Het meest recente IPCC-rapport sluit onzekerheid rondom de oorzaken van klimaatverandering vrijwel uit. Menselijk handelen is de belangrijkste oorzaak. Voor diegene die ook nu het IPCC nog wantrouwen, heeft de natuur zelf dit jaar de nodige voorbeelden gegeven van wat ons met grotere regelmaat te wachten staat. Ongekende hitte in Canada en Italië, alles verschroeiende bosbranden in Griekenland, California en Siberië en overstromingen van zondvloedproporties in Duitsland en China.
Dat dergelijke extreme weersgebeurtenissen ernstige gevolgen voor de wijnwereld kunnen hebben, zagen we in het Ahrdal. Maar klimaatverandering gaat ook sluipend. Dat kan je in slaap sussen, maar voor de oplettende wijnboer geeft het ook de gelegenheid maatregelen te nemen. Zo zie je in de Alentejo in het zuiden van Portugal dat nota bene een wit druivenras het laatste decennium een kleine opmars heeft gemaakt. Waarom? Het kan goed tegen warmte, maar dat is niet alles.
De Alentejo is een oud wijngebied. De talha- of amfoorwijnen die nu weer in de belangstelling staan, gaan terug tot de Romeinse tijd. Toch noemt Richard Mayson in zijn vorig jaar verschenen boek de Alentejo ’de nieuwe wereld’ van de Portugese wijngebieden, omdat de wijnbouw tot eind vorige eeuw flink was teruggelopen. De grootste boosdoener was Salazar, de man die medio twintigste eeuw Portugal met harde hand regeerde. Hij wees de Alentejo aan als ’s lands graanschuur en wijnstokken moest wijken. Pas sinds de val van zijn regime in de jaren 70 van de vorige eeuw is de wijnbouw weer tot leven gekomen. Maar als de wijnmakers niet oppassen, kan deze wedergeboorte van korte duur zijn, want de Alentejo is een van de warmste gebieden van Europa en door de klimaatverandering stijgt de gemiddelde temperatuur nog verder, volgens de laatste modellen met wellicht 3,5°C voor het einde van deze eeuw. Nu al worden routinematig zomerse temperaturen van boven de 40°C gemeten. Hoewel de neerslag volgens klimatologen tot 30 procent zal dalen, is dat vooralsnog uit de cijfers van de IPMA (het Portugese KNMI) slechts beperkt af te leiden. Op het eerste oog is er, met tussen de 500 en 850 millimeter neerslag per jaar, nog wel wat speling. Het risico zit ’m vooral in de spreiding van de neerslag. Het groeiseizoen is zeer droog en de kans op een aantal aaneengesloten jaren zonder noemenswaardige winterneerslag neemt toe.
Er zijn tal van manieren waarop een wijnboer op klimaatverandering kan reageren. Daarover is in Perswijn al uitvoerig geschreven. Zo kan een wijnboer in de Alentejo bijvoorbeeld druivenrassen planten die beter bestand zijn tegen de hitte. Een groot wijngoed zoals Esporão doet al jaren onderzoek naar welke rassen het meest geschikt zijn voor de regio. In hun experimentele wijngaard groeien een kleine tweehonderd druivenrassen waaronder, naast lokale, ook vele internationale rassen en nieuwe kruisingen.
Tiago Macena, Master of Wine-student en wijnmaker bij Adega Marel in de hete, droge subregio Granja-Amareleja, denkt dat uiteindelijk de inheemse soorten de beste kansen bieden. Zij zijn de hitte gewend. Naast de blauwe rassen moreto, trincadeira en alicante bouschet noemt hij ook een aantal witte rassen. Hoewel roupeiro, diagalves, manteudo en perrum zich in de Alentejo op hun gemak voelen, is het hittebestendige ras antão vaz momenteel met 1260 hectare en een groei van 6 procent over het afgelopen decennium het meest succesvol.
Antão vaz is laatrijpend; een beetje extra warmte helpt het ras om volledig te rijpen. Hoewel zijn dikke schil lastig kan zijn bij het persen en hij de verhouding tussen sap en vaste deeltjes verlaagt, is het een productief ras. Bovendien beschermt de schil tegen evapotranspiratie (vochtverlies door verdamping), ziektes en vogelvraat. De relatief losse tros zorgt ervoor dat de druiven bij een onvoorziene bui – het regent van juni tot augustus zelden in de Alentejo – snel weer drogen en dus minder snel schimmelziektes oplopen. Sandra Alves, directeur enologie bij Esporão benadrukt wel dat antão vaz in het wat nattere voorjaar niet geheel zorgenvrij is. Antão vaz heeft een uniek en makkelijk te herkennen smaak profiel – tropische noten die mij het meest aan groene guava doen denken met een tikkeltje olie dat in de verte te vergelijken is met goût de pétrole in gerijpte Riesling. Andere positieve eigenschappen van het ras zijn de verminderde vatbaarheid voor oxidatie en zijn affiniteit met eikenhout. Ook het oproeren van de lies werkt goed bij antão vaz. Kortom, er zijn heel wat redenen waarom je het ras als een winnaar in de hete Alentejo kan beschouwen.
