Alles is politiek. Wijn dus ook. En al helemaal wijn binnen de Europese Unie. Die Europese Unie die momenteel zo verguisd wordt door populistische roeptoeters met hun simplistische antihouding. Met tot vervelens toe de ‘elite’ (‘links’), de ‘media’ (ook ‘links’), het ‘establishment’, de ‘buitenlanders’ en ‘Brussel’ als zondebokken voor alle echte en vermeende problemen.
Lieden die overigens zelf wel gretig financieel meeprofiteren van zitjes in zogenaamde ‘nepparlementen’ en niet te betrappen zijn op realistische alternatieven. Om nog te zwijgen van een constructieve toekomstvisie. Onverdraagzaam, overal op tegen. En gecharmeerd van het Leidersprincipe binnen hun ranzige partijen of dito clubs zonder leden die daarvoor moeten doorgaan. Over een democratisch deficit gesproken. Waarvan men Brussel zo graag beschuldigt.
Wie ook maar over een greintje elementaire historische kennis beschikt, iets met internationale politiek en/of met wijn heeft, zal beseffen dat de Europese Unie met zijn vrije verkeer van mensen en goederen iets is om innig te koesteren. Ondanks alle mitsen en maren. Want wat is het alternatief? Ieder voor zich en eigen stam eerst? Met eigen munten en zogenaamd gesloten grenzen die alleen de schijnveiligheid geven? En ook met eigen wijn eerst, beschermd door importheffingen naar Zwitsers model? Met alle respect voor onze ploeterende wijngaardeniers, in Nederland zijn we dan heel snel uitgepraat. En los daarvan, wat is Nederland als handelsnatie eigenlijk zonder (Europees) buitenland?
Een van de grote successen van de Europese Unie, ja wel, is de gezamenlijke wijnbouwpolitiek. Immers, zou er zonder Europa ooit een grensoverschrijdend wettelijk kader voor wijnbouw en etikettering zijn gekomen? De vraag stellen is hem beantwoorden. Let wel: het gaat om een wettelijk kader waarbinnen ieder land nog altijd zijn eigen, specifieke invulling kan geven. Een eerder harmoniserend model in plaats van een dicterend. Gelukkig wel met algemeen geldende normen wat betreft biologische wijn, toegestane hoeveelheden sulfiet en terminologie op het etiket. Critici beweren nogal eens dat de Brusselse wijnnormen, compromissen als ze zijn, niet streng genoeg zijn, maar hoe zou men reageren wanneer die normen ineens wel heel streng zouden zijn? Inderdaad, dan zou het om ‘dictaten’ gaan.
Jammer genoeg zijn er nog lang geen uniforme Europese BTW- en accijnstarieven voor wijn. Individuele lidstaten regelen dat namelijk maar wat gretig zelf. Zie Nederland met zijn 21 procent BTW en bij herhaling verhoogde accijnzen. Nederland wenst in bepaalde opzichten trouwens ook strenger te zijn dan Europa als het aankomt op voorschriften voor wat wijngaardeniers wel en niet mogen. Het is maar een weet. Je kunt Brussel wel overal de schuld van geven, maar kijk eerst eens naar wat nationale overheden nog steeds weten te bedenken, ondanks die zogenaamde dictaten vanuit Brussel die geen ruimte meer zouden laten voor zelfbestemming. Waarom gaan Engelsen zo graag wijn kopen in Calais? En waarom is het voor Nederlanders in de grensstreek zo interessant om drank in Duitsland te kopen?
Laten we het ook even hebben over die nog altijd genereuze Europese landbouwsubsidies – en daarmee dus ook wijnbouwsubsidies. Subsidies voor de ontwikkeling van nieuwe projecten in achterstandsregio’s of voor het rooien van niet rendabele wijngaarden. Al die boze Zuid-Franse aanhangers van het anti-Europese Front National met hun onverkoopbare wijnen profiteren daar maar wat graag van! Brussel betoont zich in dit opzicht allesbehalve een voorvechter van ongeremde marktwerking en globalisering. In tegendeel! Een beetje meer marktwerking zou juist hier misschien zo gek nog niet zijn…
Sommige wijngebieden zijn voor hun voortbestaan afhankelijk geworden van Europese gastarbeid. Voor werk in de wijngaard en voor plukken. Aan de Moezel zal daarom niet zo snel een meldpunt Polen worden geopend, of in de Languedoc een meldpunt Spanjaarden. Als er nu één bindende culturele factor binnen Europa is, dan is het wel wijn. In alle mogelijke diversiteit. Laten we dat alsjeblieft ook zo houden. Gewoon een kwestie van feiten onder ogen zien in plaats van ze te verdraaien. En van gezond nadenken. Ter afsluiting een parafrasering van de even beroemde als behartenswaardige woorden die John F. Kennedy sprak tijdens zijn inauguratie als president van de Verenigde Staten: Don’t ask what Europe can do for you, but what you can do for Europe. René van Heusden