Rinus Michels, alias ‘de Generaal’, sprak ooit de gedenkwaardige woorden waarin hij voetbal op één lijn stelde met oorlog. Een denker van vergelijkbaar kaliber hebben we in wijnland bij mijn bescheiden weten nog niet, maar meer dan de voetbalwereld wordt de Nederlandse wijnwereld momenteel beheerst door maar één thema: oorlog! Wellicht ten overvloede voor al die wereldvreemde types die zich liever onledig houden met de vraag wie Hendrik Boom toch wel zou kunnen zijn (verrassend simpel, hij is wie hij is), die dachten de VVN nog in leven te kunnen houden (niet dus), of die zich op wijn.pagina.nl godbeterehet opwinden over de vraag hoe je nu toch wel Yquem dient uit te spreken (tragisch), we hebben het hier natuurlijk over een prijzenoorlog. Ook wij, echte wijnliefhebbers die wel beter weten en geen rotzooi kopen, zijn hierin partij, of we dat nu willen of niet. Onze opdracht is een heldhaftige: het plegen van verzet!
Terwijl alles duurder wordt, menen de krenten wegende grootgrutters en hun aanleverende trawanten dat de tijd gekomen is om zich te profileren met zo laag mogelijke prijzen, bij voorkeur met die voor levensmiddelen. Met mensvriendelijkheid heeft dit niets te maken. Het is in werkelijkheid niet meer dan een combinatie van koopmansgeest ten eigen bate en het gewiekst inspelen op die calvinistische afkeer van levenskwaliteit die het in bepaalde landen in brede lagen van de bevolking nog altijd goed doet. Kwaliteit van wat voor soort dan ook komt echter altijd met een prijs, en dat ligt gevoelig. Dus dan maar liever niet voluit genieten, maar net doen alsof. En doen alsof goedkoop een garantie is voor lekker. Met andere woorden: dit is zichzelf-voor-de-gek-houderij voor gevorderden. Veel Nederlanders zijn daar goed in. Vanwege hun onverbeterlijke kortzichtigheid.
Voor menigeen mag die onlosmakelijke koppeling van kwaliteit en prijs een ongemakkelijke gedachte zijn, maar het is er wel een waaraan niet valt te ontkomen. Wie dus meent te moeten beknibbelen op de prijs van die zaken die in zo hoge mate bijdragen tot potentiële levensvreugde, is a) niet bekommerd om ons welbevinden en b) al evenmin om dat van de landman die er voor zijn levensonderhoud direct van afhankelijk is. Hoe lager de prijs, hoe meer er door die landman geproduceerd zal moeten worden om financieel toch nog rond te komen. We weten inmiddels waar dat toe leidt: een vicieuze cirkel. Het is niet te hopen dat de wijnbouw hierin de rest van de agrarische sector achterna gaat. Of is het al te laat? Er is nu al veel te veel wijn op de markt. En dus volgt uit het grote aanbod een lagere prijs? Dit lijkt een logische gedachtengang, maar is het niet. Uiteindelijk is de consument, om wie dit zogenaamd allemaal begonnen is en die het spelletje willig (want kortzichtig) meespeelt, namelijk toch de pineut. Ooit wel eens gelezen hoeveel landbouwsubsidies er vanuit Brussel jaarlijks uitgedeeld worden in verband met overschotten in de agro-industrie die draait om de productie van een zo hoog mogelijk volume voor zo een zo laag mogelijke prijs? En er ooit wel eens over nagedacht waar al het geld voor die subsidies vandaan moet komen? En ook wel eens erover nagedacht hoe de Nieuwe Wereld spotgoedkope wijn kan blijven produceren? Zo’n land als Zuid-Afrika bijvoorbeeld?
Wie denkt dat goedkope wijn nog goedkoper kan worden, moet of niet goed snik of een cynicus zijn. Goedkoop is in deze duurkoop. Niemand schiet er iets mee op. Tenzij je als topmanager van een grootgrutter vette bonussen opstrijkt vanwege dat ene procentje omzet meer per jaar. Hoogste tijd derhalve voor een tegenactie door het verlichte deel der natie door a) zelf rotzooi te boycotten en b) de Boodschap aan de buren, vrienden en familieleden over te brengen. Het is nog niet te laat voor een tegenoffensief. Immers, goede wijn behoeft een kans!
Hendrik Boom