Waarom lijkt de groei er bij antão vaz dan toch een beetje uit? Er zijn verschillende redenen. Dorina Lindemann van wijngoed en kweker Plansel in Montemor-o-Novo is zelfs uitgesproken negatief. Zij wijst vooral op de lage zuren. Volgens haar kan je er alleen drinkbare wijn van maken als de most wordt aangezuurd. Dit is overigens in vrijwel alle warme gebieden gewoon toegestaan, maar voor een ambachtelijke en op minimale inventie gerichte wijnmaker misschien niet aantrekkelijk.
De zaak ligt echter genuanceerder. Paulo Laureano, Nelson Rolo en José Melicias, alle drie antão vaz-specialisten, zeggen dat er voldoende zuren behouden kunnen blijven. Ze geven wel toe dat de zuurgraad snel kan dalen, dus het is belangrijk het juiste plukmoment te kiezen. Oogst je te snel, dan mist de wijn zijn karakteristieke aroma’s en smaken; oogst je te laat dan verdwijnen de zuren. Toch zegt Rolo dat hij vanwege het unieke smaakprofiel liever iets te laat dan te vroeg plukt. Je kan altijd nog cuveteren met rassen die hun zuren makkelijker behouden, zoals arinto, roupeiro en tegenwoordig ook steeds vaker verdelho. Bovendien, ook in blends blijven de aantrekkelijke aroma’s en smaken van antão vaz meestal goed herkenbaar.
Er zijn ook externe redenen waarom de groei van antão vaz stagneert. De Alentejo appellation staat een groot aantal rassen toe – 32 voor rode en 34 voor witte wijnen. Er is dus geen ingebouwde afhankelijkheid van slechts een of een beperkt aantal rassen. Daarnaast maakt onbekend, ondanks de toegenomen belangstelling voor autotochtone rassen, vaak onbemind. Het zou goed zijn als Wines of Portugal, de nationale wijnmarketingorganisatie, antão vaz aan zijn beperkte lijst van gepromote rassen zou toevoegen. De wijnmakers zelf zouden ook kunnen bijdragen. Het feit dat antão vaz goed reageert op rijping in eikenhouten vaten, hoeft niet te betekenen dat het aandeel nieuwe vaten hoog moet zijn. Integendeel, met een toenemende vraag naar frissere wijnen zou enige terughoudendheid wonderen kunnen verrichten, zoals de monovarietals van Herdade Grande en Herdade do Rocim bewijzen. Tenslotte vlakt het groeitempo van antão vaz af omdat het herplanten van wijngaarden een kostbare aangelegenheid is en oude wijnstokken tegenwoordig meer gewaardeerd worden, mede vanwege hun diepere wortels en dus geringere afhankelijkheid van irrigatie.
Toch ontloopt antão vaz de problemen van klimaatverandering niet helemaal. Irrigatie is onontkoombaar, zeker voor jonge wijnstokken. Bij Esporão proberen ze die wel zo veel mogelijk te beperken (maximaal 1,2 liter per liter geproduceerde wijn, en als het neerslag tekort het toelaat tot 0,4 liter minder), enerzijds om de smaakconcentratie te behouden, maar ook uit duurzaamheid. De Alentejo mag dan wel gezegend zijn met een van de grootste stuwmeren van Europa (gevormd door de Alquevadam in de Guadiana), men houdt er rekening mee dat bij toekomstige, mogelijk langdurige droogte het waterniveau in het reservoir dermate laag kan komen te staan dat irrigatie moeilijk wordt. Tiago Macena heeft vooral zorgen om de enorme landbouw-boom die heeft plaatsgevonden sinds de opening van de dam in 2004. Flinke concurrentiedruk dus, ondanks dat door de natte winter van ’20/’21 het stuwmeer nu goed gevuld is. Maar tegelijkertijd zegt Macena ook dat de oude antão vaz-stokken bij Marel, die als bush vines geplant en gesnoeid zijn, niet geïrrigeerd hoeven te worden.
Kunnen we antão vaz al met al een winnaar noemen in tijden van klimaatverandering? Ik denk van wel – de voordelen lijken de nadelen te overtreffen. Het is veruit het belangrijkste witte ras in de Alentejo en het heeft zich vanuit zijn thuisbasis Vidigueira weer verspreid over alle acht subregio’s van de Alentejo. Bovendien is het ras nu ook aangeplant in de wijngebieden Lisboa en Tejo. Als marketingorganisaties en wijnmakers samenwerken, zou het wel eens een kwestie van tijd kunnen zijn voordat de groei weer aantrekt, zo niet in de Alentejo, dan misschien in ’echte’ nieuwe-wereld-landen zoals Brazilië of Australië.
Bart de Vries