In Bordeaux is de dolle parade van de primeurs weer aan de gang. Sjoerd en Ronald de Groot hebben zich naar de wijnhoofdstad van Frankrijk begeven en doen hier verslag van hun ervaringen in de kolkende kermis van journalisten, wijnhandelaren en uiterst formele Fransen…
Voor veel Nederlanders is het niet voor te stellen. Maar op het Franse platteland gaat het er heel anders aan toe dan wij gewend zijn. Zo las ik onlangs in een tijdschrift dat er strikte regels zijn om met mensen om te gaan. Onbekenden zomaar voor het diner uitnodigen is, bijvoorbeeld, uit den boze.
Allereerst nodig je iemand uit voor een kopje koffie. Niet ’s ochtends, want dat doen Fransen niet. Ergens in de loop van de middag. Als dit bevalt dan kan er eventueel een vervolgafspraak komen op een later moment. Hierbij kunnen we dan denken aan een glas wijn aan het einde van de middag. De volgende stap is eventueel een lunch, daarna volgt dan een diner. Voor diegenen onder u die denken dat dit vlot kan gaan. In bovenstaand geval kun je al snel vijf jaar verder zijn. Al die tijd blijf je elkaar natuurlijk vousvoyeren en praat je beleefd over koetjes en kalfjes. Gespreksonderwerpen die spannender zijn komen vanzelfsprekend niet aan de orde. Zo praat je niet over geloof of financiële zaken.
Nu zou je denken dat het in de achterlanden van Bordeaux anders gaat. Internationale bekendheid zorgt voor wat internationalere omgangsvormen, hoor ik u denken. Niets is minder waar. Gérard Perse van Château Pavie in Saint-Emlion weet er alles van. “Bij ons in Saint-Emilion hebben we een hele rare situatie,” vertelt hij. “Het is een klein dorp met zo’n tweeduizend inwoners. Een derde daarvan is wijnboer, eigenaar van een wijngaard. Van groot tot klein, van arm tot rijk en alles er tussenin.”
Wie denkt dat deze mensen op vriendschappelijke voet met elkaar staan heeft het mis. “De classificatie van Saint-Emilion zien we terug in het dagelijks leven,” aldus Gérard. “Wijnboeren van het plateau van Saint-Emilion praten niet met die van ‘beneden’ en andersom.” Wijnboeren met de classificatie premier Grand Cru Classé A(zoals Cheval Blanc en Ausone) hebben natuurlijk helemaal een status aparte, al is het alleen maar omdat Ausone nooit en Cheval Blanc sporadisch meedoet met activiteiten van de groep producenten. De schrik was dan ook groot toen Château Monbousquet van Gérard Perse gepromoveerd werd tot Grand Cru Classé. Dit was nog nooit voorgekomen bij een château aan de andere kant ‘van de grote weg’ tussen Libourne en Castillon-la-Bataille. Hij vindt het zelf wel mooi, merken we uit zijn verhaal. Dat zal komen omdat hij zelf ook import is. Als Parijzenaar was hij vanaf het begin al niet welkom. Zeker niet omdat hij ook nog eens een grote mond heeft. Dat is, in goed Frans, ‘not done’. En daarnaast was hij in Parijs eigenaar van een zestal grote supermarkten, dus in de ogen van de chique wijnboeren in Saint-Emilion niet veel meer dan een gewone kruidenier, maar dan wat groter. Hij heeft in de loop van de tijd wel gemerkt dat het beter is om wat rustiger aan te doen met zijn commentaar. Toch zal hij het nog steeds niet nalaten om tegen de heilige huisjes in Saint-Emilion aan te schoppen. Al was het alleen maar omdat zijn Pavie geweigerd is voor de A-status…