Zo ploeter je op maandagochtend door de sneeuw naar een afgeladen RAI, zo zit je achter een proeftafel met een paar glazen Beaucastel. En gelukkig maar, want Matthieu Perrin vertelt daar over de dertien, ohnee zeventien druivenrassen in zijn Châteauneuf, over de wonderbaarlijke wederopstanding van overleden witte wijn en natuurlijk over zijn opa’s mourvèdre.
Zo ploeter je op maandagochtend door de sneeuw naar een afgeladen RAI, zo zit je achter een proeftafel met een paar glazen Beaucastel. En gelukkig maar, want Matthieu Perrin vertelt daar over de dertien, ohnee zeventien druivenrassen in zijn Châteauneuf, over de wonderbaarlijke wederopstanding van overleden witte wijn en natuurlijk over zijn opa’s mourvèdre.
Beaucastel, dat is de beroemdste wijn van Châteauneuf-du-Pape. Een streek waar ze het wijnblenden tot in het absurde doorvoeren, want in het rood mogen dertien verschillende druivenrassen worden gemengd. Dat doet bijna niemand, want het is veel te ingewikkeld, dus de meeste wijnmakers houden het bij de grote drie: grenache, syrah, en mourvèdre. Maar Château de Beaucastel blijft bij zijn tradities en draait dertien verschillende basiswijnen door elkaar. Meer zelfs, verzekert Beaucastel-importeur Erik Sauter de deelnemers aan zijn proeverij ‘Beaucastel 300 punten’ op de Wine Professional. “Dertien, dat is een mythisch getal in Frankrijk. Het betekent eigenlijk: veel. In feite zitten in deze wijn zeventien druivenrassen, ook obscure Franse druifjes als muscardin, vaccarèse, terret noir en counoise.”
Mourvèdre als eerbetoon
De wijnmaker van Beaucastel, Matthieu Perrin, heeft speciaal voor de wijnbeurs zijn kaplaarzen en fleecejack verruild voor een keurig overhemd. Hij geeft een simpele verklaring voor al die druivenrassen in zijn wijnen. “Blenden is deel van onze geschiedenis, dus doen we dat. We spelen met de verhoudingen om de kwaliteit te verhogen.” Alle druiven zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker dan andere: “Mourvèdre gebruiken we veel. Het is een bijzondere druif voor ons. Mijn grootvader bracht hem naar onze wijngaarden, vandaar.” In alle wijnen speelt de mourvèdre de hoofdrol, als een hommage aan het werk van opa. Eén uitzondering: Beaucastel 1991. Die stond bol van de grenache. “Het was een afwijkend jaar, dus we moesten anders blenden.” De mourvèdre geeft de wijn die kenmerkende woeste geur, die je in de speciale Hommage à Jacques Perrin tegenkomt. En die wijn is een eerbetoon aan de grondlegger van het kasteel, de wijn wordt alleen in uitstekende oogstjaren gemaakt.
Puntengedoe of niet
De proeverij draait niet alleen drie honderd-punten wijnen van Beaucastel, maar ook Vinsobres, Gigondas, Vacqueyras en Coudoulet de Beaucastel komt voorbij. Een snelle optelsom: dat zijn wel vijfhonderd punten, of meer! “Ik hoop dat jullie dit niet al te serieus nemen,” zegt Sauter. “Ik hou helemaal niet van dat puntengedoe. Een wijn is lekker, of hij is het niet.” Puntengedoe of niet, de Château de Beaucastel 2007, 1989 en de Hommage à Jacques Perrin 1998 zijn alledrie bijzondere wijnen. Bij deze drie wijnen proeven we de drie fasen van een echte Beaucastel, legt Perrin uit. “Het helderrode glas uit 2007 vertegenwoordigt de eerste fase: de wijn is jong en verleidelijk. Het fruit barst eruit.” Een paar jaar later krijgt de wijn een ruiger karakter, met onstuimige dierlijke, intense geuren, zoals we in de 1998 proeven. En in de derde fase ‘keert de wijn terug naar de aarde’, zoals Perrin dichterlijk beschrijft. De 1989 is complex, aards en boers.
Houden of weggooien?
En nu we het toch over ouderen hebben, deelt Perrin een interessante observatie: witte wijnen die na jaren volledig over de kop leken, krijgen na nog wat geduld weer een nieuwe frisheid. Importeur Sauter en wijnverzamelaar Botenga beamen dat. Sauter: “Ik heb het meegemaakt, een partij wijn was helemaal donkergeel en oxidatief. Zet hem maar weg, adviseerde ik de wijnmaker. En wat denk je, een paar jaar later was hij verrukkelijk. En dat komt ook met Beaucastel voor.” Daar is een ingewikkelde chemische verklaring voor, die door krakende microfoons en geroezemoes van deelnemers niet helemaal te volgen is, maar de boodschap is duidelijk: gooi overleden witte wijn niet weg. Of toch? “Ja, het geldt natuurlijk alleen voor mooie witte wijn, zoals Bourgognes of deze Beaucastel. Goedkope rotzooi kan gewoon door het putje.”
Proefnotities
Coudoulet de Beaucastel blanc 2007 A.C. Côtes du Rhône
Lichtgeel, bloemig, rijp wit fruit, abrikozen, witte perzik, venkel. Frisheid, mooi bittertje, mineraal, honing, wel goed droog.
16,5/20
Coudoulet de Beaucastel Rouge 2007 A.C. Côtes du Rhône
Nog paars. Zoet fruit, pruim, rijp, kersen, getypeerd. Heel rijpe smaak, klein zoetje, brandewijn, fijne en rijpe tannine.
16,5/20
Château de Beaucastel 2007 A.C. Châteauneuf-du-Pape
Heel open, rijp, zoete pruimen, viooltjes, diepgang, chique. Vol en sappig, kersenbonbons, dik, veel alcohol.
18+/20
Château de Beaucastel 1989 A.C. Châteauneuf-du-Pape
Veel depot. Heel boers, zwarte olijf, bittere chocolade, koffie, boeiend. Volledig gerijpt, heel mild, chocolade, boers en aards. Volledig op dronk, niet lang meer bewaren.
18,5/20
Château de Beaucastel 1998 Hommage à Jacques Perrin A.C. Châteauneuf-du-Pape
Iets gesloten, donker, kruidnagel, zwarte olijf, zwarte kersen, herfstbos. Nog jong, fijne zuren, fraaie tannine’s, balans, lengte.
19/20
Château de Beaucastel 2007 Blanc Rousanne Vieilles Vignes A.C. Châteauneuf-du-Pape
Licht goudgeel. Honing, zeer rijpe abrikoos, zoet fruit, kruidig. Vol, dik, sappig, rijk, honing, boter.
17,5/20
Château de Beaucastel 1989 Blanc A.C. Châteauneuf-du-Pape
Donker goud. Zeer rijp, sherry, noten. Veel evolutie, bitter, oxidatie. Te oud, voor de liefhebber en daarom geen score.
Tekst: Sabina Posthumus
Proefnotities: Udo Göebel
Foto: www.beaucastel.com