Een deel van mijn wijnreizen organiseer ik zelf. Daarnaast neem ik deel aan georganiseerde reizen, meestal met een internationale groep journalisten. Dat kan wel eens vervelend zijn, bijvoorbeeld als een groepslid nooit op tijd verschijnt, maar meestal is het inspirerend. Gelukkig maar, want als je twee weken op reis bent met dezelfde groep, zoals onlangs in Australië, is het wel zo prettig als je een beetje met elkaar kunt opschieten. Een van de interessante onderwerpen van gesprek is de wijncultuur in de verschillende landen. Met enige regelmaat vertellen Scandinavische collega’s me dat in veel restaurants in steden als Kopenhagen en Stockholm alleen maar ‘natuurwijnen’ worden geschonken. Ik vertel dan dat dit in Amsterdam veel minder het geval is.
Hoe het voelt als je alleen maar ‘natuurwijnen’ kunt bestellen, mocht ik afgelopen donderdag aan den lijve ondervinden in Café Modern, een van de trendy restaurants die Amsterdam rijk is. Het bestellen van een lekkere rode wijn bleek daar een zware opgave. Natuurlijk, wat de een lekker vindt, zal de ander niet kunnen bekoren. En als er liefhebbers zijn voor wijnen die ruiken naar een combinatie van een mestvaalt en een glas witbier, dan zijn ze hier aan het goede adres. Prima, mijn zegen hebben ze. Dat was in elk geval zo ongeveer de geur van de fles rood die we bestelden. Op de vraag of er ook iets roods op de kaart stond dat ouderwetse en conventionele wijndrinkers zou kunnen behagen, kregen we van de buitengewoon vriendelijke bediening te horen dat alle rood ‘natuurwijn’ was, en dat de kans niet zo groot was. Tot nul. We mochten nog even aan een rode Beaujolais ruiken, maar dat bracht geen verlossing. Er ontspon zich een discussie over het wijnbeleid. ‘Er zijn toch veel meer gasten die dit soort wijnen niet lekker vinden?’, vroeg ik. Dat werd niet ontkend. Sterker, het antwoord was veelzeggend: ‘Ik heb Frederic (mede-eigenaar Frederic van de Laar, RdG) hier al heel vaak feedback over gegeven. Maar ik heb het gevoel dat hoe vaker ik het zeg, hoe meer hij zijn hakken in het zand zet. Het antwoord is altijd: hier hebben we voor gekozen, en het gaat niet veranderen. Dus ik ben er maar mee opgehouden.’
Tja. Wat moet ik hier van vinden? Ik heb respect voor ondernemers die vasthouden aan hun strategie. Tegelijk voelt het voor mij als een minachting van de gast, die graag verwend wil worden met iets lekkers. De gast die niets van wijn weet, kan in dit geval onaangenaam worden verrast. Maar dat is misschien niet terecht. Elk restaurant heeft recht op zijn eigen stijl, ook in de wijnen die worden geschonken. Voor mij is de consequentie dat ik liever ergens anders ga eten. Ik vind een mooi glas wijn nu eenmaal (te) belangrijk.
Ronald de Groot
Helemaal met je eens, Ronald!
Geachte heer De Groot,
Fijn dat u dit aan de orde stelt, gelukkig komt dit in Nederland niet vaak voor, maar enkele sommeliers hebben een uitgesproken voorkeur voor wat zij natuurwijnen noemen, ik vraag dan meestal of een mooie Bordeaux of Bourgogne onnatuurlijk is, de humor dringt vaak niet door, sterker nog, men voelt zich aangevallen en beledigd. Wijn hoort toch gewoon lekker te zijn, smaken verschillen, maar ik kan met mijn pet niet bij natuurbocht. Het lijkt een soort sekte achtige cult waar modieuze gelovigen zich aan laven, in mijn beleving mensen zonder smaak, maar dat zullen zij vast anders beleven.
Belangrijkste is dat de horeca de gast als gast tegemoet hoort te treden, dit soort arrogant gedrag past niet bij fatsoenlijke horeca. Het is ongepaste en smakeloze arrogantie, beste remedie is er niet meer te komen. De vieze smaak wegschrijven helpt ook 🙂
Ik drink mijn wijn voornamelijk THUIS. Te vaak teleurgesteld in restaurants.
Het heet fundamentalisme, iemand anders jouw mening willen opleggen. In natuurwijn een bekend fenomeen:-)