Een fenomeen waar je dezer dagen als wijnjournalist lastig omheen kunt, is dry January. Ik zeg zelf wel eens dat ik dan alleen droge wijnen drink, maar dat is natuurlijk gewoon een flauwe grap. En niet waar natuurlijk, want bij een lunch op Château d’Yquem is dat niet gemakkelijk vol te houden. En zonde van de mooie wijnen.
Nu serieus. Dit fenomeen is op allerlei verschillende manieren te benaderen, en gemakkelijk te bekritiseren of toe te juichen, afhankelijk tot welk ‘kamp’ je behoort. Liefst wil ik zelf niet bij een ‘kamp’ horen.
In Frankrijk was er een relletje omdat president Macron weigerde mee te doen met dry January. Het siert hem, wat mij betreft. Waarom zou je als wijnliefhebber hypocriet doen, en het doen voorkomen dat je ’s avonds dan plotseling een maand lang géén glas wijn drinkt bij je diner? Hypocriete politici zijn er al genoeg, wat mij betreft. Nou ja, in dit geval wilde hij waarschijnlijk de boeren te vriend houden – politieke motieven zijn in zo’n geval nooit ver weg.
Maar ik kan deze maand moeilijk voorbij laten gaan zonder me af te vragen wat nu precies het nut is van een maand niets drinken. Wat me sowieso opvalt, zijn de relativerende opmerkingen van enkele personen die aan deze nieuwe hype meedoen. ‘Ik doe sinds een paar jaar aan dry January, en soms knoop ik er een maandje aan vast. Allemaal prima, maar in alle eerlijkheid merk ik er lichamelijk heel weinig van. Je zou je fitter moeten voelen, beter slapen, maar bij mij: helemaal niets.’ Weinig opwekkend, mag ik wel zeggen. Naar aanleiding van kort een interview in de NRC, onlangs, kreeg ik zelfs een nog veel uitgebreidere reactie. ‘Allereerst, hoe komt het dat alcoholvrij (m.n. rood) zo ontzettend laxerend werkt? Dan de vraag waarom wijn zonder alcohol eenzelfde behoefte creëert als mét alcohol? Welke stof maakt dat er door gedronken móet worden? En tot slot: waarom word je door drinken van alcoholvrij nooit wakker met een fris hoofd? Die watten deken is er na een half jaar nog steeds, het ‘frisse hoofd’ laat op zich wachten.’ Tja, anekdotisch, maar niettemin veelzeggend.
De anti-alcohol-lobby heeft kennelijk met succes gepredikt dat je je van af en toe een glas wijn, en van matig alcoholgebruik in het algemeen, slecht zou moeten voelen. In het bijzonder de Volkskrant heeft zich de afgelopen tijd ingespannen om deze boodschap te verspreiden. Wat me bij de krantenkoppen in dat medium vooral stoort is de eenzijdigheid van het verhaal, alsof er maar één waarheid bestaat. Het lijkt wel alsof de polarisatie die in het hele maatschappelijke debat is geslopen, hier ook toeslaat. Het echte verhaal is dat de waarheid, als altijd, in het midden ligt.
Ik kan natuurlijk weer al die onderzoeken aanhalen die zeggen dat een kleine hoeveelheden alcohol op oudere leeftijd een positief gezondheidseffect heeft. Ik ga dat niet nog eens doen, maar iedereen kan begrijpen dat het risico dat pakweg een 65-jarige of zeventigjarige loopt om nog kanker te ontwikkelen als gevolg van een glas wijn per dag, nooit heel groot kan zijn. En iedereen die zich bezighoudt met onderzoeken naar het effect van alcohol op onze gezondheid weet ook heel goed dat het lastig is om het effect van alcohol los te zien van alle andere voedingsmiddelen en omgevingsfactoren.
Waar nog eens bij komt dat veel mensen die alcohol gebruiken, bij de dokter de neiging hebben om hun gebruik iets lager voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Waardoor onderzoeken gerelateerd aan het aan het aantal consumpties per dag of per week niet per definitie betrouwbaar zijn. Het is maar één van de vele factoren die verstorend werken. Er zijn ook berichten dat alcohol, zeker bij ouderen, kan leiden tot minder hart- en herseninfarcten, en dat bij mensen met matig alcoholgebruik minder dementie voor zou komen. Maar ook in dat geval moeten we voorzichtig zijn met conclusies, omdat ook in dat geval bij het onderzoek dezelfde problemen kunnen spelen. Eén ding is wél zeker. De tijden van de French paradox liggen ver achter ons.
Maar alcoholgebruik gelijk stellen aan roken, dat slaat nergens op. Het aantal kankergevallen door alcohol staat in geen enkele verhouding tot die bij roken. En dan hebben we het nog niet eens over de schade aan hart en bloedvaten bij roken. Er is ook een verband tussen kanker en rood vlees, bewerkt voedsel en overgewicht. Ik heb nog meer slecht nieuws. We gaan allemaal dood, hoe dan ook. Onze voeding, onze levensstijl in het algemeen, kent vele gevaren. Dus als we op de voet van dry January willen doorgaan, dan heb ik nog wel een paar suggesties. Wat denkt u van een suikervrije september en een vetvrije februari?
Nou, ik weet het wel. Ik ga liever dood na het – met mate – genieten van de geneugten van het leven. Dood ga ik toch wel. Dan liever maar met een glas goede wijn.
Ronald de Groot
He, he, eindelijk eens een helder bericht!
Het is grappig, want in Frankrijk lees je echt dat de Fransman beledigd wordt door de term ‘dry January’.
Zij zien en ervaren wijn anders. Het afstappen van hun waarden en normen, dat kunnen zij niet voor een maandje. En willen ze niet! Voor de Fransman is ‘un verre’, iets heel anders dan dat wij Nederlanders voelen of bedoelen. Bij “Oktober sober”, krijg je de Fransman pas echt goed over de zeik!
Wijn is een cultuur ‘goed’ in Frankrijk. De schoonheid zie ik hier wel van in.
Groet Nicole, wijnmaker in de Loire.