Een tijdje geleden schreef ik in een van mijn ‘overpeinzingen’ dat ik een kelder met wijn moest opruimen. Ik kwam daarbij nogal wat flessen tegen die er een tijd hadden gelegen, maar die er – om het mild te zeggen – niet beter op waren geworden. Vooral veel witte wijnen, maar zelfs ook oudere rode wijnen hadden de tijd des tijds niet heel goed weten te doorstaan.
Hier in Amsterdam ben ik aan zo’n opruimactie nog niet toegekomen. Maar hier zou de situatie weinig anders zijn, vrees ik. Misschien nog wel erger, omdat hier zoveel flessen liggen. Het is het (nood)lot van een grote wijnkelder. Je hebt de luxe dat je altijd kunt kiezen voor een mooie fles, iets waar je écht zin in hebt. Dat is iets wat ik niet zou willen missen. Dat is gewoon fantastisch. En ook heel leuk: ik kan vaak wel een fles opdiepen met een geboortejaar van deze of gene, als die niet té oud is, althans.
Probleem is dat je gauw de neiging hebt de kelder vol te leggen met wijnen waarvan je denkt dat je die ooit met plezier kan gaan drinken. Nee dus. Want op een gegeven moment is het gewoon te veel. Nu heb ik ook nog een échte kelder, wat steeds meer een zeldzaamheid is. Maar ik word niet gedwongen me te beperken. Ik houd wat ik heb liggen bij met een Excel-bestand, waarin aangegeven staat wat waar ligt, anders zou ik hopeloos de weg kwijtraken. Dat is naar mijn idee wel een must voor iedereen die serieus wijnen verzamelt. Je moet weten wat je hebt en waar het ligt, anders valt het lastig te beheren.
Maar wat zou dan een ideale wijnkelder zijn? Tja, dat hangt af van de eisen die je hebt. In elk geval hoeft het geen kelder te zijn, dat in de eerste plaats. Een klimaatkast, een diepe gangkast, veel is geschikt voor de opslag van wijn. Wel wordt daarmee de hoeveelheid wijn die je op kunt slaan, beperkt. Op zich misschien niet zo erg, want het dwingt tot het maken van keuzes.
Wat de keuze gemakkelijker maakt, is dat veel wijnen tegenwoordig jong gedronken kunnen worden. De klassieke bewaarwijn is al jaren op de terugtocht. Daar zijn meerdere redenen voor. De meest praktische is dat steeds minder mensen een kelder hebben, zodat de vraag naar klassieke bewaarwijnen minder wordt. Bij het plukken van de druiven en het maken van de wijnen houden de producenten daar ook rekening mee. De wijn moet tenslotte worden verkocht. Andere reden is de klimaatopwarming. Deze zorgt in veel gebieden voor minder zuren en rijpere tannine, wat de wijnen eerder genietbaar maakt. Dat maakt dat er in de praktijk tegenwoordig niet zo veel wijnen zijn die het waard zijn om langere tijd bewaard te worden. En veel wijnproducenten weten inmiddels wel dat het overgrote deel van de flessen wijn die wordt verkocht, binnen een uur na aankoop genuttigd wordt. Veel wijnen kunnen wel bewaard worden, maar ze worden er niet per se beter op.
Daardoor wordt de keuze eigenlijk gemakkelijker. Je moet de voorraad die je aanhoudt, zoveel mogelijk afstemmen op je eigen smaak en voorkeuren. Als ik naar mezelf kijk, dan zou ik al snel komen tot een bepaalde indeling. Dus een bepaald aantal mousserende wijnen, een goede selectie droge witte wijnen in verschillende stijlen (zonder houtrijping, met houtrijping) en van verschillende druiven, een goed gevarieerde selectie in rood – van lichtvoetig tot krachtig, en daarnaast een beperkte selectie in zoet en versterkt. De hoeveelheden binnen elke categorie hangen af van de opslagmogelijkheden en de eigen voorkeuren, uiteraard.
Uiteraard zijn wel een paar zaken die in de gaten moeten worden gehouden. Zo is wijn – net als bier – gevoelig voor licht. Dus donker bewaren is eigenlijk een must. Niet voor niets zitten bewaarwijnen in donkere flessen, en bewaarport zelfs in heel donkere flessen, waar je bijna niet doorheen kunt kijken. Temperatuur is belangrijk, maar niet zo belangrijk als vaak wordt gedacht. Sterke schommelingen van temperatuur worden als niet goed beschouwd voor wijn. Maar een wat hogere temperatuur is helemaal geen ramp, als het maar niet te veel schommelt. Enige consequentie is dat de wijnen zich bij een hogere temperatuur sneller ontwikkelen. Vroeger waren goede Nederlandse bottelingen vermaard, omdat de kelders hier koeler waren, zodat de wijnen langer goed bleven. Maar voor een gewone kleine voorraad is een stabiele, hogere temperatuur geen probleem.
Flessen die staan. Ook een beetje mythevorming. Door de flessen te laten liggen, blijft de kurk vochtig, zodat deze niet schrompelt. Dat klopt, maar jonge wijnen met jonge kurken zullen niet snel problemen opleveren. En, flessen met schroefdoppen al helemaal niet, want die sluiten de wijn vrijwel hermetisch af, en er valt niets nat te houden.
