Een makkelijk te maken gerecht dat je doet verlangen naar de zomer, naar vakantie, naar Italië. Het is een specialiteit van de Adriatische kust, waar het pasta vongole heet.
Veel koks hebben de neiging dit gerecht aantrekkelijker te maken door er room aan toe te voegen: niet doen! Dat ontneemt het gerecht zijn frisheid. En over een pasta met vis gebruikt u ook nooit Parmezaanse kaas! Het is maar dat u het weet.
Welke wijn erbij: Een jonge frisse wijn, met bite en body. De wijn mag een klein bitter hebben; dat valt weg tegen de bitters van de schelpdieren. Hij hoeft niet te fruitig te zijn; al te bloemig of fruitig gaat botsen met de zilte smaken in het gerecht. Goede keus is een regionale wijn uit Midden- of Zuid-Italïe van de falanghinadruif, de pecorinodruif of trebbiano.
1. Spoel de venusschelpen goed af. Gooi exemplaren die open blijven staan weg.
2. Zet de spaghetti op in ruim water en ga ondertussen verder met de schelpen.
3. Verhit de olijfolie in een ruime, hoge pan en smoor de knoflook en peper tot de knoflook net nog niet gaat verkleuren.
4. Voeg dan de witte wijn en de schelpen toe.
5. Kook onder goed roeren tot de schelpen opengaan. Gooi schelpen die niet opengaan weg. Voeg dan de bouillon en peterselie toe.
6. Kook op hoog vuur nog 1-2 minuten, tot de venusschelpen allemaal open zijn. Proef de saus en breng die op smaak met zout en een scheut olijfolie.
7. Als de pasta bijna gaar is deze afgieten. Houd de pan met schelpen scheef, zodat het vocht naar één kant loopt. Schep de spaghetti eerst door dit vocht, zodat het door de pasta wordt opgenomen. Meng daarna de schelpen erdoor.
8. Serveer in diepe borden, bestrooi met gesneden peterselie en garneer met een schijfje citroen.
Gerard Reijmer