Het is donderdagochtend 19 september acht uur, en ik stap met een kop thee naar buiten. Ik tref er de wijnboer, Franz Jagschitz, die nog eens zorgelijk naar de lucht kijkt. Het heeft de hele nacht geregend, en er is meer regen voorspeld. Franz is halverwege de zweigeltoogst, maar de kans dat die vandaag gereed komt, is erg klein.
Hij neemt me mee naar de ruimte waar de vergistingstanks staan: de tank voor zweigelt is nog nauwelijks gevuld, en de massa – afkomstig van de druiven die woensdag geplukt zijn – wordt voorzichtig rondgepompt om de start van de gisting te vertragen. Het was de bedoeling de tank vandaag helemaal te vullen, maar de weergoden laten het afweten.
Optimale kleur
Om tien uur valt de definitieve beslissing: de groep Kroatische, Roemeense en Bosnische plukkers wordt niet opgeroepen. De kans dat de regen halverwege de dag roet in het eten gooit, is te groot. Dorothea, de vrouw van Franz, legt me uit: bij de oogst van blauwe druiven willen we zo min mogelijk water hebben, zodat de kleur en het extract optimaal blijven. Liever geen ‘verwatering’!
Uiteindelijk zal het pas om drie uur ’s middags gaan regenen. Hadden we niet toch…? Nee, de wijnboer blijft achter zijn besluit staan. De zweigelt-druiven in zijn wijngaarden in het Ruster Hügelland worden pas morgen, vrijdag, geoogst.
Dobro jutro!
De volgende dag sta ik weer om acht uur klaar. Het heeft die nacht niet geregend en de wind heeft de druiven inmiddels gedroogd. Dorothea komt met schaar en handschoenen aanzetten, en na een korte autorit vanuit Oslip, het dorp aan de Neusiedlersee waar het Weingut Remushof Jagschitz is gevestigd, voegen we ons bij de groep plukkers die onder leiding van voorman Gustl al een uurtje bezig is. Mijn woordjes Slavisch komen van pas: ‘Dobro jutro’ klinkt er veelvuldiger dan ‘Morgen’.
Gustl komt uit het dorp en werkt al jaren als vrijwilliger mee met de oogst. Hij spreekt ‘gewoon’ Duits, en legt me uit wat ik moet doen. Zijn taak is verder het besturen van de tractor met aanhanger die tussen de rijen staat. In de laadbak worden telkens de emmertjes met druiven geleegd.
Stok na stok
De stokken zijn geleid en gesnoeid op een prettige werkhoogte, en al snel val ik in het oogstritme dat ik al eerder in Duitsland heb leren kennen. Tros zoeken, knippen, snelle inspectie van de tros, in de emmer, volgende tros. En denk nu niet dat alle trossen netjes naar beneden hangen; veel vaker moet ik de druiven lospeuteren van de metalen geleidingsdraad, of met veel moeite het steeltje van de tros zoeken tussen de bladeren.
Als mijn emmer vol is, haalt een van de arbeiders hem weg en leegt hem in aanhanger. Stok na stok werk ik af, telkens een stukje verder lopend, soms om een andere plukker heen, soms tussen twee plukkers in.
Laks
Vlak voordat het tijd is voor een eerste pauze om negen uur komt de baas er nog even aan. Ik versta niet wat hij zegt, want de familie Jagschitz spreekt zelf ook Kroatisch: op de vlucht voor de Turken streken al zo’n 400 jaar geleden Kroaten in dit gebied neer, en ze zijn er altijd gebleven. De boodschap van Franz is echter geheel duidelijk: we zijn te laks met onze controles van de trossen. Graag alleen de echte rijpe en donkere druiven oogsten, niet de licht gekleurde en aangetaste! Gelukkig zijn die er niet veel op dit perceel, maar toch.
Tijdens de pauze worden er broodjes uitgedeeld en wordt er bronwater of wijn gedronken. Of wijn mét water natuurlijk, de bekende G’spritzter, hier Spritzl genoemd. En verder gaat het weer, de licht glooiende rij stokken af. Aan het eind van mijn rij blijken we klaar te zijn met dit perceel, en verhuizen we naar andere akker, opgepropt in een bestelbusje.
