Een nationale tragedie was het: de Notre-Dame stond in brand. Het vaak bespotte Franse chauvinisme leidde plotseling tot een indrukwekkende eenheidszin. Een solidariteit die werd vertaald in een kleine miljard euro, bestemd voor restauratie van de kathedraal. Grotendeels gedoneerd door extreem rijke eigenaren van beroemde châteaux. Wie zei ook alweer dat wijn niet verbindt? Nou, de gele hesjes dus…
Toen de Franse ziel – oftewel ‘Frankrijks Onze Lieve Vrouwe’ – vlam vatte, brandde een stukje vaderlandse historie mee. De plek waarmee zo’n beetje elke Fransman zich verbonden voelt en waar tijdens de Franse Revolutie werd geplunderd en beelden werden onthoofd. Waar de Engelse koning Hendrik VI tijdens de Honderdjarige oorlog werd gekroond, Napoleon Bonaparte zichzelf tot keizer sloeg en waar staatsbegrafenissen als die van Charles de Gaulle plaatsvonden. Die Notre-Dame dreigde op te houden te bestaan. Geen wonder dat juist die andere Franse kernwaarde – wijn – op de bres sprong voor de redding van de ruim 850 jaar oude kathedraal.
Grote wijnmannen strijden om de eer
Als eerste bood de UNESCO de Franse autoriteiten ondersteuning aan. Directeur-generaal Audrey Azoulay noemde de Notre-Dame ‘erfgoed van onschatbare waarde’ en twitterde ‘de VN-organisatie staat aan de zijde van Frankrijk om de Notre-Dame te redden en herstellen’. Daarna lieten de grote namen uit de Franse wijnwereld al snel van zich horen. François Pinault, eigenaar van gerenommeerde wijnhuizen als Château Latour, Château Grillet, Eisele Vineyard Estate in Napa Valley (voorheen Araujo) en Clos de Tart in Bourgogne, kwam als eerste met een wederopbouw-donatie van 100 miljoen over de brug. De zakenman liet weten (ze zagen intern waarschijnlijk de gele bui al hangen) dat hij afzag van het belastingvoordeel dat door deze donatie zou ontstaan.
Bernard Arnault van luxegroep Louis Vuitton Moët Hennesy (met namen als Cheval Blanc, Moët & Chandon, Krug, Veuve Clicquot, Hennessy en Château d’Yquem) volgde ook. LVMH doneerde 200 miljoen en bood eveneens de hulp aan van diverse interne creatieve, architecturale en financiële teams ter ondersteuning van het herstel.
Daar bleef het niet bij. Martin en Olivier Bouygues, de eigenaren van Château Montrose in St Estèphe en Clos Rougeard in Saumur-Champigny, deden een persoonlijke donatie van 10 miljoen euro. En de Groupe Charlois, eigenaar van o.a. de tonnelleries Saury, Berthomieu en Leroi, zegde het beste eikenhout toe voor de reparatie van het dak.
Notre Drame
Vele Fransen volgden hun voorbeeld met grotere en kleinere donaties. Binnen de kortste keren was voor de renovatie een miljard beschikbaar gemaakt. Iedereen in Frankrijk én daarbuiten leek te lijden onder de verbrande, gothische icoon. ‘Notre Drame‘ (ons drama) stond op de voorpagina van de Franse krant Libération en ook de wereldwijde media stond bol van de Notre-dame. En zelfs Macron beloofde – in het vuur van alle emoties – misschien net een beetje te veel.
De in 1163 gebouwde kerk is dan ook wel van onschatbare waarde. Het staat sinds 1991 op de Werelderfgoedlijst en is eigenlijk een uniek allegaartje van stijlen uit bijna twintig eeuwen. Gelegen op de Île de la Cité is de kerk als het kloppende hart van Parijs. Het is een van de belangrijkste toeristische attracties van de stad (niet in de laatste plaats dankzij Victor Hugo’s succesvolle roman De Klokkenluider van de Notre-Dame uit 1831) en wordt gezien als de belangrijkste kathedraal van het land.
Het gele protest
Maar de gilets jaunes (gele hesjes) keken anders naar de situatie. Zij voelden zich niet zo zeer verbonden met Hugo’s Klokkenluider, als wel met zijn Misérables. Hun acties – die net een beetje afnamen – laaiden in volle hevigheid op. Door de brand moest Macron zijn speech afbreken waarin hij maatregelen zou aankondigen om de hesjes tegemoet te komen. De toespraak werd verplaatst naar een later moment. Onhandig. En de vele miljoenen die daarna zonder aarzeling beschikbaar werden gesteld door met name de Franse rijken en bedrijven vielen ook niet in goede aarde.
Op de protestborden tijdens de eerste demonstratie-zaterdag na de brand stond teksten als ‘Alles voor de Notre-Dame, niets voor de Misérables’. En zo kon de Parijse brandweer nog geen week later alweer uitrukken om de boosheid van de gilets jaunes te blussen. Terwijl bij de St. Sulpice mensen verzamelden voor de getroffen kathedraal en de paaswake, staken de hesjes aan de andere kant van Parijs auto’s, motoren en prullenbakken in brand. Het gevoel van nationale eenheid was van korte duur.
Eigen bijdrage
En wie er gelijk heeft? Geen idee. Het geld zou uiteraard beter verdeeld kunnen worden. Maar het is vrij onwaarschijnlijk dat de wijnheren hun miljoenen in een potje voor de armen gaan stoppen, ben ik bang. Een voordeel van de huidige situatie? Als je nu een fles Cheval Blanc of Grillet opentrekt, draag je ook een beetje bij aan het voortbestaan van het Franse culturele erfgoed. Dan smaakt zo’n glas toch net een beetje beter.
Romy Kooij | Miss WineLane