Overpeinzingen: Onvermijdelijke veranderingen - Perswijn
Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Onvermijdelijke veranderingen

Bericht in de Volkskrant: bomen gaan dood omdat de wortels te lang in het water staan. Een beetje de omgekeerde wereld. Gelukkig zijn we het regenachtige weer al meer dan een week geleden ontvlucht, voor een verblijf in de Languedoc. Maar ook hier is het weer om het maar zo te noemen, ‘anders dan anders’. Wel lekker, maar niet zo heel warm. En af en toe zelfs een dag met regen, wat in deze tijd van het jaar nogal uitzonderlijk is. Je zou denken dat al dat water – ook hier was het voorjaar extreem nat – voor enige verlichting zou zorgen in de voortdurende droogte. Maar de restricties op waterverbruik blijven onveranderd. Auto wassen is verboden, maar dat is toch al niet mijn hobby. Tuin sproeien mag ook niet, maar we hebben niets staan dat gesproeid moet worden. Zwembad bijvullen mag ook niet. Maar door de regen van de laatste tijd klotst het water bijna over de rand.

Op de een of andere manier duurt het, net als in Nederland, lang voordat alle tekorten van de afgelopen jaren zijn ingelopen. Bovendien zie je, ook hier, een stijging van het verbruik. Want iedereen hamert op het bouwen van meer huizen, maar meer huizen hebben ook meer water nodig, zo leert de keiharde praktijk.

Afgelopen maandag waren we voor een proeverij in het maison du vin van Saint-Chinian. We hadden gevraagd om witte wijnen uit de streek. Het aandeel wit is klein, maar inmiddels toch gegroeid van 1% een aantal jaren geleden, tot 7% nu. Voor wit is viognier een populaire druif, maar hier voor de appellation verboden – naar mijn smaak terecht. Die druif doet het beter in koelere klimaten, zoals in de noordelijke Rhône, waar hij vandaan komt. Of zelfs in Nederland, bij de Apostelhoeve, zoals we onlangs tijdens het proeven van een serie Nederlandse wijnen konden constateren.

Het is onvermijdelijk om de overstap te maken naar druiven die meer geschikt zijn voor het warme klimaat. Dat ze minder bekend of populair zijn, zoals carignan blanc, moet dan op de koop toe worden genomen. Dat is uiteindelijk de kracht van de appellation, het draait om de streek en het terroir, de druiven moeten daaraan worden aangepast.

Daarmee gaan de wijnboeren in feite terug naar af. Want sinds een jaar of veertig drijft de appellation op syrah en grenache, en werden de lokale druiven van de streek afgedankt. De trend was destijds naar wijnen met meer kracht en alcohol, en met name de grenache is daarbij ideaal. Maar inmiddels sterven de stokken grenache op de hoogste terrassen met schistes – een soort leisteen – door de droogte en dalen de opbrengsten. En willen wijndrinkers meer elegante wijnen met minder alcohol. De oude lokale rassen zijn daar heel goed in. Ze werden weggedaan omdat ze weinig kleur hadden en (te) laat rijpten. Bij de INAO, de Franse organisatie voor appellations, ligt nu een voorstel om carignan en cinsault, twee ooit gesmade druiven, weer op te nemen als ‘cépages principaux’, druiven van eerste keuze. Daarnaast wordt gevraagd om oude rassen als rebeyrenc, picpoul noir, morrastel noir, l’oeillade, counoise, terret noir toe te voegen voor rood en voor wit bourbolenc blanc, terret blanc en picquepoul blanc – onder andere – te accepteren voor de appellation.

Het lijkt me een logische en verstandige ontwikkeling, en het laat zien dat appellations zich kunnen en moeten aanpassen. En wat mij betreft is dit een meer logische keuze dan wat in Bordeaux is gebeurd, met het toelaten van touriga nacional. Begrijpelijk misschien, maar de keuze voor oude, verdwenen lokale druiven vind ik beter passen bij de veranderingen die uiteindelijk onvermijdelijk zijn.

Ronald de Groot

Reageer op dit item

nl Nederlands