Kortom, een eigen, kleine wijnvoorraad aanleggen is niet zo heel ingewikkeld. En wat voor flessen dan? In de volgende afleveringen zal ik per categorie ingaan op wat interessant kan zijn om weg te leggen, en wat niet. En, vooral, heilige huisjes bestaan niet. Alleen plezier in wijn.
Ronald de Groot
Vooral je opmerking dat je kunt kiezen waar je zin in hebt spreekt me zeer aan. Ik doe hetzelfde. Ik pas mijn keus aan mijn stemming aan, waarbij met en zonder houtlagering een belangrijke is, maar nog meer jong of beleven van belang is. Na een dag hard werken wil ik vooral genieten en valt de keus vaak op een rijpe kwaliteitswijn….
Heb je nog Penfolds Grange Hermitage uit de begin tachtiger jaren, die je altijd ‘bij mij’ kocht?
Elly.
Beste Ronald,
Zeer herkenbaar! Ik ben, als ik het goed, heb uit hetzelfde geboortejaar 1953. Ik heb mijn wijnen verspreid over 2 locaties. Ik schat momenteel zo een 4500 flessen. Eén locatie perfect geklimatiseerd, op de andere locatie 2 geklimatiseerde ruimten, een klimaatkast, en waar het mis gaat, een deel “voorlopig” in de garage en in de filmkamer. Daar komt de nieuwe aanvoer terecht. De uitdaging is op niet al te lange termijn deze flessen of te drinken of een betere plek te geven. Op de kortere termijn maak ik me niet veel zorgen, ondanks de door het jaar heen geleidelijke temperatuurschommelingen en wisselende vochtigheidsgraad. Ik vertel regelmatig het verhaal van het project dat 24 flessen van een grand cru wijn uit de Bordeaux perfect waren bewaard. 12 flessen bleven achter in de ideale ruimte, 12 flessen verdwenen in de achterbak van een auto die daar gedurende een jaar hebben gestaan en waarmee gedurende het jaar is gereisd door Frankrijk, ook in de zuidelijke regionen. Vervolgens werden beide wijnen blind geproefd. Je snapt het: er werd geen verschil waargenomen. Is dit verhaal verzonnen of aangedikt of ben jij hiervan of van dergelijke experimenten op de hoogte? Ook mijn flessen heb ik getracht bij te houden (via cellartracker). Waar het bij mij misgaat is niet bij het invoeren van gekochte flessen, doch bij het verwijderen van geconsumeerde flessen, daar heb je een ijzeren discipline voor nodig, die bij mij hierin tekortschiet. Ik heb wijn altijd gekocht om te drinken, niet als belegging. Om die reden ben ik ook gestopt met het kopen van en primeur wijnen van de hogere crus’ uit de Bordeaux, omdat de kans niet groot is dat ik daar nog volop van kan genieten wanneer ze op hun hoogtepunt zijn, ondanks dat ook die wijnen veelal eerder drinkbaar zijn dan vroeger. Het helpt ook mijn voorraad niet ongebreideld te laten groeien. Hoe sta jij hierin? Tot slot: wat een luxe om binnenkort weer een 1952/1953 proeverij te mogen genieten. Bewaren wordt beloond!
Loek
Beste Loek,
Dank voor je leuke en uitgebreide reactie. We werken en denken op dezelfde manier, dat lijkt me duidelijk. Toch hetzelfde geboortejaar, 1953. 😉 Het aantal flessen dat ik heb liggen zal ook zo ongeveer in die richting gaan. Primeurwijnen kopen vind ik toch niet zo’n probleem, omdat ik merk dat jonge Bordeaux uit recente, warme jaren jong al heel genietbaar is. En ik vind wijnen jong drinken tegenwoordig aangenaam, zolang ze niet te gesloten zijn. Ik heb wel een goede discipline om flessen die ik uit mijn voorraad opdrink, in mijn excel ook te vervangen door de fles die er voor in de plaats komt. Anders raak ik ook echt de weg kwijt. Ik ken eigenlijk geen voorbeelden van experimenten met slecht bewaarde flessen. Maar echt verbaasd over het verhaal over de wijn in de achterbak van de auto ben ik niet. Ze lagen donker, dat helpt natuurlijk altijd. Ik heb redelijk wat flessen rechtop staan, en dat levert in de praktijk eigenlijk ook nooit problemen op. Al zou ik dat nooit met heel oude flessen doen, omdat die kurken veel ouder zijn. Maar oude wijnen drinken, zoals oude port, is en blijft fascinerend en bijzonder, dus dat loont zeker! Groet, Ronald
Dag Ronald,
Als beginnende wijnliefhebber, las ik met veel enthousiasme het stukje over de ideale wijnkelder.
ik ben dan ook stilletjesaan een eigen keldertje aan het opbouwen.
vooral (deel 1) sprak me erg aan en was dan ook benieuwd naar de volgende delen 😉
ik blijf nog steeds met veel verlangen uitkijken naar het vervolg.
groetjes
Robbie