Schimmels
Het tweede perceel dat we gaan oogsten bevat ook zweigelt-stokken, maar dit keer op een andere manier geleid: in tegenstelling tot twee draden om de ranken te leiden, is er hier maar één. Het is een oudere vorm, die nu niet meer toegepast wordt, maar hier en daar nog voorkomt.
De druiven zijn op dit perceel ook wat meer aangetast door schimmels: regelmatig staan we een aantal bessen uit de tros te knippen. Franz legt me later uit waarom dit hier zo is: de wijngaard ligt heel beschut, tussen de bomen en de heggen. De wind heeft hier minder vrij spel, en dus drogen de trossen minder goed, waardoor schimmels een kans krijgen.
Ontstelen en de tank in
Als het tijd wordt voor de lunch, mag ik eerst met Gustl achterop de aanhanger met druiven mee naar het Weingut. Niet mijn favoriete manier van vervoer, maar ik moet er wat voor over hebben als ik wil zien wat er nu met de druiven gebeurd.
Onmiddellijk bij aankomst strooit Franz een paar handjes sulfietpoeder over de druiven. Nadat Gustl vervolgens een dikke slang op de laadbak heeft aangesloten en een motor is gestart, gaat de schroefdraad die onder in de laadbak bevestigd is, draaien en verdwijnen de trossen via de slang in het binnenwerk van de ontsteler. (Zie dit filmpje).
Gustl helpt met een riek om de massa te verdelen. Eenmaal in de machine, waarin een metalen trommel met gaatjes ronddraait, worden de druiven van de tros gescheiden; de houtige delen schieten aan de zijkant naar buiten, waar Franz ze bijeenschept. Vooral de wespen vinden dit heerlijk materiaal om zoetigheid te scoren.
De druiven en het door de kneuzing ontstane sap komen in een bak onder de draaiende trommel terecht; vanuit die bak wordt de pulp rechtstreeks via een ander slang de tank in gepompt, die zich – aan het metertje te zien – steeds verder vult.En dan is wat betreft de menselijke ingrepen even klaar! Aan de zweigelt wordt op Remushof Jagschitz geen gist toegevoegd; de massa moet nu spontaan gaan gisten. Over een dag of 10 zal dat gereed zijn.
Žena
De zweigelt zal uiteindelijk in verschillende wijnen van Remushof Jagschitz terecht komen. Donderdagavond proefde ik van de jaargang 2011 de zeer aromatische en aangename Žena, Zweigelt trocken. Subtiel geurend naar zoethout en bosbessen verraad deze wijn zijn bescheiden houtopvoeding: zij rijpte deels op barrique, deels op grote houten vaten. De wijn is ontwikkeld door Dorothea, die hem vernoemde naar het Kroatische woord voor vrouw,’žena’. Een wijn voor de moderne en zelfstandige vrouw van nu, zoals ze zelf zegt.
Net als de andere wijnen van het 16 ha. tellende familiebedrijf Remushof Jagschitz wordt Žena gekenmerkt door grote zuiverheid, clean fruit en uitstekende drinkbaarheid. De range omvat zowel witte als rode wijnen, waaronder een geslaagde Leithaberg DAC weiss (2011), gemaakt van Weissburgunder, die een heel bescheiden laurier- en vanilletoon heeft gekregen van het gebruikte Amerikaanse eiken.
Uitstekend
Met het aantal van zeker 24 verschillende wijnen –waarvan ik er zo’n 15 proefde – is Remushof Jagschitz één van die kenmerkende allround bedrijven in Neusiedlersee-Hügelland, die erin slagen een moderne serie wijnen neer te zetten van uitstekende kwaliteit. En mocht je in de buurt zijn: er zijn zes comfortabele Gästezimmer boven de vinificatieruimtes! Heerlijk om je kamer uit te stappen met de geur van jonge most in de lucht!