Overpeinzingen: Het ‘grote geld’ rukt op – ook in de wijn - Perswijn
Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Het ‘grote geld’ rukt op – ook in de wijn

In de landelijke pers zie je regelmatig verhalen over groeiende ongelijkheid in de maatschappij, vooral bij vermogens. Ik wil over deze discussie niet oordelen. Maar als we naar wijn kijken, moeten we constateren dat bij topwijnen grote vermogens steeds meer ingezet worden om topdomeinen te verwerven – en uit te breiden.

In Bordeaux besprak ik deze ontwikkeling onlangs met Jean-François Quenard, de 74-jarige eigenaar van Château de Pressac, in Saint-Emilion. Hij maakte zich duidelijk zorgen over de gang van zaken. ‘Jullie zitten nu aan de keukentafel met de eigenaar, maar dat is op veel châteaux al lang niet meer mogelijk. Je ziet in de streek steeds meer overnames door grote bedrijven, zoals verzekeraars en andere instellingen en personen met veel financiële armslag. Daarmee gaat het persoonlijke karakter en het persoonlijke gesprek verloren. Ik vind dat een slechte ontwikkeling, ook voor de streek als geheel.’

Je ziet ook dat de grote en rijke châteaux buren inlijven. Zo verwierf Cheval Blanc Château La Tour du Pin Figeac, en dat is inmiddels opgeheven. Dat mag, omdat Cheval Blanc uit de classificatie is gestapt – en dus niemand om toestemming hoeft te vragen. De wijn van buurchâteau Bellevue gaat nu bij die van Château Angélus, dat evenmin deel uitmaakt van de classificatie. Wel zo handig, kennelijk. Op de linker oever kocht Cos d’Estournel onlangs Cos Labory, dat er direct naast ligt.

De eigenaren van deze châteaux behoren zelf tot de rijken der aarde. Cheval blanc is (mede-)eigendom van Bernard Arnault, die afgelopen jaar Elon Musk van de eerste plek verdrong als rijkste mens op aarde. Via ‘zijn’ bedrijf LVMH is Arnault ook eigenaar van Château d’Yquem, de beroemdste Sauternes.

Het rijtje rijken dat châteaux in Bordeaux verwierf, is inmiddels lang. François Pinault, grote rivaal van Arnauld, maar met zo’n 50 miljard aan vermogen nog niet half zo rijk, werd eigenaar van Château Latour. De gebroeders Bouygues, met zo’n 7 miljard maar kleine krabbelaars – hun vermogen werd vergaard met bouw en telecom – kwamen niet verder dan tweede grand cru classé Château Montrose. Ook geen gekke bezitting, overigens. Champagne Roederer kocht Château Pichon-Lalande in Pauillac. Een van de grote klappers was de aankoop van Château Beauséjour-Duffau-Lagarosse in Saint-Émilion in 2021 door de eigenaren van cosmetica-concern Clarins. Het wijngoed van zo’n 7 hectare ging van de hand voor zo’n 75 miljoen euro. De lijst is nog veel langer, maar hier laat ik het even bij. Er zijn bijvoorbeeld ook rijke Chinezen en Amerikanen actief in deze markt, die grote sommen neertellen voor prestigeuze châteaux.

Dezelfde rijken die in Bordeaux actief zijn kopen ook elders toppers op. Sterker nog, het lijkt er op dat miljardairs Pinault en Arnault er een soort persoonlijke wedstrijd van hebben gemaakt. Bernard Arnault (ook via LVMH) kocht in 2014 het Clos des Lambrays in Morey-Saint-Denis voor 100 miljoen euro. In 2017 kocht Pinault Clos de Tart, aan de andere kant van de muur, voor 250 miljoen euro.

Op het eerste gezicht zou je kunnen denken dat die miljardairs hun gang maar moeten gaan. In feite, als je te veel geld hebt en het niet van de bank hoeft te lenen, kun je met zo’n investering zelfs een aardig rendement halen, als je de flessen maar duur genoeg weet te verkopen. En wij zijn niet verplicht ze te kopen. Alternatieven genoeg.

Maar zo simpel ligt het helaas niet. De enorme bedragen die voor dit soort wijngaarden worden betaald – voor Clos de Tart meer dan 33 miljoen per hectare – drijven de prijzen van de wijngaarden op tot astronomische hoogte. In landen als Frankrijk is de erfbelasting gebaseerd op de waarde van de wijngaarden. Bij een overlijden kunnen de erfgenamen worden geconfronteerd met bedragen die ze niet op kunnen brengen. Dit leidt er toe dat de rijke eigenaren en domeinen nog meer wijngaarden kunnen verwerven, en hun bezit verder uit kunnen breiden. Een cynische ontwikkeling.

Het aankopen van wijngaarden door rijke buren is naar mijn idee niet minder cynisch. Een voorbeeld is de aankoop van een groot stuk wijngaard van Château Phélan-Ségur in Saint-Estèphe door Château Montrose in 2010. Het stuk wijngaard van 22 hectare werd zonder omhaal bij de wijngaard gevoegd, met het argument dat het ooit behoorde tot de ‘historische bezittingen’ van Montrose. Tja. Montrose kan per fles veel meer vangen dan Phélan-Ségur ooit zou kunnen. Dus een meer dan aantrekkelijke deal voor deze tweede cru. De wijn van Montrose is top, maar van de manier waarop dit soort zaken gaan, word ik niet vrolijk.

Ronald de Groot

Reageer op dit item

nl Nederlands