Overpeinzingen: Open blik - Perswijn
Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Open blik

Zo, ook regio Noord gaat weer naar school, dus de vakantie zit er weer op. Nou ja, wij zitten tegenwoordig niet meer vast aan de schoolvakantie. Maar het is een goed moment om op deze plek weer het nodige, of wellicht overbodige, commentaar te leveren. Wij hebben de luxe dat we nu in Frankrijk kunnen zitten, waar het nog steeds behoorlijk warm is, maar gelukkig niet meer zo extreem heet.

Het is heerlijk hier, met de wijngaarden op loopafstand. Toch is het verschil met Nederland niet meer zo groot als vroeger. De wijnbouw rukt op naar het noorden. In augustus zaten we in het noorden van ons land, in het grensgebied van Groningen en Friesland. Een prachtige omgeving, waar je tegenwoordig dan ook al niet meer zo ver van de wijngaarden af zit. Een van de bekendste wijngaarden van het noorden, wijngaard Frysling in Twijzel, lag zelfs op fietsafstand. Een bezoek aan deze wijngaard, volledig beplant met hybride druiven, was een mooie gelegenheid om toch in Franse sfeer te komen. Nou ja, helemaal Frans was het gevoel ook weer niet. Hier in Frankrijk word ik door producenten als regel met open armen ontvangen. Zo niet bij de Frysling.

Onze medewerker Bonne had enige tijd geleden gebeld met de vraag of we wat proefflessen konden krijgen. Dat was een lastig gesprek, zo had ik vernomen. Nadat we waren afgestapt en ons hadden voorgesteld, kwam de eigenaresse direct op dat gesprek terug. “Ik had laatst iemand van jullie aan de telefoon. Was u dat?” Nee, dat was ik niet. Het kwam er op neer dat ze beledigd was door onze beoordelingen. Haar mousserende wijn, nota bene uitgeroepen tot ‘de beste van de Benelux’, zou door ons met een schamele 1* zijn beoordeeld. Een schande.

Het is een score die we feitelijk nooit geven, zo ondrinkbaar kan hij niet zijn geweest. Maar voor tegenwerpingen was niet veel ruimte. Er was sowieso moeilijk tussen te komen. Dus ook niet met de vraag welke wijnen uit de Benelux aan deze uitverkiezing hadden meegedaan. Afgelopen week proefden we een serie mousserende wijnen uit België, en je moet van goeden huize komen om die achter je te laten. Dus ik ben alsnog heel benieuwd.

Maar op een gegeven moment werd het me duidelijk. Het lag aan onze smaak. “Het wordt tijd dat mensen eens met een open blik naar piwi’s kijken. De smaak van klassieke druiven is een soort referentiekader waar men kennelijk niet zo gemakkelijk los van komt.” Tja, dan is het al die jaren proeven van druiven van hybride rassen (in Duitsland PIWI’s genoemd), met daarbij ook heel positieve beoordelingen, allemaal toch voor niets geweest. De vrouw ging verder met haar tirade. Klassieke druiven zouden worden gepromoot door ‘arrogante mannetjes’. Daar moest ze niets van hebben. Enige uitzondering: Johan van de Velde, van De Kleine Schorre, die zo moedig was om naast klassieke druiven nu ook hybriden te planten. Een held. Of de normaalste zaak van de wereld? Wat mij betreft wel.

Ik kon moeilijk anders concluderen dan dat hier een tegenstelling werd gecreëerd die feitelijk niet bestaat. Zowel van hybride druiven als van klassieke kan goede – of slechte – wijn worden gemaakt. Het begon echt te voelen alsof ik Frankrijk was. Hier kunnen producenten het over oneindig veel zaken oneens met elkaar zijn, waardoor van samenwerking geen sprake kan zijn. Jammer als het in ons land ook zo zou gaan.

Maar zo lang je in je hybride bubbel blijft zitten, merk je daar weinig van. Het zou fijn zijn als in het hoge noorden eens met een open blik naar de wijnwereld zou worden gekeken.

Ronald de Groot

1 Reactie

Reageer op dit item

nl Nederlands