In 1931, precies 75 jaar geleden, verscheen ‘Het Boek van den Wijn’. Het was geschreven door J.P.M. Keuls, Nederlandsch (!) vice-consul te Bordeaux. Het was een van de allereerste wijnboeken die ooit in Nederland verschenen. Anno 2006 biedt het fascinerende lectuur. Vanwege het taalgebruik en vanwege de mstandigheid dat de wijnwereld er toen in sommige opzichten iets anders uitzag dan nu het geval is. In andere opzichten eigenlijk ook weer niet. Van populair gejij en gejou, zoals tegenwoordig schering en inslag is in wijnboeken, had de schrijver gelukkig geen weet.
In 1931, precies 75 jaar geleden, verscheen ‘Het Boek van den Wijn’. Het was geschreven door J.P.M. Keuls, Nederlandsch (!) vice-consul te Bordeaux. Het was een van de allereerste wijnboeken die ooit in Nederland verschenen.
Anno 2006 biedt het fascinerende lectuur. Vanwege het taalgebruik en vanwege de omstandigheid dat de wijnwereld er toen in sommige opzichten iets anders uitzag dan nu het geval is. In andere opzichten eigenlijk ook weer niet.
Van populair gejij en gejou, zoals tegenwoordig schering en inslag is in wijnboeken, had de schrijver gelukkig geen weet. Van wijnproducerende landen behalve Frankrijk en Duitsland helaas nauwelijks. Frankrijk bleef beperkt tot Bordeaux, Bordeaux, Bordeaux, Bourgogne, Champagne en nog wat hinderlijk strooigoed in een paar buitengewesten. Over rosé werd in die dagen niet gesproken. En supermarkten bestonden nog niet.
In de komende weken zullen op deze plaats fragmenten uit ‘Het boek van den Wijn’ te lezen zijn. Tot lering en vermaak. En wellicht zullen ze zo nu en dan ook wel eens een aha-reactie oproepen.
De eerste aflevering begint bij het begin. Met een passage uit voorwoord, waarin de auteur zich verbaast over het bestaan van Engelstalige wijnpublicaties (!), en een hoogst intrigerende situatieschets van de in crisis verkerende Nederlandse wijnmarkt rond 1930.
“Er bestaan legio werken en werkjes op wijngebied in de fransche, duitsche en zelfs in de engelsche taal, ofschoon Engeland toch evenmin als Nederland een wijnproduceerend land is. In het Nederlandsch bestaat, voor zoover ons bekend, geen literatuur die den amateur van goede wijnen als hulpmiddel kan dienen om hem de noodige kennis bij te brengen van, ten einde hem in staat te stellen te beoordeelen wat hij moet koopen, hoe hij zijn wijnen moet serveeren en hoe hij zich kan wapenen tegen het vele bedrog hetgeen ook op wijngebied plaats vindt.”
“In Nederland zijn de Fransche en Duitsche wijnen het meest bekend, waarcshijnlijk ook omdat uit een oogpunt van wijncultuur de wijnen dezer landen de hoogste plaats innemen en in Holland geen massa-wijnverbruik bestaat, doch de wijn er veeleer een luxedrank is. Werkelijke kwaliteitswijnen, d.w.z. producten van een verdelingscultuur, komen dan ook uit Frankrijk en Duitschland. Dit is o.a. een kwestie van bodemgesteldheid.”
“Toch spelen eveneens de wijnen van sommige andere landen in de wijnconsumptie van Nederland een grooten rol, want populair zijn er ook portugeesche en spaansche wijnen zooals Port en Sherry, grieksche wijnen zooals Samos en ook de Vermouth, een italiaansch product, doch geen natuurwijn zijnde.”
“Gedurende en na den oorlog [Eerste Wereldoorlog] is in Nederland een nieuwe klasse van wijndrinkers opgekomen en de invloed daarvan op den wijnhandel is zoo typisch geweest, dat men heden ten dage in vakkringen de wijnen indeelt in twee groepen, n.l. aristocratische en democratische wijnen. Onder de eerste worden verstaan Bordeaux, Bourgogne, Champagne Rijn- en Moezelwijnen e.d. en met de tweede worden aangeduid de z.g. “zoete wijnen”. Deze omschrijving gaat niet geheel op, want de “Grands vins de Sauternes zijn bijv. meestal ook zeer zoet, maar behooren daarom nog niet tot de groep “zoete wijnen” die hier wordt bedoeld.”
“Men wil er eerder mede aanduiden de ordinaire zoete wijnen, die gemakkelijker door den onervaren wijndrinker worden geapprecieerd omdat het een bekend verschijnsel is, dat de massasmaak een voorkeur heeft voor het zoete, terwijl de ontvankelijkheid voor andere smaakindrukken op cultuur berust. De ongeschoolde wijndrinker vindt roode Bordeauxwijnen, zelfs dievan hooge kwaliteit, “zuur”, terwijl bijv. de geraffineerde champagnedrinker slechts de “vin brut” wil drinken, dus bij uitstek droge, niet zoete, wijn.”
“In den Nederlandschen wijnhandel heeft men heden ten dage dan ook twee stroomingen, die ieder voor zich een andere clientèle zoeken. Er zijn firma’s die zich richten tot het ontwikkelde wijndrinkend publieken andere die de groote massa zoeken. Het combineeren hiervan gaat gewoonlijk niet met succes samen. Voor het uitoefenen van deze twee onderscheiden soorten van wijnhandel is dan ook noodig een verschillende mentaliteit.”
“Men hoort dikwijls beweren, dat het wijnverbruik, d.w.z. het verbruik van de betere, aristocratische, wijnen achteruitgaat, maar slechts zelden ziet men ernstige pogingen doen om hierin verbetering te brengen. Er zijn weliswaar aanwijsbare factoren die men niet kan veranderen, zooals verplaatsing van de koopkracht, vermindering van het familieleven, afwezigheid van kelders in moderne woningen, moderne levensopvattingen, waarin het drinken van wijn geen plaats vindt, anti-alcoholbeweging enz enz “
“Een goede voorlichting is […] onmisbaar, want hoe weinigen zelfs onder de amateurs zijn voldoende op de hoogte van de waarde der verschillende jaargangen, wat weet men van de beteekenis der wijnbenamingen en hoe dikwijls ziet men, zelfs in goede kringen, een kostbaren wijn absoluut onzaaakkundig behandelen.”
O tempora, o mores! Of: niet zo heel veel nieuws onder de zon?
René van Heusden
beste René, ik heb een exemplaar van dit mooie werkje in mijn bezit.
Heb je enig idee of er belangstelling voor bestaat?
Hoor graag van je.
Beste Anton, u kunt het beste contact opnemen met een antiquarische boekhandel. Maar reken uzelf niet rijk want het zal niet veel opleveren.