Lars bezoekt de Nebbiolo Prima - Perswijn
Reportages & Reizen

Lars bezoekt de Nebbiolo Prima

Afgelopen donderdag, op de eerste dag van Nebbiolo Prima Albeisa Wines, hebben we in de ochtend Roero en Barbaresco 2017 geproefd. En in de middag wijnen uit 2007, 2006, 2005 en 2004. Het was een interessante, leerzame dag. 2017 was een bijzonder jaar, dat vroeg begon en waarin (zeer) vroeg werd geoogst (ruim 2 weken eerder dan langjarig gemiddelde). Al met al was de cyclus maar circa een week korter dan ‘normaal’. De zomer kende een aantal zeer hete perioden, waarin de groei en rijping deels blokkeerden. Dat heeft ervoor gezorgd dat de wijnen uiteindelijk veel maar niet té veel alcohol hebben. Over de fenolische en aromatische rijpheid is men tevreden. Bijzonder is 2017 als het gaat om zuren. De totale zuurgehaltes (som van alle organische zuren, gemeten in de most en wijn) zijn vrij laag, maar de pH (kracht van zuren, vooral wijnsteenzuur) ook. Daarvoor zijn waarschijnlijk twee redenen: de geoogste druiven hadden nog maar weinig appelzuur en door de droogte (gebrek aan water in bodem) is er weinig kalium opgenomen. En dus weinig uitval van wijnsteenzuur (kalium bindt wijnsteenzuur en dat valt dan deels uit als wijnsteen), waardoor de pH nauwelijks omhoog ging.

De geproefde wijnen toonden zich veelal toegankelijk, door milde zuren en afrondend zoet van alcohol, maar toch ook een zekere frisheid. Ze hebben doorgaans gezond extract, met genoeg kleur en tannine. Door de bank genomen zijn ze van goed niveau, met weinig echte uitvallers, maar ook weinig grote wijnen. Kanttekening is natuurlijk dat de wijnen van de beroemdste topproducenten niet op tafel kwamen (Gaja, Bruno Giacosa, Roagna etc.). 2017 lijkt me op het eerste gezicht een prima jaar, maar niet groots. In het algemeen beviel Barbaresco me beter dan Roero; waarschijnlijk hadden de wijngaarden op meer zanderige bodems in het hart van Roero meer last van droogtestress dan de grijsblauwe mergels van grote delen van Barbaresco.

In de middag kregen we een bonte selectie van gerijpte wijnen te proeven, uit Roero, Barbaresco en Barolo. De meeste wijnen kwamen uit 2006, destijds en nog steeds gezien als zeer goede tot grote jaargang. Maar wederom stelden de wijnen me enigszins teleur. Het is een krachtig jaar, met vaak veel van alles (zuren, alcohol, bitters, extract), maar de wijnen bieden in het algemeen niet veel drinkplezier, zelfs nu nog niet. Sommige wijnen bleken echt al op hun retour, andere zijn nog compact maar geven niet wat ze beloven, hebben weinig charme. Misschien komt dat nog –het jaar wordt vaak geduid als ‘austere’, (streng)– maar ik twijfel in meerdere gevallen. Uiteraard moet de aantekening gemaakt worden dat ook hier wijnen van de beroemdste topproducenten veelal ontbraken. Maar ook een paar van de beroemdste Barolo en Barbaresco 2006 die ik heb mogen drinken, zijn geen wijnen die me ontroeren. Ik hoop evenwel de komende jaren nog een aantal goede wijnen te mogen drinken. 2004 daarentegen, ook een goed jaar, met ruime opbrengsten trouwens, drinkt nu heerlijk. Dat deed het eigenlijk altijd al, dusdanig dat de algemene mening is dat de wijnen zich snel ontwikkelen. Maar de goede wijnen hebben nog genoeg sap en fruit naast alle anderen bijzondere karaktereigenschappen van goede Nebbiolo om vanaf nu tot 2025 (en wellicht langer) van te genieten. Nóg langer wachten op wijn is toch niet nodig?;-)

Lars Daniëls MV

Reageer op dit item

nl Nederlands