Afgelopen week was het weer tijd voor onze redactievergadering. Online dit keer, want ik was in de Languedoc, waar het overigens ook behoorlijk koud was voor de tijd van het jaar. De vergadering is altijd weer een heerlijke uitwisseling van ideeën. Met zijn allen kijken waar we over zullen gaan schrijven de komende nummers. We hadden daarbij een interessant gesprek over wat er in de wijnbouw gaande is, en alle uitdagingen waar wijnboeren voor staan. Op zo’n moment blijkt ook dat het – voor wie dan ook – lastig valt te becijferen wat precies de impact van de wijnbouw op het milieu is. We hadden het onder andere over watergebruik door wijngaarden, mede in het licht van oprukkende irrigatie. Uiteindelijk wordt het in veel gebieden warmer en droger. Zo kwam even de vraag op of de wijnbouw niet onder vuur zou kunnen komen te liggen vanwege te veel waterverbruik. Een begrijpelijke en interessante vraag. Het genuanceerde antwoord is: dat hangt helemaal af van de situatie en hoe je er mee om gaat. Het is goed dat nog eens duidelijk voor ogen te krijgen. Het punt is dat wijndruiven op ondergronden die water fatsoenlijk vasthouden, maar heel weinig water nodig hebben. Op mijn wijnreizen ben ik in veel warme en droge streken geweest, en bijna overal was wijnbouw mogelijk zonder irrigatie. In Napa Valley bijvoorbeeld gebruikt bijna iedereen irrigatie. Maar Christian Moueix, met zijn wijngaard Dominus, heeft van het begin af aan gewerkt zonder irrigatie, en maakt probleemloos prachtige wijnen. In Zuid-Afrika zijn alle oude wijngaarden niet geïrrigeerd, en ook daar zonder problemen. Barossa, Australië, zelfde verhaal.
Kortom, wijnbouw zonder irrigatie is op veel plaatsen mogelijk. Ik was vorige week in Picpoul de Pinet, waar de wijngaarden zuchten onder een grote droogte. Afgelopen jaar viel aan de oever van het Étang de Thau slechts 250 millimeter regen. Dat maakt wijnbouw moeilijk, maar niet onmogelijk. Op het moment dat ik Aurelio Montes sr. sprak over de situatie in Chili, legde hij me uit dat hij waterrechten had voor zijn wijngaarden, maar dat hij de hoeveelheid water waar hij recht op had, gewoon niet op kon pompen. Het water was zo’n beetje op. Hij legde uit wat de consequenties waren. ‘De stokken passen zich aan. Dat kost even, maar dat lukt wel. Alleen produceren ze minder. Het komt er op neer dat de consument moet accepteren dat je onze wijnen niet voor een spotprijs kunt kopen. Het zorgt voor een hogere prijs.’
Dat is de spijker op de kop. Waar je ook komt, en vraagt naar het hoe en waarom van irrigatie van wijngaarden, blijkt het belangrijkste argument economische van aard te zijn, hoewel dat niet gemakkelijk wordt toegegeven. En als de concurrent het doet, dan moet je wel mee. Het is als doping bij wielrennen. Als iedereen het gebruikt, doe je zonder niet meer mee. De concurrentie kan door hogere opbrengsten lagere prijzen rekenen, dus je moet wel. Wellicht begrijpelijk, maar uit het oogpunt van duurzaamheid een verkeerde ontwikkeling. En in de toekomst waarschijnlijk ook niet houdbaar, zoals de Chileense situatie laat zien. De wal keert uiteindelijk het schip, en dat is wellicht de enige manier om deze ontwikkeling een halt toe te roepen.
Ronald de Groot